scheider (afb.B) met elkaar zijn uitgelijnd. Monteer vervolgens het neusstuk dat
voor uw leeftijd of voor het formaat van uw neusgaten geschikt is (1A/1B/1C).
4. Sluit de neusdouche aan op het apparaat m.b.v. de buis (7) en de verbinding (6).
5. Zet het apparaat aan (zie de handleiding).
6. Breng het gat van de adapter tegen een neusgat.
7. Tijdens de afgifte moet u bij voorkeur het andere neusgat waar de NEUSDOUCHE
niet wordt gebruikt met een vinger dicht houden.
8. Bedien de NEUSDOUCHE door de afgifteknop (5) tijdens het inademen ingedrukt
te houden en laat de knop los vooraleer uit te ademen. Om de uitstoot van het
slijm tijdens deze fase te bevorderen, moet u snuiten via het behandelde neusgat
rechstreeks in de NEUSDOUCHE.
9. Herhaal de handelingen vanaf punt 6. tot punt 8. voor het andere neusgat, probeer
om de oplossing gelijkmatig over de twee neusgaten te verdelen.
10. Bij kinderen en mensen die niet in staat zijn om de verschillende fase van punt 8) te
coördineren, is het aanbevolen om de toepassing ongeveer iedere 20 seconden van
neusgat te verwisselen, met de nodige pauzes om het slijm uit te stoten.
11. Wat beschreven wordt in de vorige punten is nuttig voor het spoelen van de neus
met fysiologische oplossingen. Het is raadzaam de therapie met geneesmiddelen
uit te voeren na een eerste spoeling met fysiologische oplossing, om een meer
doeltreffende verspreiding van het geneesmiddel in de slijmvliezen van de neus
te bevorderen.
12. Na de aanbrenging, zet het apparaat uit en reinig volgens de instructies geleverd in
de paragraaf "ONTSMETTING EN STERILISATIE".
REINIGING, SANERING, ONTSMETTING EN STERILISATIE
Schakel het apparaat uit vóór elke reinigingsbeurt en ontkoppel de netkabel.
APPARAAT EN BUITENKANT VAN DE BUIS
Gebruik alleen een doek, bevochtigd met een antibacterieel reinigingsmiddel (niet
schurend en zonder solventen).
ACCESSOIRES
Demonteer de NEUSDOUCHE zoals geïllustreerd in het aansluitschema.
Vervolg op basis van de onderstaande instructies.
REINIGING THUIS - SANERING EN ONTSMETTING
SANERING
Saneer de ampul en de accessoires met een van de hierna beschreven methoden voor en
na elk gebruik.
methode A: Saneer de accessoires 1A-1B-1C-2-3-4-5-6 in warm drinkbaar water (circa
40°C) met behulp van een mild afwasmiddel (niet schurend).
methode B: Saneer de accessoires 1A-1B-1C-2-3-4-5-6 in de vaatwasser met warme
cyclus.
methode C: Saneer de accessoires 1A-1B-1C-2-3-4-5-6 door ze onder te dompelen in een
oplossing van 50% water en 50% witte azijn, vervolgens overvloedig spoelen met warm
drinkbaar water (circa 40°C).
Ga rechtstreeks naar de paragraaf DISINFECTIE als u naast de reiniging ook de DISINFECTIE
wenst uit te voeren.
Na het saneren van de accessoires, het water er goed afschudden en ze op keukenpapier
leggen. Ze kunnen ook met warme lucht worden gedroogd (met een haardroger bij
58