Een merk van
Dohse Aquaristik KG
Gebruikshandleiding Art. nr. 80581
Dupla RO 270 omgekeerde osmose-installatie
Dupla omgekeerde osmose-installaties zorgen voor een optimaal uitgangswater voor zee-en zoetwater aqua-
ria. Vaak kunnen veel waterproblemen pas worden opgelost door het gebruik van osmosewater. Omgekeerde
osmose-installaties (Reverse Osmosis) werken op het principe van de fysische filtering. In tegenstelling tot de
ionenwisselaar, die hardheidveroorzakende ionen (zoals calcium) door andere, niet hardheidveroorzakende
ionen (zoals natrium) vervangt, worden bij de omgekeerde osmose-installatie schadelijke stoffen (bijvoorbeeld
silicaat, nitraat) en hardheidveroorzakers fysisch uit het water verwijdert. Het water loopt in de omgekeerde
osmose-installatie door de in huishoudens aanwezige normale waterdruk van 2-6 bar door een beperkt doo-
rlaatbare (semi-permeabel) membraan. De in het water opgeloste bestanddelen (schadelijke stoffen, zouten
hardheidveroorzakers) kunnen niet langs de kleine roosterstructuur van het membraan en blijven achter in het
afvalwater. Dit afvalwater wordt als concentraat geloosd en kan veilig als poets-, giet- of gebruikswater wor-
den gebruikt. De omgekeerde osmose-installaties van Dupla hebben een opvangpercentage van 95-98 % van
alle schadelijke stoffen uit het leidingwater.
Tip: Door het aansluiten van een Dupla puur water-filter (optioneel accessoire) kunnen zelfs minimale resten
van silicaten en nitraten volledig worden verwijderd.
Membraanopbouw in omgekeerde osmose-installaties:
Kenmerken Dupla RO 270:
• capaciteit: tot 270 liter permeaat / dag
10
8
• inclusief koolstoffilter
9
• inclusief 5 µm microfilter
13
7
• inclusief begrenzer voor de doorstroom
• klaar gemonteerd
11
2
14
• gemonteerd op een bord
1
• inclusief ¾ inch aansluiting voor
3
• inclusief 2x5 m drukvaste slang
12
• gemiddeld retentiepercentage: 95-98 %
5
4
Leveromvang Dupla RO 270:
• omgekeerde osmose-installatie, gemonteerd
6
• aansluitingen met 3/4" inch schroefdraad
• 5 m drukvaste slang wit
• 5 m drukvaste slang blauw
• sleutel behuizing
• bevestigingsschroeven
• gebruiksaanwijzing
• garantiekaart
Inbedrijfstelling:
De Dupla 270 RO omgekeerde osmose-installatie wordt compleet geleverd met alle benodigde onderdelen
voor de werking. De meegeleverde pluggen en schroeven dienen gebruikt te worden om uw installatie op een
geschikte plaats in de buurt van de wateraansluiting in uw huis te installeren.
1. Sluit de osmose-installatie aan de aansluitleiding (3) en de ¾ inch schroefverbinding (1) aan de waterkraan
van uw huisaansluiting aan en let erop dat de afdichtingen (2) juist worden geplaatst. Snijd de meegeleverde
drukbestendige slang (3) op de gewenste lengte.
2. Het geconcentreerde afvalwater (9) laat u in de afvoer weglopen, of u vangt het op om het als poets- of
gebruikswater te gebruiken. Het afvalwaterconcentraat is niet als drinkwater geschikt.
3. Het vrijkomende pure water, ook wel permeaat (11) genoemd, wordt opgevangen in een reservoir. Let er
bij de slangverbindingen op, dat deze tot aan de aanslag van de hoekfitting (13) worden geplaatst. Met de
schroefverbindingen (12) worden de slangen vervolgens stevig gefixeerd.
4. Draai nu voorzichtig de kraan open en controleer nauwkeurig of alle schroefverbindingen en
slangaansluitingen dicht zijn.
5. Laat de installatie de eerste 2-3 uur lopen, ZONDER het permeaat op te vangen. Zodoende worden de in
het membraan aanwezige conserveringsmiddelen verwijderd. Hier dient u tijdens het vervangen van de
membranen ook aan te denken.
