Opmeten
Meet de breedte van de wand, en pas de breedte van het werkstuk
daarop aan. Zorg er altijd voor dat de breedte van het raakvlak met
de wand van het werkstuk hetzelfde is als de breedte van de wand.
► Fig.32: 1. Werkstuk 2. Breedte van de wand 3. Breedte
van het werkstuk 4. Raakvlak met de wand
Gebruik altijd meerdere proefwerkstukken om de beno-
digde zaaghoek te controleren.
Bij het zagen van kroon-profiellijsten en kwarthol-profiellijsten
stelt u de verstekhoek en schuine hoek in, zoals aangegeven
in tabel (A), en legt u de sierlijst op het bovenoppervlak van
het draaibaar voetstuk, zoals aangegeven in tabel (B).
Voor een linker schuine zaagsnede
► Fig.33: 1. Binnenhoek 2. Buitenhoek
Tabel (A)
–
Gedeelte
Schuine hoek
van de
Hoek
profiellijst
52/38°
in de
afbeelding
Binnen-
(a)
Links
hoek
33,9°
(b)
Buitenhoek
(c)
(d)
Tabel (B)
–
Gedeelte van
de profiel-
lijst in de
afbeelding
Binnenhoek
(a)
(b)
Buitenhoek
(c)
(d)
Voorbeeld:
In het geval u een kroon-profiellijst zaagt van het type
52/38° voor gedeelte (a) in de bovenstaande afbeelding:
•
Kantel de zaag naar de stand voor een schuine
hoek van 33,9° LINKS.
•
Stel een verstekhoek in van 31,6° RECHTS.
•
Leg de kroon-profiellijst op het gereedschap met
de achterkant (verborgen) naar onderen gericht op
het draaibaar voetstuk en de KANT DIE TEGEN
HET PLAFOND KOMT tegen de geleider.
•
Het afgewerkte werkstuk dat u gaat gebruiken ligt altijd
LINKS van het zaagblad nadat het zagen klaar is.
Verstekhoek
Hoek 45°
Hoek
Hoek 45°
52/38°
Links
Rechts
Rechts
30°
31,6°
35,3°
Links
Links
31,6°
35,3°
Rechts
Rechts
31,6°
35,3°
Kant van
Afgewerkt
de sierlijst
werkstuk
die tegen
de geleider
moet liggen
Kant die
Het afge-
tegen het
werkte werk-
plafond komt
stuk ligt aan
moet tegen
de linkerkant
de geleider
van het
liggen.
zaagblad.
Kant die
tegen de
Het afge-
wand komt
werkte werk-
moet tegen
stuk ligt aan
de geleider
de rechter-
liggen.
kant van het
Kant die
zaagblad.
tegen het
plafond komt
moet tegen
de geleider
liggen.
Aluminiumprofielen zagen
► Fig.34: 1. Spanschroef 2. Vulblok 3. Geleider
4. Aluminiumprofiel 5. Vulblok
Als u een aluminiumprofiel wilt vastklemmen in de span-
schroef, maakt u gebruik van vulblokken of stukken afvalhout,
zoals aangegeven in de afbeelding, om te voorkomen dat het
aluminiumprofiel vervormt. Gebruik snijolie als smeermiddel
bij het zagen van een aluminiumprofiel om te voorkomen dat
aluminiumslijpsel zich op het zaagblad ophoopt.
LET OP:
Probeer nooit dikke aluminiumpro-
fielen of ronde aluminiumpijpen te zagen. Dikke
aluminiumprofielen kunnen losschieten tijdens het
zagen en ronde aluminiumprofielen kunnen niet
stevig worden vastgeklemd in dit gereedschap.
Houten bekleding
WAARSCHUWING:
stuk aan de geleider met behulp van schroeven. De
schroeven moeten zodanig worden gemonteerd dat
de schroefkoppen onder het oppervlak van het houten
hulpstuk vallen zo dat ze niet in de weg zitten van het
werkstuk dat wordt gezaagd. Als het werkstuk dat wordt
gezaagd verkeerd is uitgelijnd, kan het tijdens het zagen
onverwacht gaan bewegen, wat kan leiden tot verlies van
controle over het gereedschap en ernstig persoonlijk letsel.
LET OP:
Gebruik als houten hulpstuk een
recht stuk hout van gelijke dikte.
Het gebruik van een houten hulpstuk helpt om splinter-
vrije sneden te krijgen. Gebruik de gaten in de geleider
om een houten hulpstuk aan de geleider te bevestigen.
Zie de afbeelding voor de afmetingen van een dergelijk
houten hulpstuk.
► Fig.35: 1. Gaten
KENNISGEVING:
de geleider is bevestigd, mag u het draaibaar
voetstuk niet meer draaien terwijl het handvat
omlaag staat. Als u dit doet, kan het zaagblad en/of
het houten hulpstuk worden beschadigd.
OPMERKING: De maximale zaagdikte moet worden
verminderd met de dikte van de houten bekleding.
Steeds dezelfde lengte afzagen
Als u meerdere werkstukken op dezelfde lengte wilt
afzagen, van 240 mm tot 380 mm, gebruikt u de aanzet-
plaat (optioneel accessoire). Monteer de aanzetplaat op
de steunstang (optioneel accessoire) zoals afgebeeld.
► Fig.36: 1. Aanzetplaat 2. Steunstangen 3. Schroef
Breng de zaaglijn op uw werkstuk op één lijn met de linker-
zijde of de rechterzijde van de groef in de zaagsnedeplaat.
Houd het werkstuk vast zodat het niet kan bewegen, en
plaats de aanzetplaat vlak tegen het einde van het werk-
stuk. Zet daarna de aanzetplaat vast met de schroef.
Wanneer u de aanzetplaat niet gebruikt, draait u de
schroef los en draait u de aanzetplaat uit de weg.
OPMERKING: Door de steunstangen en steunstanghou-
der (optioneel accessoire) te gebruiken kunt u stukken van
dezelfde lengte van ongeveer maximaal 2.200 mm zagen.
52 NEDERLANDS
Bevestig het houten hulp-
Als de houten bekleding op