6. De batterijlader laadt de batterij niet op
(rood led aan of knipperend)
Batterij niet correct
geplaatst in de batterijlader
Niet geschikte
omgevingscondities
Vuile contacten
7. De batterijlader laadt de batterij niet op
(geen led aan)
Geen spanning aan de
batterijlader
Defecte batterijlader
Bij iedere andere situatie, die niet in deze lijst voorzien is,
dient men de Wederverkoper of een Dienstcentrum te con-
tacteren.
Controleer of de batterij
correct geplaatst is
(zie 4.4)
Laad de batterij op bij een
geschikte temperatuur
(zie 4.4)
Reinig de contacten
Controleer of de stekker in
het stopcontact steekt
en of er spanning
aanwezig is in het
stopcontact
Vervangen met een
origineel wisselstuk
9