Tip: Tijdens de eerste paar uur dient er geen puur water-filter (optioneel accessoire) aan de osmose-installatie
aangesloten te worden, omdat deze door het aanwezige ontsmettingsmiddelen sneller uitgeput raakt.
Opmerkingen:
• Het basiswater voor de omgekeerde osmose-installatie dient altijd uit de koud-waterkraan te komen. De
operationele temperatuur moet tussen 4 °C en een maximum van 30 °C liggen.
• De vereiste werkdruk bar moet tussen 2 en een maximaal toelaatbare werkdruk van 8 bar liggen.
• De slangen mogen niet worden gebogen. Permeaat en concentraatslangen mogen niet door een afsluiter of
een magneetventiel worden afgesloten.
• Om de installatie uit te schakelen, dient u gewoon de koud-waterkraan dicht te draaien of de installatie
wordt automatisch, met behulp van een magneetventiel, gesloten. Bij het gebruik van een magneetventiel
dient deze tussen de kraan en de osmose-installatie te worden geplaatst. Magneetventielen moet geschikt
zijn voor een werkdruk van 0-12 bar.
• Na het herstarten van de installatie dient de omgekeerde osmose-installatie 2-3 uur te lopen, voordat het
permeaat kan worden gebruikt.
• De begrenzer voor de doorstroomhoeveelheid (10) bepaalt de verhouding tussen het concentraat en het
permeaat. Dit kan afhankelijk van de waterkwaliteit variëren tussen 4:1 en 3:1.
• De Dupla RO 270 is niet ontworpen om met pompwater, regenwater of soortgelijke te worden gebruikt.
Water met een hoog ijzergehalte leidt tot een vernietiging van het membraan en valt niet onder de
garantie.
• Als er de werkzaamheden aan de leidingen worden uitgevoerd, dient de installatie gedurende deze periode
niet te worden gebruikt. Aanslag wat los raakt kan voeren tot een verstopping van de installatie.
• Laat de membranen nooit helemaal uitdrogen.
• De koolstoffilter (5) en de 5 µm sediment micro-filter (4) van de RO 270 dienen met inachtneming van
de belasting van het bronwater regelmatig te worden vervangen. Het is aanbevolen dat u het voorfilter
minstens alle 6 maanden vervangt, in geval van sedimentrijk of sterk chloorhoudend water ook vaker. De
max. doorstroom-capaciteit bedraagt 7500 liter.
• Met de toenemende operationele tijd van de membranen kan dit tot een slechter puur water-resultaat
leiden. Als het geleidingsvermogen van het permeaat meer dan 20 % van leidingwater bedraagt, raden wij
u aan, de membranen te vervangen.
Spoelen van de Ro 270:
De omkeerosmose-installatie RO 270 is met een waterdebietbegrenzer (10) uitgerust. Om de levensduur van
de membraan te verhogen, adviseren wij de installatie om de 4–6 weken een keer schoon te spoelen. Hierto
wordt de waterdebietbegrenzer verwijderd en de RO 270 wordt gedurende 5–10 minuten normaal in werking
gesteld.
Aanwijzing: wanneer de RO 270 na een langere standtijd weer in bedrijf genomen wordt, is het raadzaam de
installatie kort door te spoelen.
Vervanging van de koolstoffilter en het 5 µm micro-filter:
1. Draai de koud-waterkraan dicht.
2. Open het filterhuis (6) met de meegeleverde sleutel van de behuizing en verwijder het filter.
3. Plaats het nieuwe filter.
4. Controleer of de rubberpakking goed zit en sluit het filterhuis.
5. Let er bij het monteren wel op, dat het juiste filter in de betreffende filterhouder zit.
6. Open voorzichtig de kraan en controleer of de installatie niet lekt.
Vervangen van de membranen:
1. Draai de koud-waterkraan dicht.
2. Maak de slangverbinding aan de deksel van het membraanhuis los (8).
3. Schroef het membraanhuis (7) open en vervang de membranen. De membraan wordt
met de twee zwarte pakkingen vooraan in het membraanhuis geplaatst (zie tekening).
