Onderhoudsbus (pos. 4)
Aansluitingsmogelijkheid voor de KEMPER-Service. Via deze interface kan de
KEMPER-Service instellingen van de MaxiFil realiseren.
Drukmetingsopening (pos. 5)
-
Aansluitingsmogelijkheid voor de KEMPER-service. Via deze interface kan de
KEMPER-service drukmetingen uitvoeren.
Signaalhoorn (pos. 6)
-
Een zekere verwijdering van de lasrook is slechts met een toereikende
afzuiginstallatie mogelijk. Met toenemende stofbelasting van het filterelement
stijgt zijn stroomweerstand en neemt de afzuigcapaciteit af. Zodra ze onder
een minimumwaarde komt, klinkt de signaalhoorn en licht het gele signaallicht
met regelmatige tussenpozen op. Vervangen van de filter is vereist.
Hetzelfde gebeurt als de inlaatklep in de afzuigkap te ver gesloten is en
daarmee eveneens de afzuigcapaciteit te sterk wordt gereduceerd. Dit wordt
opgelost door het openen van de inlaatklep.
Aansluitbus voor start-stopsensor (pos. 7)
-
Hier kan optioneel een start-stopsensor worden aangesloten.
Door de inzet hiervan wordt bereikt, dat de MaxiFil alleen tijdens de werkelijke
lastijd (vlamboogtijd) evenals de ingestelde nalooptijd in bedrijf is. Het
beschikbaar zijn van de start-stopsensor wordt door MaxiFil automatisch
herkend.
Drukschakelaar (pos. 8)
-
Alleen door de KEMPER-service te gebruiken.
AANWIJZING
Bij het voor de eerste keer aansluiten van de MaxiFil aan het
elektriciteitsnet wordt een zelftest uitgevoerd waarbij kort de
signaalhoorn klinkt en de signaallampen kort oplichten. Deze dient met
regelmatige tussenpozen (wekelijks) door de gebruiker door het er uit
trekken en weer er in steken van de netstekker uitgevoerd te worden.
Als hierbij de signaalhoorn en de signaallamp niet geactiveerd worden,
dan moet de MaxiFil door de KEMPER-service worden gecontroleerd.
Technische wijzigingen en vergissingen voorbehouden.
KEMPER MaxiFil stationair gebruiksaanwijzing - NL
- 165 –