WAARSCHUWING
⚠ Bij
het
gebruik
atmosferische uitlaat aan de bovenkant van de zuigcontrolekamer
worden geoccludeerd voor een juiste zuigregeling met de thoracale
regelaar.
Belangrijk:Wanneer de atmosferische uitlaat eenmaal wordt geoccludeerd,
controleert de thoracale regelaar het vacuümniveau ongeacht de
aanwezigheid van water of de hoeveelheid water in de zuigcontrolekamer.
4.
Stel het voorgeschreven zuigniveau in.
WAARSCHURWING
⚠ De patiëntpoort van de regelaar moet worden geoccludeerd wanneer
het voorgeschreven zuigniveau ingesteld wordt, zodat de patiënt niet
meer zuiging krijgt dan nodig.
Belangrijk:Voeg 2 cm hoeveelheid waterafdichting toe vanaf het op de
regeldrukmeter ingestelde niveau om het totale op de patiënt toegepaste
zuigniveau te meten.
WAARSCHUWING
⚠ Het blijven draaien van de zuigcontrolekop tot voorbij het punt waar
de ontlastklep opent kan leiden tot zuigniveaus die hoger zijn dan de
vooraf ingestelde ontlastdruk.
Opstelling van de patiënt
5.
Zet de moduskeuzeschakelaar op O (Off).
WAARSCHUWING
⚠ Er moet een waterafdichtingssysteem worden gebruikt met de
thoracale regelaar om te voorkomen dat atmosferische lucht de
pleuraholte binnendringt, en om de aanwezigheid van luchtbeweging
naar het opvangsysteem te tonen.
6.
Vul de waterafdichting tot aan het aangegeven niveau.
7.
Sluit de regelaar aan op een herbruikbare waterafdichting of een
wegwerpsysteem met een waterafdichting.
8.
Sluit de waterafdichting aan op de vacuümpoort van de opvangfles.
9. Sluit met herbruikbare opvangsystemen de waterafdichting aan op de
vacuümpoort van de opvangbeker.
10. Bevestig het buiswerk van de patiënt op de patiëntpoort van de opvangbeker.
11. Klem het buiswerk van de patiënt.
12. Zet de modusschakelaar op | (On).
13. Na korte tijd zou het borrelen in de waterafdichting moeten stoppen.
18
6700-0358-000 (Rev. 9) 08/2020
van
een
wegwerpopvangsysteem
moet
de