c.3.
Open de leidingen vervolgens weer en handhaaf daarbij het vacuüm.
SORIN GROUP ITALIA raadt aan om tijdens transfusieprocedures een negatieve
druk van -150 mmHg (20 Kpa/0,2 Bar/-2,9 psi) niet te overschrijden, aangezien
een overmatig vacuüm hemolyse van het verkregen bloed versterkt
2.
Stel het vacuüm in op een niveau van niet meer dan 150 mmHg (20 kPa) conform de
AABB-richtlijnen.
3.
Verzeker u ervan dat de bescherming aan het uiteinde van de zuigleiding in het
steriele veld is verwijderd en dat de zuigpunt open is voor de atmosfeer (niet
geblokkeerd).
4.
Open, terwijl het vacuümsysteem is ingeschakeld, de rolklem op de dunne slang en
laat 200 ml antistollingsoplossing in het reservoir lopen voordat u met bloedopvang
begint. Dit volume moet ervoor zorgen dat de bloedcontactoppervlakken vochtig
genoeg zijn. Sluit de rolklem als er vóór verwerking sprake is van enige vertraging.
5.
Stel de stroomsnelheid van de antistollingsoplossing na overdracht van de
antistollingsoplossing naar het reservoir in op 60 tot 100 druppels per minuut. De
lagere stroomsnelheid is geschikt voor ACD-A of CPDA-1 en de hogere snelheid is
geschikt voor heparine. Verhoog de snelheid bij zware bloeding dienovereenkomstig.
OPMERKING: de stroming van antistollingsmiddel in het reservoir wordt handmatig geregeld
via de rolklem op de antistollingsleiding. Deze stroom moet worden aangepast aan de
snelheid van bloedopvang uit het operatieveld. Als de opvangsnelheid varieert zonder dat de
stroming van antistollingsmiddel wordt aangepast, kan de verhouding tussen antistolling en
bloed te laag of te hoog zijn. Het bloed in het reservoir kan gaan stollen als er te weinig
antistollingsmiddel aanwezig is.
In geval van overtollig heparine in het opvangreservoir ten gevolge van onjuiste
verhoudingen, kan het verkregen bloed heparineresten bevatten.
In geval van verlaagde antitrombine III-concentraties bij de patiënt bij
antistolling met heparine, raadpleegt u de arts voor alternatieve antistolling.
Gebruik de luer lock connectie met filter wanneer je - buiten de aspiratielijn om -
bloed in het reservoir wilt brengen.
Als tijdens bloedopvang geen geschikte antistolling wordt gehandhaafd, kan dit
leiden tot overmatige stolling en mogelijke obstructie van het opvangreservoir
of de centrifugebowl.
Vul het reservoir vóór opvang van bloed met ongeveer 200 ml
antistollingsoplossing.
Wanneer er tijdens bloedtransfusie een antistollingsoplossing met ACD-A of
CPDA-1 wordt gebruikt, gebruik dan geen ringerlactaatoplossing bij navolgende
spoeling.
Het XRES Blood Collection Reservoir reservoir is voorzien van drie schaalverdelingen onder
een hoek van 180°, zodat de gebruiker het vloeistofniveau in het reservoir vanuit elke positie
kan controleren. De indicatie die door de schaalverdeling wordt gegeven, dient uitsluitend als
grove aanduiding van de vloeistof in het apparaat te worden beschouwd.
Het XRES Blood Collection Reservoir is voorzien van een veiligheidsniveauklep ter
onderbreking van zuiging en om te voorkomen dat het opgevangen bloed in de
vacuümleiding terechtkomt. Als deze veiligheidsniveauklep wordt geactiveerd, volgt u de
onderstaande instructies om de zuiging weer op het operatieveld in te stellen:
1.
Schakel het vacuüm tijdelijk uit en verwerk de vloeistof in het reservoir tot het niveau
onder de veiligheidsklep ligt.
2.
Trek aan de gele tab op de connector met de markering VACUUM en verzeker u
ervan dat de klep in de geleider is gedaald.
3.
Laat de gele tab los en stel de zuiging opnieuw in.
Er is een drukbeveiligingsklep aanwezig om implosie van het apparaat te
voorkomen als dit wordt blootgesteld aan een plotseling, sterk vacuüm
De negatieve druk in het XRES Blood Collection Reservoir mag niet
o
groter zijn dan -300 mmHg (40 KPa/0,4 bar/5,7 psi).
Controleer de dopafdichtingen van de connectors die niet in gebruik zijn
o
door deze helemaal in te drukken.
Blokkeer de veiligheidsklepontgrendeling op het XRES Blood Collection
o
Reservoir niet met vreemde stoffen, om de mogelijkheid van implosie te
voorkomen
Het op een Bowl Set aangesloten XRES Blood Collection Reservoir gebruiken
1.
Wanneer u gereed bent voor verwerking, sluit u de inlaatpoort van de Bowl Set (op de
vulleiding, blauw) aan op de uitlaat van het XRES Blood Collection Reservoir:
a.
gemarkeerd met de tekst WASH en voorzien van een blauwe dop, voor een
Bloedopvangreservoir BOVEN.
b.
aan de onderkant van het XRES B Blood Collection Reservoir met de
blauwe dop. Nadat u dit hebt gedaan, opent u de klem op de uitlaatpoort
aan de onderkant.
36
2.