Zorg ervoor dat de membranen met de afdichtingen stevig vastzitten in de behuizing.
4. Schroef het membraanhuis weer dicht. Let daarbij op de juiste plaatsing van de
afdichtingen.
5. Sluit de slang weer op het membraanhuis aan. De slang daarbij steeds tot de aanslag op
de hoekfitting plaatsen en met de schroefverbindingen (12) fixeren.
6. Open voorzichtig de kraan en controleer of de installatie niet lekt.
7. Laat de installatie de eerste 2-3 uur lopen, ZONDER het permeaat op te vangen.
Zodoende worden de in het membraan aanwezige conserveringsmiddelen verwijderd.
Technische gegevens
Max. vermogen
270 l / dag, afhankelijk van de kwaliteit van het bronwater
Gemiddeld vermogen
200–270 l / dag voor 8-15 °C en een druk van 2-6 bar
Werkdruk
druk: 2-8 bar
Opvangpercentage
95-98 %
aluminium
cadmium
95-98 %
bacteriën
nitraten
92-97 %
silicaten
sulfaten
97-98 %
hardheidveroorzakers
Verhouding van het concentraat : permeaat
4:1 / 3:1, afhankelijk van de kwaliteit van het bronwater
Geleidingsvermogen van leidingwater : permeaat
1.000 µS/cm : 50 µS/cm
Geleidingsvermogen van leidingwater : permeaat
1.000 µS/cm : > 1 µS/cm :
bij een aangesloten Dupla puur water-filter
Technische wijzigingen voorbehouden.
Onderdelen
Optioneel verkrijgbare accessoires
80582
5 µm micro-filter
80500
80583
Koolstoffilter
80511
80584
Reserve membraan RO 270
80512
80581/5
Reservepakking membraanhuis
80513
80581/6
80514
Reservepakking filterhuis
80509
Teflon tape
80520
80521
80348
3/4 inch schroefverbinding om de aansluitingen met
de kraan te verbinden
80524
hoekfitting ¼ inch met dichting
80528
Osmoseslang 2x3 m
info@dohse-aquaristik.de
Instrucciones de uso Código 80581
Dupla RO 270 Dispositivo de ósmosis inversa
Los dipositivos de ósmosis inversa Dupla logran un agua previa óptima para acuarios de agua dulce y de agua
salada. A menudo, muchos problemas de agua se pueden solucionar tan sólo utilizando agua osmótica. Los
dispositivos de ósmosis inversa (Reverse Osmosis) fucionan según el principio de la filtración física. A diferencia
de, por ejemplo, los intercambiadores de iones, que intercambian iones endurecedores (p. ej. calcio) por
iones no endurecedores (p. ej. sodio), en el dispositivo de ósmosis inversa, las sustancias nocivas (p. ej. silicato,
nitrato) y los endurecedores son extraidos físicamente del agua. Esta entra en el dispositivo por la presión
de 2-6 bares, habitual en las cañerías domésticas, a través de una membrana semipermeable. Con esto,
las sustancias disueltas en el agua (sustancias nocivas, sales u otros endurecedores) no pueden atravesar la
pequeña estructura de rejilla de la membrana y se quedan en el agua de residuo. Este agua residual se deriva
como concentrado y puede ser utilizada sin reparos para limpieza, riego de plantas o como agua de servicio.
Los dispositivos de ósmosis inversa Dupla tienen una cuota del 95-98 % de retención de todas las sustancias
nocivas del agua del grifo.
Consejo: La postconexión de un filtro de agua ultrapura Dupla (accesorio opcional) permite eliminar por com-
pleto incluso los restos más insignificantes de silicatos y nitratos.
Montaje de la membrana en dispositivos de ósmosis inversa:
13
11
waterleiding
(hangt af van de kwaliteit van het
bronwater)
5
op een bord
Puesta en funcionamiento:
El dispositivo de ósmosis inversa RO 270 se suministra completo, con todos los elementos necesarios para su
funcionamiento. Los tacos y tornillos incluidos estan destinados a la instalación de su dispositivo en un sitio
cercano a su acometida de agua.
