9. Test uitvoeren
• Raadpleeg het hoofdstuk "Proefdraaien" van de installatiehandleiding van de binnen- en buitenunit.
• Wanneer de aftakdoos en de stroombron buiten gescheiden zijn, schakelt u eerst de voeding van de aftakdoos uit en schakelt u vervolgens de voeding van de buite-
nunit in.
• Nadat er stroom is geleverd of nadat het gebruik even is gestopt, is een klein klikkend geluid hoorbaar vanaf de binnenkant van de aftakdoos. De elek-
tronische expansieklep opent en sluit. De unit is niet defect.
• Zorg dat u het proefdraaien uitvoert in de koelmodus voor elke binnenunit. Zorg dat elke binnenunit correct werkt volgens de installatiehandleiding aan de unit is beves-
tigd.
• Als u het proefdraaien uitvoert voor alle binnenunits tegelijk, kunt u geen verkeerde aansluiting detecteren als die er al is, van de koelvloeistofleidingen en de aanslui-
tkabels van de binnen-/buitenunit.
• Om te controleren op een verkeerde bedrading, voert u het proefdraaien uit voor elke binnenunit afzonderlijk.
Opgelet:
• Gebruik de afstandsbediening voor het bedienen van de binnenunit.
• De volgende symptomen zijn geen defecten.
Symptoom
Binnenunit werkt niet, zelfs indien ingesteld op
koelende (verwarmende) werking
Ventilator binnenunit stopt tijdens verwarming
ddaff
* Raadpleeg de handleiding van binnenunits voor details.
** Deze modus wordt gedurende ongeveer 1 minuut geactiveerd om te helpen voorkomen dat er onvoldoende koelvloeistof wordt toegevoerd tijdens de verwarming wan-
neer de koelvloeistof is opgeslagen in een binnenunit die is uitgeschakeld of bij thermo-uit.
Oorzaak
De koelende (verwarmende) werking kan niet worden bediend wanneer de
koelende (verwarmende) werking van een andere binnenunit werkt.
De ventilator stopt tijdens het ontdooien.
De ventilator stopt wanneer de koelstofverzamelingsmodus ** is geactiveerd.
LED-display binnenunit *
Stand-by (voor multisysteem)
-
Stand-by (voor multisysteem)
49