Bij modellen met achteruit (MH xxxx R) is
de
stuurkolom
zwenkbaar.
Stergreep (afbeelding 14) losmaken, de
stuurkolom naar de zijkant zwenken en de
stergreep handvast vastdraaien.
Instelling van de handvathoogte
Stel de hoogte van het handvat in op grond van
uw lichaamslengte.
Een normale hoogte-instelling komt met de
hoogte van de zijden overeen.
Draai de schroeven op de basis van de
afschermkap los.
Stel de hoogte van het handvat in
langwerpige openingen.
Draai de schroeven opnieuw aan.
Transportwiel
Door middel van het transportwiel kan de
motorhak naar de gegeven plaats worden
getransporteerd.
Voor
het
werken
transportwiel verwijderen.
Starten van de motor
Bij het starten van de motor mag de hendel van
de snoeimessen niet worden geactiveerd!
De hendel van de choke stelt u in de stand
START" .
Trek de startkabel snel aan en laat hem
langzaam opnieuw opwinden.
Starten van de snoeimessen
Koppelingshendel helemaal omhoog trekken
en vasthouden. De snoeimessen mogen pas
halverwege het hendeltraject beginnen te
draaien .
Uitschakeling van de snoeimessen
Laat de hendel van de koppeling los.
Als u de koppelinghendel loslaat, mogen
de snoeimessen niet draaien!
Achteruitrijden inschakelen
Schakel de achteruit nooit in terwijl u
vooruit rijdt. Hierdoor kan het apparaat
ernstig beschadigen.
Hendel voor achteruitrijden tot de aanslag
omhoogtrekken.
NL 3
naar
links
en
rechts
met
de
motorhak
Achteruitrijden uitschakelen
Hendel voor achteruitrijden loslaten.
Uitschakeling van de motor
De hendel van de choke stelt u in de stand
"STOP".
Onderhoud
Vóór alle onderhouds- en reinigings-
werkzaamheden dient u de connector van
de bougie te ontkoppelen!
Reinig het apparaat na gebruik.
Besproei het apparaat niet met water. Het
water in de ontstekingsinstallatie of in de
carburateur kan storingen veroorzaken.
Als het apparaat naar één zijde is
gedraaid, moet de carburateur naar boven
wijzen!
Specialistische controle is noodzakelijk:
nadat op een obstakel is gereden
bij plotseling stoppen van de motor
het
bij verbuiging van de snoeimessen
bij beschadiging van de koppeling
bij beschadiging van de aandrijfriem
Cardanolie verversen
In principe moet om de 100 werkuren ook de
cardanolie worden ververst. (olieviscositeit SAE
80).
Olie verversen
Vereiste hoeveelheid olie:
types van de reeks 4000, 5000 ca. 0,5 l.
type MH 350-4 ca. 0,2 l.
Oliedop (afbeelding 15) losmaken.
Nieuwe olie ingieten.
De olie moet zichtbaar zijn bij de vulopening.
Vulopening afsluiten met oliedop.
Motor:
Olieverwisseling / luchtfilter / bougie
Zie de gebruikershandleiding die door de
fabrikant van de motor geleverd wordt.
Afstelling van de bowdenkabels
Een fijne afstelling wordt uitgevoerd middels de
afstelschroef op het bovenste handvat en op de
basis van de motor (aan de eindes van de
bowdenkabels).
Draai de contramoer los.
Vertaling van de originele gebruikershandleiding