Beveiliging tegen te ver ontladen
Als de acculading onvoldoende is, stopt het gereed-
schap automatisch. In dit het geval verwijdert u de accu
vanaf het gereedschap en laadt u de accu op.
Aan-uitknop
WAARSCHUWING:
knop uit wanneer het gereedschap niet wordt
gebruikt.
Om het gereedschap standby te zetten, drukt u op de
aan-uitknop tot de aan-uitlamp gaat branden. Om uit te
schakelen, drukt u nogmaals op de aan-uitknop.
► Fig.3: 1. Aan-uitknop
OPMERKING: Dit gereedschap maakt gebruik van
de automatische uitschakelfunctie. Om onbedoeld
starten te voorkomen wordt de aan-uitknop automa-
tisch uitgeschakeld wanneer de trekkerschakelaar
niet wordt ingeknepen binnen een bepaalde tijdsduur
nadat de aan-uitknop is ingeschakeld.
De trekkerschakelaar gebruiken
LET OP:
Alvorens de accu in het gereed-
schap te plaatsen, moet u altijd controleren of de
trekkerschakelaar goed werkt en bij het loslaten
terugkeert naar de stand "OFF".
► Fig.4: 1. Trekkerschakelaar
Om het gereedschap te starten, knijpt u de trekkerscha-
kelaar in terwijl de hoofdschakelaar is ingeschakeld.
Hoe harder u de trekkerschakelaar inknijpt, hoe sneller
het gereedschap draait. Laat de trekkerschakelaar los
om het gereedschap te stoppen.
OPMERKING: Het gereedschap stopt automatisch
wanneer u de trekkerschakelaar gedurende ongeveer
6 minuten ingeknepen houdt.
De lamp op de voorkant gebruiken
LET OP:
Kijk niet direct in het lamplicht of in
de lichtbron.
► Fig.5: 1. Lamp
Knijp de trekkerschakelaar in om de lamp in te schake-
len. De lamp blijft branden zo lang de trekkerschakelaar
wordt ingeknepen. Ongeveer 10 seconden nadat u de
trekkerschakelaar hebt losgelaten, gaat de lamp uit.
OPMERKING: Wanneer het gereedschap oververhit
is, stopt het gereedschap automatisch en begint de
lamp te knipperen. Laat in dat geval de trekkerscha-
kelaar los. De lamp gaat na 5 minuten uit.
OPMERKING: Gebruik een droge doek om vuil van
de lens van de lamp af te vegen. Wees voorzichtig
dat u de lens van de lamp niet bekrast omdat dan de
verlichting minder wordt.
Schakel altijd de aan-uit-
De omkeerschakelaar bedienen
► Fig.6: 1. Omkeerschakelaar
LET OP:
Controleer altijd de draairichting
alvorens het gereedschap te starten.
LET OP:
Verander de stand van de omkeer-
schakelaar alleen nadat het gereedschap volledig
tot stilstand is gekomen. Als u de draairichting
verandert terwijl het gereedschap nog draait, kan het
gereedschap beschadigd raken.
LET OP:
Zet de omkeerschakelaar altijd in de
neutrale stand wanneer u het gereedschap niet
gebruikt.
Dit gereedschap heeft een omkeerschakelaar voor het
veranderen van de draairichting. Druk de omkeerscha-
kelaar in vanaf kant A voor de draairichting rechtsom, of
vanaf kant B voor de draairichting linksom.
Wanneer de omkeerschakelaar in de neutrale stand
staat, kan de schakelhendel niet worden ingeknepen.
Automatische toerentalwisselfunctie
Dit gereedschap heeft een "hoog-toerentalfunctie" en
een "hoog-koppelfunctie".
Het gereedschap verandert automatisch de bedienings-
functie aan de hand van de werkbelasting. Als de werk-
belasting laag is, draait het gereedschap in de "functie
voor hoge snelheid" om sneller te kunnen werken. Als
de werkbelasting hoog is, draait het gereedschap in
de "functie voor hoog koppel" om krachtiger te kunnen
werken.
► Fig.7: 1. Functie-indicator
De functie-indicator brandt groen wanneer het gereed-
schap in de "hoog-koppelfunctie" draait.
Als het gereedschap onder buitensporige belasting
draait, knippert de functie-indicator groen. De functie-in-
dicator stopt met knipperen en gaat branden of gaat uit
wanneer u de belasting op het gereedschap verlaagt.
Status van functie-indicator
Brandt
35 NEDERLANDS
Bedienings-
Uit
Knippert
toerentalfunctie
koppelfunctie
Waarschuwing
overbelasting
functie
Hoog-
Hoog-
wegens