1. Koppel de autogordel los.
2. Haal het diagonale gedeelte van de gordel
uit de geleider en begeleid de gordel bij het
oprollen.
3. Als het autostoeltje ook is bevestigd met de
stijve Isofix-koppelstukken, moeten zo wor-
den verwijderd uit hun haken met behulp
van de ontkoppelknop (Q).
WAARSCHUWING! Het is mogelijk dat u niet
bij de ontkoppelknop (Q) kunt. In dit geval
moet u de knop om de Isofix-koppelstukken
naar buiten te trekken (P) ingedrukt houden en
tegelijkertijd het autostoeltje naar u toe trek-
ken totdat de Isofix-koppelstukken volledig zijn
uitgetrokken.
• Trek aan de twee rode knoppen (Q) om de
koppelstukken los te koppelen van de over-
eenkomstige Isofix-aansluitingen van de au-
tozetel (Afb.18), zodat de indicator helemaal
rood is.
• Terwijl u een van de knoppen(P) ingedrukt
houdt, duwt u de stijve koppelstukken in de
basis van het autostoeltje totdat ze volledig in
de basis zitten (Afb. 19).
4. SLUITEN EN TRANSPORTEREN VAN HET
AUTOSTOELTJE
Om het autostoeltje op een makkelijke manier
te transporteren, kunt u het compacter maken
door de rugleuning neer te klappen op de zit-
ting. Om dit te doen, moet u controleren dat
de rugleuning in de laagste stand staat (zie pa-
ragraaf "7.1 VERSTELLEN VAN DE HOOGTE VAN
DE RUGLEUNING").
Vervolgens kunt u de rugleuning op de zitting
neerklappen door de ontgrendelhendel van de
rugleuning (M) te bedienen (Afb. 20).
WAARSCHUWING! Indien de rugleuning niet
in de onderste stand staat, kunt u misschien
niet gemakkelijk bij de ontgrendelhendel van
de rugleuning (M).
Om het autostoeltje compact te houden, trekt
u de band voor vergrendeling van de rugleu-
ning (J) uit zijn houder en haakt u hem vast in
een van de twee daarvoor voorziene gleuven
naast het verstelwiel van de breedte van de
rugleuning (K) (Afb. 21).
Om het autostoeltje in deze opstelling gemakke-
lijk te verplaatsen, kunt u de transporthandgreep
(O) achteraan de zitting gebruiken (Afb. 22).
5. INSTALLEREN EN VERWIJDEREN VAN
HET SIDE SAFETY SYSTEM
Het Side Safety System (T) is een inrichting die
aan de zijde van het portier wordt geïnstalleerd
om meer bescherming te garanderen bij een
zijdelingse impact.
Om het te installeren, moet u de haak "1" in de
opening in de zijvleugel (D) aan de zijde van
het portier steken en op het middelste gedeel-
te drukken totdat ook het andere uiteinde "2"
op de structuur is vastgehaakt (Afb. 23).
6. INSTALLEREN VAN DE SAFE PAD
De Safe Pad (H) is een inrichting die ALTIJD op
de diagonale veiligheidsgordel moet worden
aangebracht om voor de correcte bescher-
ming te zorgen bij een impact.
Om de Safe Pad correct aan te brengen, moet
u de diagonale veiligheidsgordel onder de twee
klittenbanden van de Safe Pad aanbrengen (Afb.
24) en de Pad vervolgens sluiten. Let er hierbij
op dat het ronde gedeelte zich tussen de kin en
de borst van het kind bevindt (Afb. 25).
WAARSCHUWING! De Safe Pad moet ALTIJD
worden gebruikt.
7. VERDERE HANDELINGEN
7.1 VERSTELLEN VAN DE HOOGTE VAN DE
RUGLEUNING
De hoogte van de rugleuning kan in 9 standen
worden versteld zodat u het autostoeltje het
beste kunt aanpassen aan de lengte van het
kind. Het hoofd van het kind moet goed om-
ringd zijn en de diagonale autogordel moet
correct op de schouder rusten. Controleer
tijdens het verstellen van de hoogte van de
rugleuning dat de geleider voor de diagonale
gordel (B) zich boven de schouder bevindt op
een maximumafstand van 2 cm (Afb. 26).
Doe het volgende om te verstellen:
1. Druk met een hand op de verstelhendel
voor de hoogte van de rugleuning (L) aan de
achterzijde van de hoofdsteun en breng de
rugleuning omhoog/omlaag om ze aan te
passen aan de hoogte van de schouders van
het kind (Afb. 27).
2. Laat de hendel los en controleer of de rug-
59