1. Conecte el dispositivo de ósmosis inversa con el conducto de unión (3) y las atornilladuras de ¾ de pulgada
(1) al grifo de su acometida de agua y cuide de que la junta (2) encaje correctamente. Corte a la medida
deseada la manguera resistente a la presión (3) que viene incluida.
2. conduzca el concentrado de agua de residuo (9) saliente al desagüe o recójalo para agua de servicio o para
la limpieza. El concentrado de agua de residuo no es agua potable.
3. Recoja el agua depurada que sale, llamada permeato (11), en un recipiente colector. Cuide de que en
las conexiones de mangueras éstas estén introducidas hasta el tope en los accesorios angulares (13). A
continuación, las mangueras se fijan fuertemente con las atornilladuras (12).
4. Abra ahora el grifo con cuidado y controle la hermeticidad de todas las atornilladuras y conexiones de
manguera.
5. Deje funcionar el dispositivo las primeras 2-3 horas SIN recoger el permeato. Con ello se eliminan los
conservantes contenidos en la membrana. Esto también debería ser observado al reponer la membrana.
Consejo: Durante la fase de entrada, no se debería postconectar al dispositivo de ósmosis ningún filtro ultra-
puro (accesorio opcional) puesto que éste se agota con más rapidez a causa de los desinfectantes existentes.
Advertencias:
• El agua previa para el dispositivo de ósmosis inversa debería provenir de una cañería de agua fría. La
temperatura de funcionamiento debería oscilar entre 4 °C y como máximo y por poco tiempo a 30 °C.
• La presión efectiva necesaria debería estar entre 2 bares y un máximo permitido de presión efectiva de 8
bares.
• Las mangueras no se deben doblar. La manguera del permeado y del concentrado no se deben cerrar con
una llave de aislamiento o una válvula magnética.
• Para poner el dispositivo fuera de servicio, se cierra el grifo de la cañería de agua o se cierra
automáticamente utilizando una válvula magnética. Si se emplea una válvula magnética, ésta se monta
siempre entre el grifo y el dispositivo de ósmosis. Las válvulas magnéticas se deberían planificar para una
presión efectiva de 0-12 bares.
• Después de volver a poner en funcionamiento un dispositivo fuera de servicio, el dispositivo de ósmosis
inversa debería estar marcha 2-3 horas sin usar, antes de que el permeato sea utilizable.
• El limitador de caudal (10) determina la proporción entre concentrado y permeato. Esta puede llegar a estar
entre 4:1 y 3:1 según la calidad del agua.
• El Dupla RO 270 no está concebido para funcionar con agua de pozo, de lluvia o similares. El agua rica en
hierro lleva a la destrucción de la membrana y anula las prestaciones de garantía.
• Si se realizan trabajos en el sistema de cañerías del edificio, el dispositivo no debería funcionar mientras
éstos duren. Los sedimentos desprendidos pueden provocar un atascamiento del dispositivo.
• No deje secar la membrana nunca por completo.
• El filtro de carbono (5) y el filtro sedimento fino de 5 µm (4) del RO 270 deben reponerse con regularidad
teniendo en cuenta la carga de su agua previa. Se recomienda cambiar los filtros por lo menos cada 6
meses, incluso más a menudo si se trata de aguas ricas en sedimentos o altamente cloradas. La capacidad
máxima de caudal es de 7,500 litros.
• Con el aumento del tiempo de funcionamiento de la membrana puede empeorar el rendimiento de agua
pura. Si la conductibilidad del permeato asciende a más del 20 % del agua del grifo, recomendamos
reponer la membrana.
Lavado de la Ro 270:
La instalación de ósmosis inversa RO 270 está dotada de un limitador de caudal (10) preajustado. Para aumen-
tar la vida útil de la membrana recomendamos lavar la instalación una vez cada 4–6 semanas. Para ello se
retira el limitador de caudal y la RO 270 se pone en funcionamiento normal durante 5–10 minutos.
Indicación: Si la RO 270 se pone de nuevo en funcionamiento después de una larga parada, se recomienda
lavar la instalación brevemente.
