MCS Master DH 26 Manual De Instrucciones página 41

bruik van een koelcyclus die gebaseerd is op het
en
fysieke principe dat wanneer de lucht in contact
it komt met een koud oppervlak, het oppervlak be-
vochtigd wordt door vocht af te geven in de vorm
de
van condensdruppels.
Het apparaat is als volgt samengesteld (FIG. 2):
es
De lucht wordt door het toestel aangezogen, via
de wasbare filter (1), de koude aluminium spiraal-
fr
buis (verdamper) (2), de warme warmtewisselaar
nl
(condensator) (3), de ventilator (4) en ten slotte
gaat de ontvochtigde lucht naar buiten en wordt
pt
via het rooster weer naar de ruimte teruggevoerd.
Het gecondenseerde water wordt in de tank (5)
da
opgevangen. Een microschakelaar stopt het ap-
fi
paraat wanneer het water in de tank een bepaald
niveau bereikt. Een elektronische kaart (6) be-
no
heert de correcte werking van het apparaat.
Dit apparaat is voorzien van een heetgas-ontdooi-
sv
automaat, die de correcte werking van de ont-
pl
vochtiger garandeert binnen de range van tempe-
ratuur en vochtigheid zoals gespecificeerd in de
ru
tabel van de technische gegevens.
cs
►►2.1. KOELCIRCUIT
hu
Het koelmiddelgas dat in deze unit wordt gebruikt
sl
is R1234yf. Het koelcircuit is gerealiseerd in over-
eenstemming met de geldende voorschriften.
tr
hr
Gevaar ontvlambaar materiaal.
lt
Deze groep is hermetisch afgedicht en bevat ge-
fluoreerd gas R1234yf GWP (R1234yf) = 4.
lv
et
ro
►►►3. WERKZAAMHEDEN VOORAF
sk
bg
►►3.1. VERWIJDERING VAN DE VER-
uk
PAKKING EN MONTAGE
Verwijder de verpakking en wees voorzichtig om
bs
de unit niet te beschadigen. Gooi de verpakkings-
producten (hout, plastic, karton) weg, door ze in te
el
leveren bij gespecialiseerde centra voor afvalin-
zh
zameling of recycling (houd u aan de van kracht
zijnde plaatselijke normen).
AANDACHT: Monteer al naar gelang het mo-
del, het apparaat met de eventuele handgrepen,
wielen en alle bijbehorende bouten en moeren
(FIG. 3), die in de verpakking zitten, alvorens het
apparaat in werking te stellen.
►►3.2. INSPECTIE
Alle units zijn in fabriek gemonteerd en be-
draad (met uitzondering van enkele componen-
ten). De unit moet meteen bij ontvangst zorgvul-
dig worden geïnspecteerd, om te zien of er geen
schade tijdens het transport is opgetreden en of er
geen onderdelen ontbreken.
Voor de ingebruikname dient u met name te
controleren of er geen butsen of deuken in de me-
talen panelen aan de buitenkant zitten, inclusief
die van het tankcompartiment. Controleer ook of
de kabel, de stekker en de bijbehorende isolaties
in intacte staat zijn. Anders IS HET VERBODEN
om de unit aan te sluiten en in werking te zetten;
de unit moet in dat geval naar een geautoriseerd
assistentiecentrum gestuurd worden.
►►3.3. WERKINGSLIMIETEN
AANDACHT: Om een correcte werking van
het apparaat te garanderen, wordt aanbevolen
om de unit binnen de limieten te laten werken
zoals vermeld in de tabel van de technische
gegevens.
►►3.4. PLAATSING
Zet het apparaat zodanig dat voldoende lucht-
stroom wordt gegarandeerd.
AANDACHT: Zorg ervoor dat het apparaat zo-
danig wordt geplaatst dat contact met het water
wordt vermeden.
►►3.5. SERVICEGEBIED
De door de ventilator uitgestoten warme lucht mag
niet worden geblokkeerd. Vermijd verschijnselen
van hercirculatie van warme lucht tussen aanzui-
ging en afvoer, anders worden de prestaties van
het apparaat aangetast of wordt zelfs de normale
werking onderbroken.
AANDACHT: De apparatuur mag niet in krap-
pe ruimtes worden geplaatst, waar het niet moge-
lijk is om de lucht die afkomstig is van het luchtaf-
voerrooster voldoende in de ruimte te verspreiden.
AANDACHT: Geen voorwerpen tegen het pa-
neel aan de voorkant zetten of ophangen, dit kan
schade aan de unit veroorzaken.