kan brand-en schaafwonden veroorzaken
- probeer een pas gemonteerde slijpsteen altijd minstens een minuut op werksnelheid uit, voordat u begint te slijpen. Zorg dat u uit de
buurt blijft en controleer of zich geen andere personen op de baan van zijn draaivlak bevinden.
N.B.: vervang de slijpstenen wanneer zij een minimumdiameter van ongeveer 105 mm (4.13 inches) hebben bereikt
INWERKINGSTELLING
- u kunt de machine, nadat u haar heeft geïnstalleerd, de slijpsteen goed heeft gemonteerd, alle veiligheidsinrichtingen juist heeft
gemonteerd en gecontroleerd dat de draairichting van de slijpsteen overeenkomt met hetgeen op de slijpsteenbescherming is aange-
geven, in werking stellen
- de machine is voorzien van een veiligheidsschakelaar met uitklinkmechanisme, d.w.z. dat bij een plotselinge stroomonderbreking de
schakelaar automatisch buiten werking wordt gesteld en de machine in de ruststand brengt. Indien de stroomvoorziening plotseling
terugkeert zal de machine niet opnieuw starten. Om de slijpmachine opnieuw in werking te stellen, moet u opnieuw de schakelaar
bedienen.
- u moet de machine op een stopcontact met 230Vac spanning en 10A stroom aansluiten
- het stopcontact moet goed geaard en voorzien van 10A veiligheidszekeringen zijn
- op het moment van inwerkingstelling gaat het lampje branden dat de slijpzone verlicht. Indien dit niet gebeurt, moet u voordat u begint
te werken het lampje vervangen, dat bij een bevoegd klantenservice te verkrijgen is.
AFSTELLING VAN DE KLEM
N.B. Voordat u met het slijpen zelf begint is het heel belangrijk dat u de ketting precies in het midden van de op de klem
bevestigde klauwen plaatst (altijd met afgezette motor).
Ga nu als volgt te werk:
- bepaal het type en de dikte van de te slijpen ketting door middel van instrumentmeting of raadpleeg de aan het einde van de handlei-
ding ingesloten kettingtabel (zie kolom C-D-E-F-G voor het merk en het type en kolom B voor de dikte (gauge)).
- neem een nieuw stuk ketting met minstens twee tegenover elkaar liggende tanden met een dikte (gauge) die gelijk is aan die van de
te slijpen ketting – plaats het op de klem met de dieptebegrenzer rechts (foto 9)
- u dient nadat u de dikte (gauge) van de ketting heeft bepaald de schroef (3 - foto 10), die zich tegenover de sluithefboom (7) bevindt,
instellen. Door de instelling van de schroef kunt u de ketting in het midden van het draaipunt van de bankschroef plaatsen, een fun-
damenteel punt om dezelfde lengte van de rechter- en linkertanden te verkrijgen
- draai de klem losser met behulp van de zich hieronder bevindende handknop (6 foto 0) en draai de klem naar rechts van de verdeel-
schaal die met de bovenste slijphoek van de rechtertand overeenkomt met behulp van de verdeelschaal (4 - foto 0) (verschillende
hoeken afhankelijk van het kettingtype, raadpleeg de aan het einde van de handleiding ingesloten kettingtabel kolom H)
- breng een rechtertand in de eindaanslag tegen de kettingstop (3 - foto 0)
- draai de vastzetknop van de arm (2) die zich aan de achterkant van het onderstel bevindt los (foto )
- draai de slijpsteenarm van de met de bovenste snijhoek van de rechtertand overeenkomende graad met behulp van de verdeelschaal
die zich op het onderstel bevindt (foto ) (verschillende hoeken afhankelijk van het kettingtype, raadpleeg de aan het einde van de
handleiding ingesloten kettingtabel, kolom I)
- vergrendel de arm met behulp van de handknop (2 - foto )
- verlaag de arm en controleer de afstand tussen tand en slijpsteen
- met behulp van de afstelschroef voortgang/stop ketting (9 - foto 2) kunt u door middel van enige pogingen de tand bij de slijpsteen
brengen. De schroef wordt geregeld terwijl de ketting vrij binnen de twee klauwen kan verschuiven ()
- draai de bankschroef in tegenovergestelde richting van deze graadverdeling, breng de linkertand in aanslag tegen de kettingstop (3
- foto 13), breng de arm omlaag en controleer of de tand opdezelfde manier als de rechtertand de slijpsteen raakt
- indien er een aanzienlijk verschil is, betekent dit dat de ketting niet precies loodrecht is en moet u de schroef (3) die zich tegenover de
sluithefboom (7) bevindt met kleine verplaatsingen instellen tot u de juiste stand van de ketting heeft gevonden
- nadat u de middenlijn van de ketting heeft bepaald, kunt u met het slijpen beginnen.