Repuesto del filtro de carbono y del filtro fino de 5 µm:
1. Cierre el grifo de la acometida de agua fría.
2. Abra la carcasa del filtro (6) con la llave incluida en el suministro y retire el filtro.
3. Introduzca el filtro nuevo.
4. Compruebe el correcto asiento de la junta de goma y cierre la carcasa del filtro.
5. Preste atención al montar el filtro, que el filtro correcto esté colocado en su correspondiente depósito.
6. Abra el grifo con cuidado y compruebe la impermeabilidad del dispositivo.
Repuesto de la membrana:
1. Cierre el grifo de la acometida de agua fría.
2. Suelte la conexión de manguera de la cubierta de la carcasa de la membrane (8).
3. Desatornille la carcasa de la membrane (7) para abrirla y cambie la membrana. La
membrana se introduce en la carcasa con las dos juntas negras por delante (ver croquis).
Por favor, cuide de que la membrana quede fija con las juntas en la carcasa.
4. Vuelva a cerrar la caja de la membrana atornillándola. Cuide de que las juntas encajen
bien.
5. Conecte otra vez la manguera con la carcasa de la membrana, introduciéndola siempre
hasta el tope en el accesorio angular y fijándola con los atornillamientos (12).
6. Abra el grifo con cuidado y compruebe la impermeabilidad del dispositivo.
7. Deje funcionar el dispositivo las primeras 2-3 horas SIN recoger el permeato. Con ello se
eliminan los conservantes contenidos en la membrana.
Datos técnicos
Rendimiento máximo
Rendimiento medio
Presión de trabajo
Cuota de retención
Cadmio
97-98 %
Nitratos
99 %
Sulfatos
94-96 %
Proporción concentrado : permeato
95-98 %
Conductividad agua del grifo : permeato
Conductividad agua del grifo : permeato con filtro
300 µS/cm : 15 µS/cm
ultrapuro Dupla postconectado
300 µS/cm : > 1 µS/cm
Reservado el derecho a realizar modificaciones técnicas
Recambios
80582
Filtro fino 5 µm
Filterhuis FG 500
80583
Filtro de carbono
Puur water-filter met kleurindicator
80584
Membrana de repuesto RO 270
Silicaatfilter
80581/5 Junta de repuesto de la carcasa de la membrana
Nitraatfilter
80581/6 Junta de repuesto de la carcasa del filtro
Fosfaat- en silicaatfilter
80509
Cinta de teflón
Magneetventiel
80521
Atornilladura ¾ pulgada para conexión al grifo
Zwemschakelaar
con tubos de conexión
80524
Accesorio angular ¼ pulgada con junta
80528
Manguera osmótica 2x3 m
Una marca de
Dohse Aquaristik KG
Características Dupla RO 270:
• capacidad: hasta 270 litros por permeado/día
10
8
• filtro de carbono incluído
9
• filtro fino 5 µm incluido
7
• limitador de caudal incluido
• ya montado
2
14
• montado sobre tabla
1
• conexión ¾ pulgada para tubería de agua
3
incluida
• incluida manguera 2x5 m resistente a la
12
presión
• porcentaje promedio de retención 95-98 %
(depende de la calidad de la fuente de agua)
4
Contenido del suministro Dupla RO 2700:
• dispositivo de ósmosis inversa montada sobre
tabla
6
• tubos de conexión con atornilladura de ¾ de
pulgada
• 5 m de manguera blanca resistente a la
presión
• 5 m de manguera azul resistente a la presión
• llave de la carcasa
• tornillos de sujeción
• instrucciones de uso
• tarjeta de garantía
270 l / día, dependiendo de la calidad del agua previa
200–270 l / día con 8-15 °C y 2-6 bares de presión
2-8 bares de presión
95-98 %
Aluminio
97-98 %
95-98 %
Bacterias Bakterien
99 %
92-97 %
Silicatos
94-96 %
97-98 %
Endurecedores
95-98 %
4:1 / 3:1 dependiendo de la calidad del agua previa
1,000 µS/cm : 50 µS/cm
300 µS/cm : 15 µS/cm
1,000 µS/cm : > 1 µS/cm 300 µS/cm : > 1 µS/cm
Accesorios adquiribles opcionalmente
80500
Carcasa para filtro FG 500
80511
Filtro de agua pura con indicador reactivo
de color
80512
Filtro de silicato
80513
Filtro de nitrato
80514
Filtro de fosfato y silicato
80520
Válvula magnética
80348
Interruptor de flotador
www.dupla.com
Eine Marke der
Dohse Aquaristik KG
Gebrauchsanleitung
Art. Nr. 80581
Dupla RO 270 Umkehrosmoseanlage
Dupla Umkehrosmoseanlagen schaffen ein optimales Ausgangswasser für Meer- und Süßwasseraquarien.
