LaserLiner SmartCross-Laser Manual De Instrucciones página 9

Ocultar thumbs Ver también para SmartCross-Laser:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 17
Voor de horizontale en verticale nivellering moet de transportbevei-
liging gedeactiveerd zijn. De LED (2) brandt constant groen. Zodra het
!
apparaat zich buiten het automatische nivelleerbereik van 5° bevindt,
knipperen de laserlijnen en brandt de LED (2) rood. Positioneer het
apparaat zodanig dat het zich binnen het nivelleerbereik bevindt. De
LED (2) schakelt weer over naar groen en de laserlijnen branden constant.
3
Neigingsmodus
LASER
LASER
Deactiveer de transportbeveiliging niet, zet de AAN-/UIT-schakelaar op "OFF".
Schakel de lasers in met de keuzetoets en maak vervolgens uw keuze. Nu kun-
nen schuine vlakken worden aangelegd. In deze modus kunt u niet horizontaal
resp. verticaal nivelleren omdat de laserlijnen niet meer automatisch uitlijnen. De
LED (2) brandt constant rood.
4
Handontvangermodus
Optioneel: Werken met de laserontvanger RX
Gebruik een laserontvanger RX (optioneel)
voor het nivelleren op grote afstanden of
in geval van niet meer zichtbare laserlijnen.
Schakel de lijnlaser voor werkzaamheden
met de laserontvanger in de handont-
vangermodus door lang op de toets 1 te
drukken. Nu pulseren de laserlijnen met
een hoge frequentie en de laserlijnen
worden donkerder. De laserontvanger
kan de laserlijnen dankzij het pulseren
registreren.
!
Neem de gebruiksaanwijzing van de laserontvanger voor lijnlasers in
acht.
Kalibratiecontrole voorbereiden
U kunt de kalibratie van de laser controleren. Plaats het toestel in het
midden tussen twee muren die minstens 5 meter van elkaar verwijderd
zijn (LASERKRUIS AAN). Voor een optimale controle een statief gebruiken.
1. Markeer punt A1 op de wand.
2. Draai het toestel 180° om en markeer het punt A2.
Tussen A1 en A2 hebt u nu een horizontale referentie.
1.
A1
2.
Kalibratie controleren
3. Plaats het toestel zo dicht mogelijk tegen de wand ter hoogte van punt A1.
4. Draai het toestel vervolgens 180° en markeer punt A3. Het verschil tussen
A2 en A3 moet binnen de tolerantie van de nauwkeurigheid liggen.
3.
A1
4.
Wanneer het verschil tussen punt A2 en A3 groter is dan de
!
aangegeven tolerantie, nl. 0,5 mm / m, is een kalibratie nodig.
Neem hiervoor contact op met uw vakhandelaar of met de
serviceafdeling van UMAREX-LASERLINER.
LASER
LASER
A2
A3
SmartCross-Laser
LASER
A2
A2
A2
A3
09
NL

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido