Problemen oplossen
Geen beeld
•
De signaalkabel moet goed en volledig zijn aangesloten op de poort van de videokaart/computer.
•
Zorg dat de videokaart correct in de computer is geplaatst.
•
Zorg dat de aan/uit-knop van de computer en de aan/uit-knop aan de voorkant van de monitor zijn ingeschakeld.
•
Controleer of op de videokaart of het systeem wel degelijk een ondersteunde modus is geselecteerd. (Raadpleeg de documentatie bij de
grafische kaart of het systeem als u de grafische modus wilt wijzigen.)
•
Controleer of de monitor en videokaart met elkaar compatibel zijn en aan de aanbevolen instellingen beantwoorden.
•
Controleer of de connector van de signaalkabel geen gebogen of ingedrukte pinnen heeft.
De aan/uit-knop reageert niet
•
Haal de stekker van de voedingskabel van de monitor uit het stopcontact om de monitor uit te schakelen en opnieuw de
fabrieksinstellingen te laden.
Ingebrand beeld
•
Bij de LCD-technologie kan een fenomeen optreden dat bekend staat als een "inbranding". Een inbranding of ingebrand beeld wordt
duidelijk wanneer de "geest" van een vorig beeld op het scherm zichtbaar blijft. In tegenstelling tot CRT-monitoren is een inbranding op
een LCD-monitor niet van blijvende aard, maar de weergave van niet-veranderende beelden gedurende langere tijd moet worden
vermeden. U maakt de inbranding ongedaan door de monitor net zo lang uitgeschakeld te laten als het vorige beeld op het scherm is
weergegeven. Als een beeld bijvoorbeeld gedurende één uur is weergegeven en de "geest" van dat beeld blijft achter, schakelt u de
monitor één uur uit om het ingebrande beeld ongedaan te maken.
OPMERKING:
zoals bij alle andere persoonlijke weergaveapparaten raadt NEC DISPLAY SOLUTIONS u aan regelmatig gebruik te
maken van bewegende beelden en een bewegende schermbeveiliging wanneer het scherm inactief is of de monitor uit te
schakelen als u deze niet gebruikt.
Het beeld is onstabiel, onscherp of er zijn golven op het scherm
•
De signaalkabel moet goed en volledig zijn aangesloten op de poort van de computer.
•
Gebruik de OSM-besturingselementen van Image Adjust om het beeld scherp te stellen en stel het beeld juist af met het
besturingselement Fine. Wanneer u van weergavemodus verandert, dient u de OSM-instellingen van Image Adjust mogelijk opnieuw aan
te passen.
•
Controleer of de monitor en videokaart met elkaar compatibel zijn en aan de aanbevolen signaaltimings beantwoorden.
•
Als uw tekst als een reeks betekenisloze tekens verschijnt, stelt u de beeldmodus in op non-interlaced en gebruikt u een
beeldverversingsfrequentie van 60 Hz.
Beeld van componentsignaal is enigszins groen
•
Controleer of de DVD/HD-ingangsconnector is geselecteerd.
Het lampje van de monitor brandt niet (geen groene of rode kleur zichtbaar)
•
De aan/uit-schakelaar moet zijn ingeschakeld en de voedingskabel moet zijn aangesloten.
•
Controleer of de computer niet in een energiebesparende stand staat (druk op een toets op het toetsenbord of verschuif de muis even).
RODE LED op monitor knippert
•
Mogelijk heeft zich een storing voorgedaan. Neem contact op met het dichtstbijzijnde geautoriseerde Display-servicecentrum van
NEC DISPLAY SOLUTIONS.
Het weergegeven beeld heeft verkeerde afmetingen
•
Gebruik de OSM-besturingselementen van Image Adjust om de afmetingen van het beeld te wijzigen.
•
Controleer of op de videokaart of het systeem wel degelijk een ondersteunde modus is geselecteerd. (Raadpleeg de documentatie bij de
grafische kaart of het systeem als u de grafische modus wilt wijzigen.)
De geselecteerde resolutie wordt niet goed weergegeven
•
Gebruik het OSM om het menu Information te openen en controleer of de juiste resolutie is geselecteerd. Als dat niet het geval is,
selecteert u de juiste resolutie.
Geen geluid
•
Controleer of de kabel van de luidspreker correct is aangesloten.
•
Controleer of de geluidsdemping is ingeschakeld.
•
Controleer of het volume op de minimumwaarde is ingesteld.
De afstandsbediening is niet beschikbaar
•
Controleer de status van de batterijen van de afstandsbediening.
•
Controleer of de batterijen goed in de afstandsbediening zijn geplaatst.
•
Controleer of de afstandsbediening op de sensor voor de afstandsbediening van de monitor is gericht.
•
De afstandsbediening werkt misschien niet als de afstandsbedieningssensor van de LCD-monitor in contact komt met direct zonlicht of
sterke verlichting of als er zich een object in het pad bevindt.
"SCHEDULE"/"OFF TIMER" functie werkt niet goed
•
De "SCHEDULE" functie wordt uitgeschakeld wanneer de functie "OFF TIMER" wordt ingesteld.
•
Als de functie "OFF TIMER" is ingeschakeld en de LCD-monitor is uitgeschakeld door onverwachte onderbreking van de stroomtoevoer,
wordt de instelling "OFF TIMER" gereset.
Er kunnen lichte verticale of horizontale strepen verschijnen, afhankelijk van het specifieke weergavepatroon. Dit is geen defect of
verslechtering van het product.
08_Dutch
18
Nederlands-18
08/09/2005, 16:29