5
10"
(A, B, C, D)
(01, 02, 03, ....)
(A, B, C, D)
(01, 02, 03, ....)
(A, B, C, D)
opnieuw uitvoert en druk, nadat de
schakelaar 10 is ingesteld, op de toets
OK om de procedure te beëindigen en
verlaat deze procedure.
Als er op u "Lijst van Automatismen" nog
meer automatismen staan waaraan de
radiocodering van het type
peld, dient u voor elk daarvan de desbe-
treffende dipschakelaars in te stellen;
hiervoor dient u de in de punten 02, 03,
04 en 05 beschreven procedure opnieuw
uit te voeren.
Op elk gewenst moment of na afloop van
deze handeling is het mogelijk de proce-
dure te verlaten door op de toets ■ (2) te
drukken of te wachten tot de zender van-
zelf uitgaat.
– Zie samenvattend voorbeeld
op Afb.
NL
110
Aanpassen van de radiocodering
Als er op uw "Lijst van Automatismen"
automatismen staan waaraan de radioco-
dering type
A B
C D
voor elk automatisme de 10 dipschake-
laars waarop dit type codering gebaseerd
is, in te stellen. Ga vervolgens op de vol-
B
gende manier te werk:
01. Terwijl de zender uit staat, houdt u
de toets OK circa 10 seconden inge-
A
drukt, totdat op de display (na de tekst
"PROG") het symbool
schijnt; laat daarna de toets onmiddel-
lijk los.
D
02. Druk op de toetsen – / + om het Num-
mer van het automatisme te selecte-
ren dat de radiocodering
A
03. Druk vervolgens op de toets OK om in
de instelmodus van de dipschakelaars
te komen: op de display verschijnt de
A
actuele instelling van de schakelaar 01
(Afb.
7
10"
is gekop-
➐
–
—
Stap 2.1
—
is gekoppeld, dient u nu
- - -
toepast.
➏
).
A B
C D
C
(01, 02, 03, ....)
C
(On)
C
(Off)
C
(01, 02, 03, ....)
C
04. Om de instelling van de schakelaar 01
te wijzigen, gelieve u Afb.
plegen; druk vervolgens op de toets
▲(1) om On te selecteren of op de
toets ▼(3) om Off te selecteren.
05. Ga vervolgens naar de volgende scha-
kelaar door op de toets + (toets – voor
de vorige schakelaar) te drukken en
selecteer met de toetsen ▲(1) / ▼(3)
de voor deze schakelaar gewenste
instelling , waarbij u tussen On en Off
kiest.
Stel vervolgens de resterende schake-
ver-
laars in (in totaal zijn er 10), waarvoor u
voor elke schakelaar het punt 05
Status van de dipschakelaar (On/Off)
ON
C
OFF
Nummer van de dipschakelaar (01/ 10)
—
Stap 3
OPSLAAN VAN DE DOOR DE ZEN-
DER DOORGEZONDEN CODE IN DE
ONTVANGER
Aan elk Nummer dat in de zender aanwe-
zig is, is een eigen "identiteitscode" gekop-
peld waardoor de Ontvanger van een
automatisme de zender ondubbelzinnig
kan herkennen, wanneer er een instructie
wordt doorgezonden.
Bij deze stap dient u in elke Ontvanger van
een automatisme deze "identiteitscode" in
het geheugen op te slaan waardoor de
Ontvanger de door de zender verzonden
instructies kan herkennen. Ga vervolgens
als volgt te werk:
01. Zoek in de "Lijst van Automatismen"
het Nummer van het automatisme
waarvan u in de Ontvanger de "identi-
teitscode" van uw zender wilt opslaan.
Terwijl de zender uit staat, drukt u
vervolgens op de toetsen – / + om dat
Nummer te selecteren.
02. Druk op de toets ■(2): na enkele ogen-
➏
te raad-
NL
6
109
—