NL
Ombouw van het apparaat of het systeem mag uitsluitend worden
•
uitgevoerd door een door Holmatro gecertificeerde technicus.
Bewaar in geval van ombouw zowel de oorspronkelijke
handleiding als de ombouwhandleiding.
Gebruik uitsluitend originele Holmatro-onderdelen en door
•
Holmatro voorgeschreven onderhoudsproducten.
1.4
Veiligheidsvoorschriften met betrekking tot acculaders
Lees voordat u de acculader gaat gebruiken alle instructies
•
zorgvuldig door.
Gebruik alleen een voeding met de juiste spanning en frequentie.
•
Zie de specificaties betreffende elektriciteit op de typeplaat.
Gebruik de acculader uitsluitend binnenshuis.
•
Stel de acculader niet bloot aan vochtige of natte
•
omstandigheden.
Draag de lader nooit aan het elektriciteitssnoer. Trek nooit aan het
•
elektriciteitssnoer om de acculader uit het stopcontact te halen.
Houd het elektriciteitssnoer uit de buurt van warmte, olie en
scherpe randen.
Gebruik de acculader niet op een zeer licht ontvlambaar oppervlak
•
of in een ontvlambare omgeving.
Probeer niet een natte accu op te laden.
•
Bewaar de acculader in een droge, goed afgesloten ruimte en
•
buiten bereik van kinderen wanneer deze niet wordt gebruikt.
Personen die in verband met hun fysieke, zintuiglijke of
•
verstandelijke toestand of door gebrek aan ervaring niet in staat
zijn de acculader op een veilige manier te gebruiken, mogen niet
zonder toezicht of instructies van een deskundige persoon met de
acculader werken.
Neem de minimale en maximale laadtemperaturen strikt in acht.
•
Zie paragraaf 3.5.
Werk niet met een beschadigde acculader (bijv. als deze is
•
gevallen of als het elektriciteitssnoer of de stekker is beschadigd).
Demonteer de acculader niet.
•
Kans op kortsluiting: bescherm de acculader tegen metalen
•
objecten.
8
916.001.320_006
BCH1 / BCH2 / BCH3