•
Laat kinderen nooit de machine bedienen.
•
Wees extra voorzichtig bij het naderen van blinde hoeken,
struiken, bomen of andere objecten die uw zicht op een kind
kunnen blokkeren.
IV. ONDERHOUD
VEILIGE BEHANDELING VAN BENZINE
Wees extreem voorzichtig bij het hanteren van benzine om
persoonlijk letsel of schade aan eigendommen te voorkomen.
Benzine is extreem brandbaar en de dampen zijn explosief.
•
Maak alle sigaretten, sigaren, pijpen en andere ontstekings-
bronnen uit.
•
Gebruik alleen goedgekeurde benzinereservoirs.
•
Verwijder nooit de benzinedop of vul brandstof toe terwijl
de motor draait. Laat de machine afkoelen voordat u deze
bijvult.
•
Vul de machine nooit binnenshuis bij.
•
Sla de machine of het brandstofreservoir nooit op een plek
op waar er een open vlam, vonk of controlelicht is, zoals bij
waterverwarmers of andere apparaten.
•
Vul reservoirs nooit in een voertuig of op een truck of oplegger
met een plastic voering. Plaats reservoirs altijd op de grond
en van het voertuig vandaan tijdens het vullen.
•
Verwijder benzineaangedreven apparatuur van de truck of
oplegger en vul deze op de grond bij. Als dit niet mogelijk is,
vul zulke apparatuur dan bij met een jerrycan en niet met de
tankslang.
•
Houd het mondstuk te allen tijde in contact met de vulopening
van de branstoftank of reservoiropening, totdat het bijvullen
voltooid is. Gebruik geen automatisch afslagmechanisme.
•
Trek andere kleding aan als er brandstof is gemorst op uw
kleding.
•
Overvul de branstoftank nooit. Plaats de benzinedop terug
en draai goed vast.
M105-77X
Notified Body
SNCH
11, Route de Luxembourg
L-5230 Sandweiler
TUV Rheinland
No. 0499
*
8.06/6.01
0-6,7
ALGEMEEN ONDERHOUD
•
Bedien de machine nooit in een afgesloten gebied.
•
Zorg dat alle moeren en bouten stevig vastzitten en dat de
machine zich in veilige werkconditie bevindt.
•
Saboteer de veiligheidsinrichtingen nooit. Controleer hun
juiste werking regelmatig.
•
Houd de machine vrij van gras, bladeren of ander vuil dat zich
kan ophopen. Verwijder gemorste olie of brandstof meteen
en verwijder vuil dat doordrenkt is van brandstof. Laat de
machine afkoelen voordat u deze opslaat.
•
Als u op een vreemd voorwerp stuit, stop dan en inspecteer
de machine. Repareer de machine, indien nodig, voordat u
het maaien hervat.
•
Maak nooit aanpassingen of reparaties als de motor draait.
•
Controleer de onderdelen van de grasopvangbak en
de uitworptrechter regelmatig en vervang met originele
fabrieksonderdelen, indien nodig.
•
De maaimessen zijn scherp. Omwikkel de messen of draag
handschoenen en wees extra voorzichtig bij het onderhouden
van de messen.
•
Controleer de remwerking regelmatig. Pas aan en onderhoud
deze indien nodig.
•
Onderhoud of vervang de veiligheids- en instructielabels,
indien nodig.
•
Zorg dat de omgeving vrij is van omstanders voordat u gaat
beginnen. Zet de machine stil als iemand het gebied nadert.
•
Vervoer nooit passagiers.
•
Maai niet achteruit, tenzij het absoluut noodzakelijk is. Kijk
altijd onder en achter u voor en tijdens het achteruitrijden.
•
Bij het laden of ontladen van de machine mag de
maximaal aanbevolen bedieningshoek van 15° niet worden
overschreden.
•
Draai een geschikte persoonlijke beschermingsuitrusting
(Personal Protective Equipment, PPE) tijdens het gebruik
van deze machine, inclusief (minimaal) stevige schoenen,
een veiligheidsbril en gehoorbescherming. Maai niet met
laag schoeisel en/of schoeisel met open tenen.
•
Laat altijd aan iemand weten dat u buiten aan het maaien
bent.
77
38-102
14
2006/42/EC
EMC 2004/108/EC
104
EN 1033 A (8) ≤ 2.5
EN 1032 A (8) ≤ 0.5
As rated by the engine manufacturer
*