Häufig lassen sich viele Wasserprobleme erst durch die Verwendung von Osmosewasser lösen.
Umkehrosmoseanlagen (Reverse Osmosis) arbeiten nach dem Prinzip der physikalischen Filterung. Anders als
beispielsweise Ionenaustauscher, die härtebildende Ionen (z.B. Calcium) gegen andere, nicht härtebildenden
Ionen (z.B. Natrium) austauschen, werden bei der Umkehrosmoseanlage Schadstoffe (z.B. Silikat, Nitrat) und
Härtebildner physikalisch dem Wasser entzogen. Das Wasser läuft in der Umkehrosmoseanlage durch den in
haushaltsüblichen Wasserleitungen vorhandenen Druck von 2-6 bar durch eine halbdurchlässige (semipermea-
ble) Membrane. Die im Wasser gelösten Substanzen (Schadstoffe, Salze oder Härtebildner) können hierbei die
kleine Gitterstruktur der Membrane nicht passieren und bleiben im Restwasser zurück. Dieses Restwasser wird
als Konzentrat abgeleitet und kann bedenkenlos als Putz-, Gieß- oder Gebrauchswasser verwendet werden.
Dupla Umkehrosmoseanlagen haben eine Rückhaltequote von 95-98 % aller Schadstoffe im Leitungswasser.
Tipp: Durch die Nachschaltung eines Dupla Reinstwasserfilters (optionales Zubehör) lassen sich selbst geringste
Rückstände von Silikaten und Nitraten komplett rückstandslos entfernen.
Membranaufbau in Umkehrosmoseanlagen:
10
8
9
13
7
11
2
14
1
3
12
5
4
6
Inbetriebnahme:
Die Dupla RO 270 Umkehrosmoseanlage wird komplett mit allen für den Betrieb benötigten Teilen geliefert.
Die mitgelieferten Dübel und Schrauben dienen zur Installation Ihrer Anlage an einer geeigneten Stelle in der
Nähe Ihres Hauswasseranschlusses.
1. Verbinden Sie die Osmoseanlage mit der Anschlussleitung (3) und der ¾ Zoll Verschraubung (1) mit dem
Wasserhahn Ihrer Hauswasserleitung und achten auf den richtigen Sitz der Dichtung (2). Kürzen Sie den
mitgelieferten druckfesten Schlauch (3) auf die gewünschte Länge ein.
2. Das Ablaufwasser-Konzentrat (9) leiten Sie in den Abfluss oder sammeln es als Putz- oder Gebrauchswasser.
Das Ablaufwasser-Konzentrat ist nicht als Trinkwasser geeignet.
3. Das ablaufende Reinwasser, Permeat (11) genannt, sammeln Sie in einem Auffangbehälter. Achten Sie bei
den Schlauchverbindungen darauf, dass diese bis zum Anschlag in die Winkelfittings (13) gesteckt werden.
Mit den Verschraubungen (12) werden die Schläuche anschließend fest fixiert.
4. Öffnen Sie nun vorsichtig den Wasserhahn und kontrollieren Sie alle Verschraubungen und
Schlauchanschlüsse sorgfältig auf Dichtigkeit.
5. Lassen Sie die Anlage die ersten 2-3 Stunden laufen, OHNE das Permeat zu sammeln. Dadurch werden
die in der Membrane enthaltenen Konservierungsstoffe entfernt. Dies sollte auch beim Austausch der
Membrane beachtet werden.
