- als de wasemkap is voorzien van een paneel-koolstoffilter (Afb. 10), verwijder dan de 2 metalen filtervergrendelingen
(M) en plaats het koolstoffilter in het vetfilters; breng vervolgens de 2 filtervergrendelingen aan om het koolstoffilter
vast te zetten.
WERKING
Afhankelijk van de versies is het apparaat uitgerust met de volgende bedieningselementen:
Bedieningselementen van Afb. 11: Toets A: verlichtingsschakelaar. Toets B: aan/uitschakelaar van de motor:
eerste snelheid. Toets C: 2de snelheidsschakekaar. Toets D: 3de snelheidsschakelaar. E: controlelampje dat
aangeeft dat de motor in werking is. IN BEPAALDE MODELLEN IS HET CONTROLELAMPJE VAN DE WERKING
VAN DE MOTOR (E) NIET AANWEZIG.
Bedieningselementen van Afb. 12: Toets A: Lichtschakelaar; stand 0: licht uit.; stand 1: licht aan.
Toets B: Motorschakelaar; stand 0: motor uit; stand 1-2-3: motor aan op de eerste, tweede en derde snelheid.
C: Kapje controlelampje werking motor.
Bedieningselementen van Afb. 13: Toets A: Lampjes uit. Toets B: Lampjes aan. Toets C: Verlaagt de snelheid,
tot aan de minimum snelheid. Indien gedurende 2" ingeduwd, valt de motor stil. Toets D: Start de motor (de laatst
gebruikte snelheid wordt opgeroepen) en versnel maximaal. Toets E: RESET FILTERALARM / TIMER: de knop
indrukken tijdens de weergave van het filteralarm (bij uitgeschakelde motor) om de timer terug te stellen. De knop
indrukken terwijl de motor draait om de TIMER in te schakelen. De kap wordt na 5 minuten automatisch uitgeschakeld.
L1) De 4 GROENE leds geven de bedrijfssnelheid weer.
L2) Wanneer de LED rood is (bij uitgeschakelde motor) wijst dit op het FILTERALARM. Wanneer de LED groen is (knipperend)
wijst dit erop dat de TIMER werd ingeschakeld met de knop E.
FILTERALARM: Na 30u werking, wordt de led L2 ROOD; betekent dat de vetfilters moeten worden gereinigd.
Na 120u werking, wordt de led L2 ROOD en gaat hij knipperen; betekent dat de vetfilters moeten worden gereinigd en de
koolstoffilters moeten worden vervangen.
Wanneer de vetfilters gereinigd zijn (en/of de koolstoffilters vervangen zijn), wordt tijdens de weergave van het filteralarm
gedrukt op de knop E om de UREN-telling opnieuw te starten (RESET).
Bedieningselementen van Afb. 14: Toets A: schakelt de verlichting in/uit; om de 30 bedrijfsuren gaat het corresponderende
lampje (S) branden om aan te geven dat de vetfilters moeten worden schoongemaakt; om de 120 bedrijfsuren gaat het
corresponderende lampje (S) branden om aan te geven dat de vetfilters moeten worden schoongemaakt en het koolstoffilter
moet worden vervangen. Om de telling van de uren weer te laten starten (RESET), moet de toets A ongeveer 1" ingedrukt
gehouden worden (terwijl het lampje S in werking is). Toets B: schakelt de motor in op de 1
lampje gaat branden); als hij ongeveer 1" ingedrukt gehouden wordt, gaat de motor uit; door nogmaals op de toets te drukken
(terwijl het lampje brandt) wordt de TIMER geactiveerd, zodat de motor na 5' stopt (het corresponderende lampje knippert).
Toets C: schakelt de motor in op de 2
te drukken (terwijl het lampje brandt) wordt de TIMER geactiveerd, zodat de motor na 5' stopt (het corresponderende lampje
knippert).
Toets D: schakelt de motor in op de 3
in te drukken (terwijl het lampje brandt) wordt de TIMER geactiveerd, zodat de motor na 5' stopt (het corresponderende
lampje knippert). Toets E: schakelt de motor in op de 4
de toets nogmaals in te drukken (terwijl het lampje brandt) wordt de TIMER geactiveerd, zodat de motor na 5' stopt
(het corresponderende lampje knippert).
Er dient met name zorg besteed te worden aan de vetfilters; om het filter te verwijderen: druk ter hoogte
van de handgreep de pal naar binnen en trek het filter naar beneden. Reinig de filters met een neutraal afwasmiddel.
Als het door u aangeschafte model uitgerust is met de op Afb. 13 afgebeelde bedieningselementen: voor paragraaf
"Bedieningselementen van Afb. 13" ("Filteralarm"). Als het door u aangeschafte model uitgerust is met de op Afb.11/
12 afgebeelde bedieningselementen: het vetfilter moet van tijd tot tijd vervangen worden in verhouding tot de mate
waarin het apparaat gebruikt wordt (minimaal één keer in de twee maanden). Als het door u aangeschafte model
uitgerust is met de op Afb.14 afgebeelde bedieningselementen: de vetfilters moeten na elke circa 30 werkingsuren
schoongemaakt worden (als het lampje van de verlichtingtoets gaat branden - Afb.14S). Als de schone filters zijn
teruggeplaatst, moet de verlichtingtoets ongeveer 1" ingedrukt worden om de telling opnieuw te laten starten
(Afb.14A), terwijl het corresponderende lampje (S) brandt. Voor nadere informatie zie Bedieningselementen van
Afb.14 onder de paragraaf "Werking".
Koolstoffilter(s): als het apparaat in de filterversie wordt gebruikt, moet de koolstoffilter worden vervangen.
Haal de koolstoffilters als volgt weg, afhankelijk van het model dat u heeft aangeschaft:
- als de wasemkap is voorzien van ronde koolstoffilters (Afb. 15), haal het koolstoffilter dan met een draaiende
beweging (met de klok mee) weg.
- als de wasemkap is voorzien van een paneel-koolstoffilter (Afb. 10), verwijder het koolstoffilter dan door eerst
de 2 filtervergrendelingen M weg te halen.
Als het door u aangeschafte model uitgerust is met de op Afb. 13 afgebeelde bedieningselementen voor paragraaf
"Bedieningselementen van Afb. 13" ("Filteralarm"). Als het door u aangeschafte model uitgerust is met de op Afb.
11/12 afgebeelde bedieningselementen dan moet u de koolstoffilters vervangen in verhouding tot de mate waarin
het apparaat gebruikt wordt, gemiddeld één keer in de 6 maanden. Als het door u aangeschafte model uitgerust
is met de op Afb. 14 afgebeelde bedieningselementen, moeten de koolstoffilters telkens worden vervangen wanneer
het lampje van de verlichtingstoets (Afb.14S) knippert (d.w.z. na elke 120 werkingsuren).
snelheid (het corresponderende lampje gaat branden); door nogmaals op de toets
e
snelheid (het corresponderende lampje gaat branden); door de toets nogmaals
e
snelheid (het corresponderende lampje gaat branden); door
e
snelheid (het corresponderende
e