• In overspanings-categorie IV (CAT IV - 600 V) mag de spanning van 600 V tussen het controleapparaat
en de aarding niet worden overschreden.
• Bij de toepassing van het apparaat samen met het meettoebehoren geldt de telkens kleinste
overspanningscategorie (CAT), nominale spanning en nominale stroom.
• Waarborg vóór iedere meting dat het te controleren bereik (bijv. leiding), het testapparaat en het
toegepaste toebehoren (bijv. aansluitleiding) in optimale staat verkeren. Test het apparaat op bekende
spanningsbronnen (bijv. 230 V-contactdoos voor de AC-controle of de autoaccu voor de DC-controle).
• Het apparaat mag niet meer worden gebruikt als een of meerdere functies uitvallen of de batterijlading
zwak is.
• De verbinding van het apparaat naar alle stroombronnen en meetkringen moet worden onderbroken
voordat u de afdekking opent om de batterij(en) / zekering(en) te vervangen. Schakel het apparaat niet
in als de afdekking geopend is.
• Neem de veiligheidsvoorschriften van lokale resp. nationale instanties voor het veilige en deskundige
gebruik van het toestel in acht en draag eventueel voorgeschreven veiligheidsuitrusting
(bijv. elektricien-handschoenen).
• Grijp de meetpunten alleen vast aan de handgrepen. De meetcontacten mogen tijdens de meting
niet worden aangeraakt.
• Let op dat altijd de correcte aansluitingen en de correcte positie van de draaischakelaar evenals het
correcte meetbereik voor de betreffende meting geselecteerd zijn.
• Voer werkzaamheden in gevaarlijke nabijheid van elektrische installaties niet alleen uit en uitsluitend
volgens de instructies van een verantwoordelijke elektromonteur.
• Schakel vóór het meten resp. controleren van dioden, weerstanden of batterijladingen de spanning
van de stroomkring uit.
• Let op dat alle hoogspanningscondensators ontladen zijn.
• Verbind altijd eerst de zwarte meetleiding voordat u de rode op de spanning aansluit.
Bij het verwijderen gaat u in omgekeerde volgorde te werk.
• Gebruik uitsluitend de originele meetleidingen. Deze moeten over dezelfde nominale spannings-,
categorie- en ampère-waarden beschikken als het meetapparaat.
Aanvullende opmerking voor het gebruik
Neem bij werkzaamheden aan elektrische installaties altijd de van toepassing zijnde technische
veiligheidsregels in acht, onder andere: 1. Vrijschakelen, 2. Tegen hernieuwd inschakelen beveiligen,
3. Spanningsvrijheid tweepolig controleren, 4. Aarden en kortsluiten, 5. Aangrenzende, spanning-
voerende onderdelen beveiligen en afdekken.
Veiligheidsinstructies
Omgang met kunstmatige, optische straling OStrV
(verordening inzake kunstmatige optische straling)
Uittree-opening led
MultiMeter XP
RANGE
RANGE
MIN
MIN
PEAK
PEAK
REL
REL
MAX
MAX
AC+DC
AC+DC
AVG
AVG
MODE
MODE
HOLD
HOLD
V
V
10A
10A
Hz
Hz
%
%
mA
mA
µA
µA
CAP
CAP
°C
°C
°F
°F
Low
Low
Z
Z
V
Hz
V
Hz
%
%
10A
10A
CAP
CAP
31
NL