Tipp: Während der Einlaufphase sollte der Osmose Anlage kein Reinstfilter (optionales Zubehör) nachgeschal-
tet sein, da sich dieser durch die vorhandenen Desinfektionsmittel schneller erschöpft.
Hinweise:
• Das Ausgangswasser für die Umkehrosmoseanlage sollte immer aus einer Kaltwasserleitung stammen. Die
Betriebstemperatur sollte zwischen 4 °C und maximal kurzfristig 30 °C liegen.
• Der erforderliche Betriebsdruck liegt zwischen 2 bar und einem max. zulässigem Betriebsdruck von 8 bar.
• Schläuche dürfen nicht geknickt werden. Permeat- und Konzentratschlauch dürfen nicht durch einen
Absperrhahn oder ein Magnetventil geschlossen werden.
• Zum Abstellen der Anlage wird der Wasserhahn der Kaltwasserleitung abgestellt oder automatisch durch die
Verwendung eines Magnetventils geschlossen. Bei der Verwendung eines Magnetventils wird dieses immer
zwischen Wasserhahn und der Osmoseanlage montiert. Magnetventile sollten für einen Arbeitsdruck von
0–12 bar ausgelegt sein.
• Nach Wiederinbetriebnahme einer abgeschalteten Anlage sollte die Umkehrosmoseanlage 2–3 Stunden
ungenutzt laufen, bevor das Permeat nutzbar ist.
• Der Durchflussmengenbegrenzer (10) bestimmt das Verhältnis zwischen Konzentrat und Permeat. Dies kann
je nach Wasserqualität zwischen 4:1 und 3:1 betragen.
• Die Dupla RO 270 ist nicht dafür ausgelegt, mit Brunnenwasser, Regenwasser oder ähnlichem betrieben zu
werden. Stark eisenhaltiges Wasser führt zu einer Zerstörung der Membrane und schließt Garantieleistungen
aus.
• Werden Arbeiten am Hauswasserleitungssystem durchgeführt, sollte die Anlage in dieser Zeit nicht betrieben
werden. Freigesetzte Ablagerungen können zu einer Verstopfung der Anlage führen.
• Lassen Sie die Membrane niemals völlig austrocknen.
• Der Carbonfilter (5) und der 5 µm Sedimentfilter (4) der RO 270 müssen unter Berücksichtigung der
Belastung Ihres Ausgangswassers regelmäßig ausgetauscht werden. Es empfiehlt sich, die Vorfilter
mindestens alle 6 Monate auszutauschen, bei sedimentreichen oder stark gechlorten Wässern auch häufiger.
Die max. Durchfluss- Kapazität beträgt 7.500 Liter.
• Mit zunehmender Betriebsdauer der Membrane kann es zu einer schlechteren Reinwasserleistung kommen.
Beträgt die Leitfähigkeit des Permeats mehr als 20 % des Leitungswassers, empfehlen wir die Membrane
auszutauschen.
Spülen der RO 270:
Die Umkehrosmoseanlage RO 270 ist mit einem voreingestellten Durchflussmengenbegrenzer (10) ausge-
stattet. Um die Lebensdauer der Membrane zu erhöhen, empfehlen wir die Anlage alle 4–6 Wochen einmal
zu spülen. Dazu wird der Durchlussmengenbegrenzer entfernt und die RO 270 für 5–10 Minuten normal in
Betrieb genommen.
Hinweis: Wird die RO 270 nach einer langen Standzeit wieder in Betrieb genommen, empfiehlt es sich die
Anlage kurz zu spülen.
Austausch des Carbon Filters und des 5 µm Sediment Filters:
1. Schließen Sie den Wasserhahn der Kaltwasserzuleitung.
2. Öffnen Sie mit dem mitgelieferten Gehäuseschlüssel das Filtergehäuse (6) und entfernen Sie den Filter.
3. Setzen Sie den neuen Filter ein.
4. Überprüfen Sie den richtigen Sitz der Gummidichtung und schließen Sie das Filtergehäuse.
5. Achten Sie beim Zusammenbau unbedingt darauf, dass der richtige Filter im dazugehörigen Filterbehälter sitzt.
6. Öffnen Sie den Wasserhahn vorsichtig und überprüfen Sie die Anlage auf Dichtigkeit.
