NEDERLANDS
4. Bediening
Condensaataflaat controleren
•
Waarborg dat de aftapschroef (27)
aan de condensaataftap gesloten is.
27
4.1
Plaatsing
De plaats voor de plaatsing van het toe-
stel moet aan de volgende voorwaarden
voldoen:
•
droog, koel, tegen vorst beschermd
•
vaste, horizontale en gladde onder-
grond
A
Gevaar!
Door foutieve plaatsind kunnen zware
ongelukken ontstaan.
•
Beveilig het toestel tegen wegrol-
len en kantelen.
•
Trek het toestel niet aan de slang
of aan de netkabel.
•
Veiligheidsvoorzieningen
bedieningselementen
steeds goed toegankelijk zijn.
4.2
Netaansluiting
A
Gevaar! Elektrische spanning
Gebruik de machine uitsluitend in een
droge omgeving.
Sluit de machine enkel aan op een
stroombron die voldoet aan de onder-
staande voorwaarden:
− de stopcontacten zijn reglemen-
tair
geïnstalleerd,
goedgekeurd;
− zekering conform de technische
gegevens;
Het snoer moet zo gelegd worden dat
de werkzaamheden niet bemoeilijkt
worden, en dat het snoer niet bescha-
digd kan worden.
Controleer steeds of de machine uit-
geschakeld is, alvorens de stekker in
het stopcontact te steken.
Bescherm het snoer tegen hitte en
bijtende scheikundige (vloei)stoffen
en zorg dat het snoer niet beschadigd
kan worden door scherpe voorwer-
pen.
Als verlengsnoer mag uitsluitend
gebruik gemaakt worden van een
24
snoer met voldoende doorsnede (zie
"Technische gegevens").
Schakel de compressor uit met de
hoofdschakelaar, en niet door de net-
stekker uit het stopcontact te trekken.
Na beëindiging van de werkzaamhe-
den trekt u de stekker uit het stopcon-
tact.
4.3
Perslucht genereren
1.
Schakel het apparaat in en wacht tot
de maximale keteldruk bereikt is (de
compressor schakelt uit) (28)
De
keteldrukmeter (32) aflezen.
28
2.
Stel de regeldruk in met de drukre-
gelaar (29). De huidige regeldruk
kunt u van de regeldrukmeter (31)
aflezen.
en
A
moeten
Opgelet!
De ingestelde regeldruk mag de maxi-
male bedrijfsdruk van het aangeslo-
ten persluchtgereedschap niet over-
schrijden!
3.
Sluit de persluchtslang aan op de
persluchtaansluiting (30).
4.
Sluit het persluchtgereedschap aan.
Nu kunt u met het persluchtgereed-
schap werken.
5.
Schakel het apparaat uit, (28), wan-
neer u niet onmiddellijk wenst ver-
geaard
en
der te werken. Trek vervolgens ook
de netstekker uit het stopcontact.
5. Service en onderhoud
A
Gevaar!
Alvorens u met werkzaamheden aan
het apparaat begint:
− zet u het apparaat uit.
− trekt u de stekker uit het stopcon-
tact.
− wacht u tot het apparaat stilstaat.
− controleert u of het apparaat en
het gebruikte persluchtgereed-
schap en accessoires niet meer
onder druk staan.
keteldruk
kunt
u
van
29
30
31
32
− laat het apparaat en alle gebruikte
persluchtwerktuigen en toebeho-
ren afkoelen.
Na beëindiging van alle werkzaamhe-
den aan het apparaat:
− schakelt u alle veiligheidsvoorzie-
ningen weer in en controleert u
de werking ervan.
− controleert u of alle gereedschap
of
dergelijke
machine verwijderd is.
Service en/of onderhoudswerkzaam-
heden die niet in dit hoofdstuk
de
beschreven staan, mogen uitsluitend
door vaklui uitgevoerd worden.
5.1
Regelmatig onderhoud
A
Opgelet!
Controleer aan de nieuwe compres-
sor de aantrekmomenten van de cilin-
derbouten (zie "Technische gege-
vens") na de eerste 50 en 250
bedrijfsuren.
Telkens voor het begin van het werk
•
Controleer de persluchtslangen op
beschadigingen, en vervang ze
indien nodig.
•
Controleer of de schroefverbindin-
gen vast zitten, en draai ze vast
indien nodig.
•
Controleer het aansluitsnoer op
beschadigingen, en laat het door
een
elektromonteur
indien nodig.
Om de 50 uur
•
Controleer het luchtfilter (33) aan de
compressor, reinig dit indien nodig.
•
Oliepeil van de compressor aan het
oliekijkglas (34) controleren, evt. olie
bijvullen.
34
van
of
uit
de
vervangen
33