MAKITA 447 M
nederlands
Veiligheidsmaatregelen en
veiligheidsbepalingen bij het
gebruik
42
Bij stofvangers moet een vol-
doend ventilatiepercentage in
de ruimte voorhanden zijn als
de uitlaatlucht van het toestel in
de ruimte terugkeert (let hierbij
op de voor u geldende nationale
bepalingen).
Vóór de inbedrijfstelling
De netaansluitkabel regelmatig
inzake beschadiging zoals b.v.
scheurvorming of veroudering
controleren.
Als de netaansluitkabel bescha-
digd is, moet deze voor het ver-
der gebruik van het toestel door
de service of een elektromon-
teur worden vervangen om ge-
vaar te vermijden.
De netaansluitkabel alleen ver-
vangen door het type dat in de
gebruiksaanwijzing is vermeld.
De netaansluitkabel niet be-
schadigen (b.v. door erover te
rijden, eraan te rukken, vast te
klemmen).
De netaansluitkabel alleen di-
rect aan de stekker uit het stop-
contact trekken (niet door eraan
te trekken).
Controleren of de toestand van
het toestel aan de voorschriften
voldoet. De stekker en de kop-
pelingen van de netaansluitka-
bel moeten tenminste spatwa-
terdicht zijn.
Nooit met beschadigd filterele-
ment zuigen.
Vloeistoffen zuigen
Bij schuimontwikkeling of vloei-
stofuittreding onmiddellijk het
werk beëindigen en het vuilre-
servoir leegmaken.
De
ingebouwde
niveauslang
voor de waterstandbegrenzing
regelmatig reinigen en inzake
beschadiging controleren.
Instructies inzake het omgaan
met vloeistoffen en (voor de ge-
zondheid gevaarlijk) stof vindt u
Het bedieningspersoneel van
het toestel moet voor het werk
worden geïnformeerd over
-
het hanteren van het toestel
-
gevaren die van het op te
zuigen materiaal uitgaan
-
de veilige eliminatie van het
opgezogen materiaal.
in hoofdstuk 5.
Elektrotechniek
Controleer de nominale span-
ning van het toestel vooraleer u
het op het net aansluit. Overtuig
u ervan dat de spanning die op
het typeplaatje is aangegeven
overeenstemt met de plaatse-
lijke nominale spanning.
Bij gebruik van een verleng-
snoer mag alleen de door de
producent aangegeven of een
hoogwaardigere uitvoering wor-
den gebruikt - zie hoofdstuk 9.4
„Technische gegevens".
Er wordt aanbevolen dat het
toestel via een aardlekschake-
laar wordt aangesloten. Deze
onderbreekt de voeding als de
lekstroom tegen aarde 30 mA
gedurende 30 ms overschrijdt of
hij bevat een aardingscontrole-
kring.
Bij gebruik van een verleng-
snoer op de minimumdiameter
van het snoer letten:
Kabellengte
Diameter
m
<16 A
Tot 20 m
ø1.5mm²
20 tot 50 m
ø2.5mm²
De ordening van de onder span-
ning staande delen (stopcontac-
ten, stekkers en koppelingen)
en het leggen van het verleng-
snoer zodanig kiezen dat de vei-
ligheidsklasse behouden blijft.
Het bovendeel van de zuiger
nooit met water afspuiten: ge-
vaar voor personen, kortslui-
tingsgevaar.
Er moet worden gelet op de
laatste uitgave van de IEC-be-
palingen.
<25 A
ø2.5mm²
ø4.0mm²