4. Elektrische aansluitingen
C
Foto 4-1
A
4.1.1. FTC apparaat gevoed vanaf buitenapparaat
De volgende aansluitpatronen zijn mogelijk.
De buitenunit moet op de juiste wijze van voeding worden voorzien. (Bijzonderheden staan in de installatiehandleiding.)
A
B
C
Foto 4-2
FTC éénheidsmodel
FTC eenheid - buiteneenheid
FTC eenheid - buiteneenheid aarde
FTC eenheid - buiteneenheid S1-S2
FTC eenheid- buiteneenheid S2-S3
*1. M ax. 80 m
*2. D e cijfers zijn NIET altijd van toepassing bij aarding.
De S3-terminal heeft 24 V DC in tegenstelling tot de S2-terminal. Tussen S3 en S1 zijn deze terminals echter niet elektrisch geïsoleerd door de transformator of een an-
der apparaat.
Opmerkingen: 1. De bedradingsgrootte moet voldoen aan de plaatselijke en landelijke voorschriften.
2. De voedingskabels en de verbindingskabels van het FTC apparaat en buitenapparaat mogen niet lichter zijn dan de met poly-
chloropreen beklede flexibele kabel. (Ontwerp 60245 IEC 57)
3. Breng een aarding aan die langer is dan andere kabels.
82
C
B
E
D
F
L
N
S1
S1
S2
S2
S3
S3
E
*1
*1
*2
*2
4.1. FTC-apparaat (Foto 4-1)
1. Verwijder de afdekking.
2. Voer de stroomkabel en besturingskabel afzonderlijk door de betref-
fende doorvoeropeningen, zoals afgebeeld in de foto.
• Zorg ervoor dat u de schroeven stevig aandraait.
A Doorvoeropening voor besturingskabel
B Doorvoeropening voor stroom
C Klem
D Terminals FTC/buitenapparaat
E Aardklem
D
A Voeding buitenapparaat
B Aardlekschakelaar
C Stroomonderbreker of scheider
D Buitenapparaat
E Verbindingskabels FTC apparaat/buitenapparaat
F FTC apparaat
TB6
L
A ardingsleiding
PAC-IF021B-E
3 × 1,5 (polair)
1 × Min 1,5
AC 230 V
DC 24 V
S1
S2
S3
N
E : Terminals FTC/buitenappa-
raat