Gebruik
Voordat u begint te maaien
Verwijder alle stokken, stenen, draden en ander afval van het
gazon dat door de maaibladen kan worden vastgegrepen en
weggeslingerd.
Controleer de toestand van het gras. Als het nat is, wacht dan
tot later op de dag. Als het gras nat is, zal de grasopvangzak
waarschijnlijk verstopt komen te zitten.
Voor een efficiënt opvang is een goede luchtcirculatie onder het
maaidek, door de onderdelen van de opvangzak en in de zak
zeer belangrijk.
Daarom moet u VOORDAT U BEGINT TE MAAIEN controleren
of er geen gras of vuil aan de onderkant van het maaidek of in
de onderdelen van de opvangzak zit.
Zorg dat het maaidek, de opvangzakmof, opvangzakbuis en de
grasopvangzak goed aan elkaar vastzitten.
VOORZICHTIG: voordat u het product gebruikt, moet u
alle veiligheids- en gebruiksinstructies in deze handleiding en
in de gebruikershandleiding van de maaier en eventuele alle
hulpstukken hebben gelezen.
:
VOORZICHTIG
maai nooit op hellingen van meer dan
17,6% (10°).
Maaien met de opvangbak
Laat de machine altijd met volgas draaien tijdens het maaien.
Gras moet vaak en niet te kort worden gemaaid. Als het gras te
lang of te vol is, kan het noodzakelijk zijn om de rijsnelheid zo
laag mogelijk te houden of alleen de helft van de maaibreedte
te maaien omdat te voorkomen dat de maaier verstopt raakt. Als
het gras lang is, zet de maaier dan bij de eerste keer in de hoog-
ste snijstand en daarna bij de tweede keer in een lagere stand.
Open het deksel niet bij ingeschakelde maaier.
Als onder het maaidek vandaan een grote hoeveelheid gras
vandaan komt, kan de opvangzakbuis verstopt zitten of de zak
is vol - stop met maaien, zet de maaier stil, ontkoppel het mes,
schakel de motor uit en leeg dan de opvangzak of maak de
opvangzakbuis leeg.
WAARSCHUWING: ALTIJD eerst de maaier
uitschakelen, het mes ontkoppelen en alle bewegende delen
tot stilstand laten komen VOORDAT u de opvangzakbuis
losneemt of schoonmaakt of de grasopvangzak leegt.
Trek voordat u de bestuurdersstoel om welke reden dan ook
verlaat de handrem aan, schakel de PTO uit, stop de motor
en haal de sleutel uit het contactslot.
Om het brandgevaar te beperken, moet u ervoor zorgen dat
er zich geen gras, bladeren of olieresten op de zitmaaier
bevinden. Stop of parkeer niet boven droge bladeren, gras of
brandbare materialen.
Na het gebruik
Verwijder eventueel vuil van de onderkant van de opvangzakaf-
dekking.
De opvangzakmof en opvangzakbuis moeten vóór de reiniging
worden verwijderd.
Inspecteer de grasopvangzak op slijtage en beschadiging. Zorg
dat het maaidek, de opvangzakmof, opvangzakbuis en opvang-
zakafdekking goed aan elkaar vastzitten.
VOORZICHTIG: Laat geen gras in opvangzak zitten.
Leeg de zak na elk gebruik en voordat u deze opbergt.
Anders kan deze spontaan ontvlammen waardoor brand kan
ontstaan.
8