SLIJPHANDELING
- draag tijdens de slijpwerkzaamheden altijd een veiligheidsbril en handschoenen
- het is aanbevolen de ketting goed te reinigen, voordat u met het slijpen begint
- plaats de te slijpen ketting op de twee klauwen () waarbij u erop let dat de dieptebegrenzer zich zoals aangegeven rechts bevindt
(foto 9)
- maak de klem los met behulp van de zich hieronder bevindende handknop (6 - foto 0) en draai de klem naar rechts van de graad-
verdeling, die met de bovenste slijphoek van de rechtertand overeenkomt, door middel van de verdeelschaal (4- foto 0)
- breng een rechtertand tot hij tegen de kettingstopinrichting (3)komt en stel de tandaandrijving af met behulp van de afstelschroef (9
- foto 2)
- verlaag de arm, als de motor is afgezet, en breng met verschillende pogingen, door middel van de afstelschroef (9) voor de ket-
tingaandrijving, de tand dichtbij de slijpsteen tot hij hem raakt. U begint altijd bij de meest gesleten tand begint, die u met behulp van
de geleverde snijplaat kunt herkennen (fig. 3 punt D)
- start de slijpmachine en bepaal altijd met de afstelschroef voor de kettingaandrijving (9) de te verwijderen hoeveelheid
- vergrendel, nadat u de te verwijderen hoeveelheid heeft vastgesteld, de afstelschroef door middel van de ringmoer (foto 2 – punt )
- verwijder, om de motor niet te zwaar te belasten en de tanden van de ketting niet te beschadigen, minimumhoeveelheden
materiaal en blijf niet te lang op dezelfde tand anders loopt u het risico dat u de slijpkant verbrandt
- stel de slijpdiepte in met behulp van de afstelschroef (0) die zich op de arm bevindt, waarbij u erop let dat u niet de verbindingsscha-
kels beschadigt (foto 4)
- vergrendel, nadat u de slijpdiepte heeft vastgesteld de afstelschroef door middel van de ringmoer (foto 4 – punt )
- slijp alle tanden van hetzelfde type (rechtertanden), voordat u de klem naar de tegenovergestelde kant draait om met het slijpen van
de linkertanden (foto 3) te beginnen. Let hierbij op dat u de afstelschroef voor de kettingaandrijving niet aanraakt (9 - foto 2)
- draai de bankschroef met afgezette motor en met niet bewegende slijpsteen
- voor sommige kettingtypes moet u de bankschroef (5) 10° in de ene of de andere richting kantelen, waarbij u de aanwijzingen op de
inkepingen aan de rechterkant van de bankschroefsteun (foto 5) volgt
- het kantelen van de bankschroef moet, indien vereist, geschieden in de richting van de operator voor de rechtertanden (foto 6) en aan
de tegenovergestelde richting voor de linkertanden (foto 7) (raadpleeg de kettingtabel aan het einde van de handleiding kolom L).
- voor bijzonder versleten kettingen moet de zijdelingse stand van de kettingstop (3) met de handknop (4) (foto 0) afstellen, om te
vermijden dat de slijpsteen deze stopinrichting beschadigt.
NL
33