Als er een Y-adapter wordt gebruikt (opvangset cardio), sluit u de inIaatpoort van de
Bowl Set (op de vulleiding) aan op de mannelijke vertakking van de Y-adapter en
opent u de corresponderende klem. Laat de klem op de andere vertakking van de Y-
adapter (voor aansluiting op de verlengleiding van de oxygenator) gesloten.
3.
Ga verder met de overige stappen voor bloedverwerking conform de
gebruiksinstructies in de bedieningshandleiding van de celscheider.
De primingvloeistof concentreren tijdens ECC (alleen voor opvangset cardio)
1.
Isoleer de Y-adapter van het reservoir door sluiting van het ¼" slangsegment
waarmee de Y-adapter met een klem op het reservoir wordt aangesloten. Open de
klemmen op de Y-adaptervertakkingen.
2.
Verwijder de klem die is gebruikt op de ¼" adapterslang die eerder op het ECC-circuit
was aangesloten, en open eventuele andere klemmen die op de verlengleiding van
de oxygenator aanwezig zijn.
3.
Wanneer de verlengleiding van de oxygenator rechtstreeks op de bowlset is
aangesloten, dient u zich ervan te verzekeren dat alle klemmen geopend zijn.
4.
Breng de primingvloeistof over naar de celscheider conform de gebruiksinstructies
van het apparaat en zorg er daarbij voor dat er geen negatieve druk in het ECC-circuit
ontstaat.
5.
Zorg er tijdens retournering van de geconcentreerde primingvloeistof voor dat er geen
lucht naar het ECC-circuit wordt geleid.
Resten primingvloeistof terughalen uit het ECC-circuit (alleen voor Collection Set
Cardio)
Tijdens cardiovasuclaire operaties verdient het aanbeveling de resten primingvloeistof uit het
ECC-circuit naar het reservoir over te brengen om de tijd dat de pompconsole in de
operatiekamer aanwezig blijft, tot een minimum te beperken.
1.
Klem de zuigleiding af.
2.
Open beide klemmen op de Y-adaptervertakkingen. Verzeker u ervan dat het ¼"
slangsegment waarmee de Y-adapter op het reservoir is aangesloten, open is.
Verwijder de klem die is gebruikt op de ¼" adapterslang die eerder op het ECC-circuit
was aangesloten, en open eventuele andere klemmen die op de verlengleiding van
de oxygenator aanwezig zijn.
3.
Breng de resterende primingvloeistof uit het ECC-circuit over naar het reservoir tot het
circuit volledig leeg is en pas het vacuüm daarbij dienovereenkomstig aan.
4.
Sluit na overdracht van de resten primingvloeistof naar het reservoir alle klemmen
tussen de Y-adapter en het ECC-circuit en verwijder de aansluiting op het circuit. De
pompconsole is nu vrij van aansluiting en de bloedverwerking kan worden gestart.
5.
Open de zuigleiding weer.
Spoel het verkregen bloed met ten minste het volume zoutoplossing dat is
aanbevolen in de gebruiksinstructies van SORIN GROUP ITALIA-celscheiders
voor
autotransfusie,
antistollingsmiddel en andere ongewenste opgevangen componenten.
VERKREGEN BLOED OPNIEUW INFUNDEREN
Het verdient aanbeveling intraoperatief en postoperatief autoloog bloed te
verwerken. Wassen is nodig wanneer transfusie wordt uitgevoerd bij
aanwezigheid van ernstige hemolyse veroorzaakt door chirurgie, of in gevallen
van ernstige coagulopathie of lever- of nierfalen.
Het besluit tot herinfusie van de bloedcomponenten die door deze
concentratiespoelprocedure zijn verkregen, is de verantwoordelijkheid van de
dienstdoende arts.
Het bloed van de patiënt uit de primaire herinfusiezak niet opnieuw infunderen
als de zak is aangesloten op het spoelcircuit van de celscheider. Herinfusie uit
de primaire herinfusiezak die is aangesloten op het circuit kan leiden tot een
luchtembolie bij de patiënt.
Geen herinfusie onder druk toepassen (d.w.z geen bloeddrukmanchet op de
secundaire herinfusiezak gebruiken). Herinfusie onder druk kan tot een
luchtembolie leiden.
Om de complicaties van infusie van deeltjes tot een minimum te beperken,
wordt gebruik van een in-line microaggregaatfilter op de herinfusieleiding van
de patiënt sterk aanbevolen. Als er geen in-line filter wordt gebruikt, kan dit
leiden tot herinfusie van deeltjes die mogelijk schadelijk zijn voor de patiënt.
Om het risico van luchtembolie te beperken, verwijdert u alle lucht uit de
primaire herinfusiezak voordat u de zak overdraagt voor herinfusie.
De American Association of Blood Banks beveelt de volgende richtlijnen aan
voor het verval van verkregen bloed1.
a.
Als eenheden niet onmiddellijk worden getransfundeerd, moeten eenheden
die zijn opgevangen en verwerkt bij steriele condities met een apparaat
voor intraoperatieve bloedopvang dat spoelt met 0,9% zoutoplossing, USP,
bij de volgende condities worden opgeslagen voordat transfusie wordt
voltooid:
NL - NEDERLANDS
ter
garantie
van
Bij kamertemperatuur, maximaal 4 uur na voltooiing van de
verwerking
verwijdering
van
overtollig