• Controleer de binnenkant van de trommel, het is mogelijk dat er wasgoed sinds de
vorige wasbeurt is achtergelaten. Maak in dit geval de machine leeg voordat u een
programma selecteert.
• Laad het wasgoed in de trommel en zorg ervoor dat u het niet opstapelt. Vouw grote
voorwerpen zoals dekbedden of dekens in de trommel zoals aangegeven in de
onderstaande figuur:
• Voeg elk item afzonderlijk in.
• Controleer of er geen voorwerpen tussen de rubberen pakking en de deur zitten.
• De cyclus start pas als de deur perfect gesloten is.
Keuze van het reinigingsmiddel en plaatsing in de machine
De hoeveelheid wasmiddel die gebruikt moet worden, hangt af van hoe vuil de was is en
de hardheid van het gebruikte water; de gebruiksaanwijzing staat op de verpakking van
elk wasmiddel.
• Kies geen voorwas als de was slechts licht vervuild is. Giet een kleine hoeveelheid
wasmiddel (volgens de aanwijzingen van de fabrikant) in vak II van de wasmiddellade.
• Als het wasgoed erg vuil is, kiest u een programma met voorwas en giet u ¼ van de
te gebruiken hoeveelheid wasmiddel in vak I van de wasmiddeldispenser en de rest
in vak II.
• Volg de instructies op de verpakking van het wasmiddel om de hoeveelheid
wasmiddel te bepalen die u voor uw wasgoed moet gebruiken.
• Hoe harder het gebruikte water, hoe meer wasmiddel er nodig is.
• De hoeveelheid wasmiddel die nodig is, is evenredig met de hoeveelheid wasgoed
die moet worden gewassen.
• Giet wasverzachter in het daarvoor bestemde vakje voor wasmiddel. Overschrijd het
MAX-niveau niet, aangezien de wasverzachter in het waswater kan terechtkomen.
• Geconcentreerde wasverzachters moeten worden verdund voordat ze in de lade
worden gegoten. Geconcentreerde wasverzachters kunnen de val verstoppen en de
doorstroming van het product verhinderen.
235