822_949_384 EEA120_130_Elux.book Seite 43 Freitag, 28. Dezember 2007 5:42 17
0 Doe gemalen espressokoffie in de zeef.
Gebruik:
1 maatlepel vol voor de zeef voor
1 kopje, 2 maatlepels vol voor de zeef
voor 2 kopjes.
0 Druk de gemalen espressokoffie met de
aandrukker (afbeelding 1/J) in de zeef
(afbeelding 4). Let erop dat de zeef na
het aandrukken tot de rand met gema-
len espressokoffie gevuld is. Verwijder
overtollige koffie van de rand van de
zeef.
3
Druk de gemalen espressokoffie niet te
sterk in de zeef! Anders wordt de door-
stroming eventueel te veel belemmerd.
(Zie ook "Wat te doen als ...".)
Als u de espressokoffie zelf maalt, kies
3
dan de maalgraad "medium".
4. Zeefdrager indraaien
(afbeelding 6, 7)
0 Plaats de zeefdrager zo in de zeefhou-
der dat de handgreep van de zeefdra-
ger zich onder de witte driehoek links
bevindt (afbeelding 6, "1").
0 Draai de zeefdrager helemaal naar
rechts (afbeelding 6, "2"), zodat de
handgreep naar voren wijst en zich
onder de witte lijn tussen de twee pun-
ten bevindt (afbeelding 7, "3").
5. Kopje(s) eronder zetten
(afbeelding 8)
0 Zet één of twee kopjes onder de
openingen van de zeefdrager
(afbeelding 8).
6. Espresso maken
Het apparaat moet de bedrijfstempera-
3
tuur bereikt hebben (groene tempera-
tuurindicatie afbeelding 1/C brandt
continu).
0 Zet de draaiknop (afbeelding 1/E) op
het symbool
onder hoge druk door de gemalen
espressokoffie geperst.
3
Kort na het starten wordt het zetten
enkele seconden onderbroken. De
gemalen koffie wordt bevochtigd,
0 Wanneer de gewenste hoeveelheid
3
0 Draai de zeefdrager naar links uit de
0 Klap de vingerbeschermer naar voren
0 Spoel zeefdrager en zeef met warm
3
Stoom produceren/melk opschui-
men (afbeelding 10, 11)
0 Steek het bijgeleverde opzetstuk op het
0 Schakel het apparaat met de aan/uit-
. Het water wordt nu
zodat het aroma zich beter kan ont-
wikkelen. Daarna wordt het zetproces
voortgezet.
espresso gezet is, zet u de draaiknop
terug naar links in de positie "•".
Elke keer als na het zetten van espresso
of het afnemen van stoom de draai-
knop in de stand „•" wordt gezet,
wordt het resterende water afgevoerd
in het afdruipbakje. Elk volgend kopje
wordt met vers water gezet. Zo hebt u
altijd het volle espressogenoegen.
Daarom moet het afdruipbakje regel-
matig geleegd worden.
7. Zeefdrager verwijderen
(afbeelding 9)
houder.
en houd hem ingedrukt. Klop de ver-
bruikte gemalen espressokoffie uit de
zeefdrager/ uit de zeef (afbeelding 9).
water af. Zeefhouder niet in de vaat-
wasser schoonmaken!
Als het apparaat lang niet gebruikt
wordt, draai de zeefdrager er dan niet
in. Zo verlengt u de levensduur van de
dichting van de koffiezetkop.
De stoom kan gebruikt worden om
melk op te schuimen voor cappuccino
of om vloeistoffen te verhitten.
1. Apparaat inschakelen
stoompijpje (afbeelding 10).
schakelaar in (afbeelding 1/A). Wacht
tot het apparaat de bedrijfstempera-
tuur heeft bereikt en de groene tempe-
ratuurindicatie (afbeelding 1/C)
continu brandt.
l
43