Austausch der Membrane:
1. Schließen Sie den Wasserhahn der Kaltwasserzuleitung.
2. Lösen Sie die Schlauchverbindung des Membran-Gehäusedeckels (8).
3. Schrauben Sie das Membrangehäuse (7) auf und wechseln Sie die Membrane aus. Die
Membrane wird mit den beiden schwarzen Dichtungen voran in das Membrangehäuse
geführt (siehe Skizze). Bitte darauf achten, dass die Membrane mit den Dichtungen fest im
Gehäuse steckt.
4. Schrauben Sie das Membrangehäuse wieder zu. Achten Sie dabei auf den richtigen Sitz
der Dichtungen.
5. Verbinden Sie Den Schlauch wieder mit dem Membrangehäuse. Dabei den Schlauch dabei
immer bis zum Anschlag in den Winkelfitting stecken und mit der Verschraubung (12)
fixieren.
6. Öffnen Sie den Wasserhahn vorsichtig und überprüfen Sie die Anlage auf Dichtigkeit.
7. Lassen Sie die Anlage die ersten 2-3 Stunden laufen, OHNE das Permeat zu sammeln.
Dadurch werden die in der Membrane enthaltenen Konservierungsstoffe entfernt.
Technische Daten
Max. Leistung
270 l / Tag, abhängig von der Qualität des Ausgangswassers
Durchschnittliche Leistung
200–270 l / Tag bei 8 –15 °C und 2–6 bar Druck
Arbeitsdruck
2-8 bar Druck
Rückhaltequote
95-98 %
Aluminium
Cadmium
95-98 %
Bakterien
Nitrate
92-97 %
Silikate
Sulfate
97-98 %
Härtebildner
Verhältnis Konzentrat : Permeat
4:1 / 3:1 abhängig von der Qualität des Ausgangswassers
Leitfähigkeit Leitungswasser : Peremat
1.000 µS/cm : 50 µS/cm
Leitfähigkeit Leitungswasser : Peremat bei
1.000 µS/cm : > 1 µS/cm
nachgeschaltetem Dupla Reinstwasserfilter
Technische Änderungen vorbehalten.
Ersatzteile
Optional erhältliches Zubehör
80582
80500
5 µm Feinfilter
Filtergehäuse FG 500
80583
Carbonfilter
80511
Reinstwasserfilter mit Farbumschlagindikator
80584
80512
Ersatzmembran RO 270
Silikatfilter
80581/5
Ersatzdichtung Membrangehäuse
80513
Nitratfilter
80581/6
Ersatzdichtung Filtergehäuse
80514
Siliphosfilter
80509
Teflonband
80520
Magnetventil
80521
Wasserhahnanschluss ¾ Zoll für druck-
80348
Schwimmschalter
festen 6 mm Schlauch
80524
Anschl. Set Winkelfitting plus Dichtung
(für Osmose Anlagen)
80528
Osmoseschlauch 2x3 m
Dohse Aquaristik GmbH & Co. KG
Merkmale Dupla RO 270:
• Kapazität: bis 270 Liter Permeat/Tag
• inklusiv Carbonfilter
• inklusiv 5 µm Feinfilter
• inklusiv Durchflussmengenbegrenzer
• fertig montiert
• inklusiv ¾ Zoll Anschluss für
Wasserleitung
• inklusiv 2x5 m druckfestem Schlauch
• durchschnittliche Rückhaltequote:
95-98 %
(abhängig von der Qualität des
Ausgangswassers)
Lieferumfang Dupla RO 270:
• Umkehrosmoseanlage, kompl. montiert
• Anschlussleitungen mit ¾ Zoll
Verschraubung
• 5 m druckfestem Schlauch weiß
• 5 m druckfestem Schlauch blau
• Gehäuseschlüssel
• Befestigungsschrauben
• Bedienungsanleitung
• Garantiekarte
97-98 %
99 %
94-96 %
95-98 %
300 µS/cm : 15 µS/cm
300 µS/cm : > 1 µS/cm