Montage
Bedieningselement
Pos. in
afb. 1,
Beschrijving
pagina 3
1
Temperatuurregelaar
Ontdooifunctie
Op koeloppervlakken kan zich langzaam vorst vormen. Om deze vorstvorming te
voorkomen heeft het toestel een functie waarmee de koeleenheid elke 24 uur gedu-
rende twee uren kan worden uitgeschakeld.
Tijdens deze twee uur durende ontdooifase smelt de vorst. Het dooiwater stroomt
in een verdampingsvat onder de achterzijde van de koelkast. Het dooiwater ver-
dampt automatisch zodat het vat niet handmatig moet worden geleegd.
6
Montage
Het koelapparaat is voor vrijstaand gebruik gebouwd. Het kan ook in een meubel
worden ingebouwd, als aan volgende voorwaarden is voldaan. Alleen zo zijn opti-
maal gebruik en maximale koeling gegarandeerd.
•
Het koelapparaat moet zorgvuldig worden uitgelijnd.
•
De afstand tussen de achterzijde en de wand moet minstens 20 mm bedragen.
•
De beluchting moet zoals in de alternatieven A, B, C of D gerealiseerd zijn
(afb. 2, pagina 3).
•
Het ventilatiekanaal moet een dwarsdoorsnede van minstens 105 mm x breedte
van het koelapparaat hebben.
•
Het koelaggregaat moet compleet in het ventilatiekanaal steken. Andere delen
mogen niet in het ventilatiekanaal steken (afb. 2, pagina 3).
•
De lucht die door het ventilatiekanaal stroomt, mag niet door een andere warm-
tebron worden verwarmd.
•
Er mogen alleen ventilatieroosters (optioneel) worden gebruikt die een vrij
dwarsdoorsnedevlak van minstens 200 cm² hebben.
•
Bij varianten met glazen deuren kan vocht op de deur condenseren, als de lucht-
vochtigheid hoger is dan 65 % bij 25 °C.
86
RH4xxLD, RH4xxLG
NL