vast voordat u de negatieve (zwarte) kabel(s)
koppelt.
• Doe de accu niet te vol.
CZ
• Er kan elektrolyt overstromen en de verf, bedrad-
ing of constructie beschadigen. Gebruik zeep en
water bij het reinigen van de accu. Zorg dat er
geen water en zeep de accu binnendringt. Reinig
de accuklemmen met een oplossing van vier
DA
delen water en één deel zuiveringszout wanneer
deze roestig worden.
Kortsluitingen veroorzaakt door accuklemmen of
metalen gereedschap dat in aanraking komt met
metalen onderdelen van de maaier, kunnen vonken
veroorzaken. Vonken kunnen een accugasexplosie
DE
veroorzaken die leidt tot persoonlijk letsel.
• Voorkom dat de accuklemmen in aanraking
komen met metalen maaieronderdelen bij het ver-
wijderen of plaatsen van de accu.
• Laat metalen gereedschap geen kortsluiting vero-
EN
orzaken tussen de accuklemmen en metalen
maaieronderdelen.
Onjuiste bedrading van de accu kan schade veroor-
zaken aan de maaier en accukabels. Dit kan vonken
veroorzaken die een accugasexplosie kunnen veroor-
zaken die leidt tot persoonlijk letsel.
ES
• Ontkoppel altijd de negatieve (zwarte) accuka-
bel(s) voordat u de positieve (rode) kabel(s) ont-
koppelt.
• Koppel altijd de positieve (rode) accukabel(s)
vast voordat u de negatieve (zwarte) kabel(s)
FR
koppelt.
Voorzorgsmaatregelen bij de omgang met brandstof
Wees uiterst voorzichtig wanneer u met benzine- of die-
selbrandstof omgaat
materiële schade te vermijden. Benzine (of diesel) is bij-
IT
zonder brandbaar en de dampen zijn explosief.
• Brand of een explosie door benzine (of diesel)
kan u en anderen verbranden en eigendommen
beschadigen.
Houd u aan de gebruikelijke voorzorgsmaatregelen bij
NL
de omgang met benzine (of diesel):
• Rook niet tijdens het tanken. Doof alle sigaretten,
sigaren, pijpen en andere ontstekingsbronnen.
• Verwijder de brandstofdop niet en vul de tank niet
wanneer de motor loopt of heet is. Ruim eventueel
PT
gemorste benzine (of diesel) op.
• Als benzine (of diesel) is gemorst, probeer dan
niet de motor te starten maar verplaats de
machine weg van de gemorste brandstof en voor-
kom dat zich een bron van ontsteking vormt tot-
dat alle benzine (of diesel) is verdampt.
SV
• Houd benzine (of diesel) uit de buurt van open
vuur of vonken en berg de machine op uit de
REV B
om
lichamelijk letsel
en/of
buurt van open vuur of vonken of een controle-
lampje zoals op een waterkoker of andere appa-
ratuur.
• Vul de brandstof buiten bij. Vul nooit benzine (of
diesel) binnen bij en tap binnen geen brandstof
van de machine.
• Probeer nooit de motor te starten wanneer er een
sterke geur van benzine (of diesel) aanwezig is.
Zoek en corrigeer de oorzaak.
• Berg benzine (of diesel) op in een goedgekeurde
container en houd het uit de buurt van kinderen.
Koop nooit een grotere voorraad benzine (of die-
sel) dan voor 30 dagen.
• Vul nooit containers met brandstof in een voer-
tuig of op een vrachtwagen of aanhangwagen
met interieurbekleding of kunststof bodembekle-
ding. Zet benzine- of dieselcontainers voor het
bijvullen altijd op de grond uit de buurt van uw
voertuig.
• Verwijder, indien mogelijk, de machine van de
vrachtwagen of aanhangwagen en tank deze bij
met de wielen op de grond. Indien dit niet
mogelijk is, moet de machine op de vrachtwagen
of aanhangwagen worden bijgevuld met een
draagbare container en niet met het tankpistool.
Wanneer een tankpistool moet worden gebruikt,
moet het tankpistool de hele tijd in aanraking bli-
jven met de rand van de brandstoftank of de con-
taineropening totdat deze gevuld is. Gebruik geen
pistoolvergrendelings-/openingssysteem.
• Gebruik nooit benzine (of diesel) voor het reini-
gen van onderdelen.
• Lees en volg de veiligheidsvoorzorgen elders in
deze handleiding.
Benzine (of diesel) is schadelijk of dodelijk wanneer
deze wordt ingeslikt.
Vermijd langdurig inademen van dampen.
• Langdurige blootstelling aan dampen kan ernstig
letsel en ziekte veroorzaken.
Houd benzine of diesel uit de buurt van uw ogen en
huid.
• Houd uw gezicht weg van het tankpistool en de
brandstoftank- of brandstofcontaineropening.
• Wanneer u benzine (of diesel) op uw kleding
morst, moet u zich onmiddellijk omkleden.
Veiligheids- en instructiestickers
De stickers bevatten in het kort informatie die de bestu-
urder of technicus nodig heeft voor het dagelijkse bedienen
en onderhouden van de maaier. Gebruik deze stickers als
aanvulling op deze handleiding. Verwijder de stickers niet en
maak deze niet onleesbaar. Vervang onleesbare of ontbrek-
ende stickers.
2-6
606528CE