TFA_No_35.1083_Anleitung
GAIA
– Radiografisch weerstation
•
De zender stuurt eerst de temperatuur en luchtvochtigheid, daarna
wordt de ontvangst van de radiografische tijd (DCF) geactiveerd.
Terwijl de radiografische tijd wordt ontvangen (max 10 minuten)
worden geen buitenwaarden gezonden.
•
Belangrijk: Tijdens de eerste 10 minuten, wanneer het station zich
in leermodus bevindt, mag u geen toetsen indrukken. U kunt de
buitenzender buitenshuis aanbrengen zodra de buitenwaarden en
de radiografische tijd op het scherm verschijnen. Ontvangt u de
radiografische tijd niet, kunt u de tijd ook handmatig instellen. Ver-
schijnen de buitenwaarden niet of hebt u een toets ingedrukt voor-
dat de buitenwaarden ontvangen werden, moet u de ingebruik-
nameprocedure nog eens overdoen. Dit is ook het geval wanneer u
de batterijen vervangt. Wacht 10 s vooraleer de batterijen weer in
te zetten.
Radiografisch tijdsignaal DCF:
•
Het tijdsignaal komt van de cesium atoomklok van het Duits Fede-
raal Fysiotechnisch Bureau in Braunschweig. De afwijking is kleiner
dan 1 seconde in een miljoen jaren. De tijd wordt vanuit Mainflin-
gen bij Frankfort aan de Main met een DCF-77 (77,5 kHz) frequen-
tiesignaal gecodeerd uitgezonden en heeft een zendbereik van
ongeveer 1500 km. Uw radiografisch weerstation ontvangt dit sig-
naal, zet het om en geeft de tijd precies weer. Ook het overschake-
len van zomer- en wintertijd gaat automatisch. De ontvangst hangt
hoofdzakelijk af van de geografische ligging. Normaliter zouden er
binnen een straal van 1500 km rondom Frankfort geen ontvangst-
problemen mogen opduiken
Let op het volgende:
•
Het is raadzaam ten minste 1,5-2 meter afstand tot mogelijke
storingsbronnen zoals computerschermen of televisietoestellen te
houden.
•
In ruimten met gewapend beton (kelders, torenflats) is het ont-
vangen signaal van nature zwakker. In extreme gevallen is het
raadzaam het toestel dichter bij het raam te zetten en/of te
draaien om het radiosignaal beter te ontvangen.
•
's Nachts zijn atmosferische storingen meestal zwakker en is ont-
vangst in de meeste gevallen wel mogelijk. Een enkele ontvangst
per dag is voldoende om de nauwkeurigheid te waarborgen en
afwijkingen onder 1 seconde te houden.
•
Slaagt de ontvangst niet, verdwijnt het ontvangstsymbool van het
scherm, maar het toestel poogt nog verder de ontvangst op te
bouwen. Is de ontvangst mogelijk, wordt de handmatig inge-
stelde tijd overschreven.
4. Bediening
•
Het toestel beschikt over 5 toetsen: "SET", "ALM", "MIN/MAX" ,
"+" en "SNOOZE/LIGHT" toets.
•
Bovendien beschikt het toestel over vier programmamodi: Instel-
modus, snelweergavemodus, min-max-modus en alarmmodus.
44
08.09.2008
12:15 Uhr
Seite 23
(Schwarz/Process Black Auszug)
GAIA
– Radiografisch weerstation
•
Het toestel beschikt over 5 schermsegmenten: Tijd en datum,
binnenbereik, buitenbereik, weersvoorspelling en luchtdruk-
tendens.
4.1 Instelmodus
•
Is de normaalmodus actief, houd dan de "SET" toets 3 seconden
ingedrukt om de normale instelmodus op te roepen.
•
Gebruik de "+" of "MIN/MAX" toets om de waarden te veran-
deren. Houd in de instelmodus de toetsen ingedrukt om de ver-
snelde weergavemodus te activeren.
•
Het toestel verlaat automatisch de instelmodus als u langer dan
10 seconden geen toets indrukt of druk daarvoor op de "SNOOZE/
LIGHT" toets.
•
Druk de "SET" toets om de volgende instellingen te kiezen:
1. Tijdzone +-12 uur: De instelling van de tijdzone is vereist als
het DCF-signaal kan worden ontvangen, maar de tijdzone van
de DCF-tijd afwijkt (bijv. +1 = één uur later).
2. 12/24 uren tijdformaat
3. Handmatige tijdinstelling (uren/minuten)
4. Kalenderinstelling (jaar/maand/datum, weekdag wordt berekend)
5. Temperatuuraanduiding in °C of °F
6. Luchtdrukaanduiding in hPa of inHg
7. Instelling relatieve luchtdruk van 919 hPa – 1080 hPa (stan-
daard 1013,2 hPa). De relatieve luchtdruk geldt voor zeeniveau
en moet voor de specifieke hoogte van uw woonplaats worden
ingesteld. Informeer u over de actuele luchtdruk in uw om-
geving (meteorologisch instituut, internet, opticien, geijkte
weerstations aan openbare gebouwen, luchthaven).
8. Drempelwaarde voor luchtdruk (standaard 2 hPa)
9. Drempelwaarde voor stormwaarschuwing (standaard 4 hPa)
Opmerking: Stel de gewenste meeteenheden in voordat u met de
metingen begint. Verandert u van meeteenheid, rekent het interne
berekeningsalgoritme de opgeslagen waarden terugwerkend in de
nieuwe eenheid om, wat omrekeningsverschillen kan opleveren.
4.2 Snelweergavemodus
•
In de snelweergavemodus kunt u individuele weergegevens oproe-
pen en zich snel informeren. Is de normaalmodus actief, druk dan
op de "SET" toets om het gewenste weergavescherm op te roepen
en op "+" of "MIN/MAX" om de gewenste waarde te kiezen.
1. Buitentemperatuur / dauwpunt
2. Absolute luchtdruk / relatieve luchtdruk
4.3 Min/Max modus
•
Is de normaalmodus actief, druk dan op de "MIN/MAX" toets om
de maximummodus op te roepen.
•
Met de "+" toets kunt u van de volgende parameters de hoogste
waarden met datum en tijd van registratie op het scherm oproepen.
45