• Druk de trekschakelaar niet hard in zonder dat de ont-
grendelknop is ingedrukt. Hierdoor kan de schakelaar
namelijk breken.
Een ontgrendelknop is voorzien om te voorkomen dat de
trekschakelaar per ongeluk wordt ingedrukt. Om de
machine te starten, duw de hendel naar links, druk de
ontgrendelknop in en druk daarna de trekschakelaar in.
Om de machine te stoppen, laat u de trekschakelaar los.
Bediening
LET OP:
• Alvorens de machine wordt ingeschakeld, dient het
handvat uit zijn laagste positie te worden gehaald door
de borgpen naar buiten te trekken.
• Zorg ervoor dat het zaagblad niet in aanraking is met
het werkstuk e.d. voordat de machine wordt ingescha-
keld.
• Oefen tijdens het zagen geen overmatige druk op het
handvat uit. Wanneer u te hard drukt, kan de motor
overbelast raken en/of de zaagcapaciteit verminderen.
• Druk het handvat zachtjes naar beneden om te zagen.
Indien het handvat met geweld naar beneden wordt
gedrukt of zijwaartse druk erop wordt uitgeoefend, zal
het zaagblad trillen en een merkteken (zaagteken) in
het werkstuk achterlaten, en zal ook de zaagsnede
minder nauwkeurig zijn.
• Voor glijdend zagen duwt u de slede langzaam en zon-
der te stoppen naar de geleider. Als de slede tijdens
het zagen wordt gestopt, zal een merkteken in het
werkstuk achterblijven en zal de zaagsnede minder
nauwkeurig zijn.
1.
Drukkend zagen
(zagen van kleine werkstukken) (Fig. 24)
• Werkstukken die maximaal 91 mm hoog en 70 mm
breed zijn kunt u als volgt zagen.
• Duw de slede zo ver mogelijk naar de geleider en
draai de knop vast om de slede vast te zetten. Zet
het werkstuk vast met de spanschroef. Schakel de
machine in, wacht totdat het zaagblad op volle toe-
ren draait, en laat dan de zaag voorzichtig op het
werkstuk neerzakken. Nadat het zagen is beëin-
digd, schakelt u de machine uit. WACHT TOTDAT
HET ZAAGBLAD VOLLEDIG TOT STILSTAND IS
GEKOMEN alvorens het zaagblad in zijn hoogste
positie terug te zetten.
LET OP:
Draai de klemschroef op het draaibaar voetstuk ste-
vig vast, zodat de slede tijdens het zagen niet kan
bewegen. Wanneer de klemschroef niet goed vast-
zit, kan het zaagblad onverwachts worden terugge-
slagen,
hetgeen
veroorzaken.
2.
Glijdend (duwend) zagen
(zagen van brede werkstukken) (Fig. 25)
• Werkstukken die maximaal 91 mm hoog en
305 mm breed zijn kunt u als volgt zagen.
• Draai de knop los zodat de slede vrij kan glijden.
Trek de slede zo ver mogelijk naar u toe. Schakel
de machine in en wacht totdat het zaagblad op
volle toeren draait. Druk het handvat naar bene-
den en DUW DE SLEDE NAAR DE GELEIDER
OM HET WERKSTUK TE ZAGEN. Nadat het
zagen is beëindigd, schakelt u de machine uit.
WACHT TOTDAT HET ZAAGBLAD VOLLEDIG
TOT STILSTAND IS GEKOMEN alvorens het
zaagblad in zijn hoogste positie terug te zetten.
ernstige
verwondingen
LET OP:
• Voor glijdend zagen, DIENT U EERST DE SLEDE
ZO VER MOGELIJK NAAR U TOE TE TREKKEN.
Druk dan het handvat tot in de laagste positie naar
beneden EN DUW DE SLEDE NAAR DE GELEI-
DER TOE. Indien u de slede niet zo ver mogelijk
naar u toe trekt of zaagt naar uw richting toe, kan
het zaagblad onverwachts worden teruggeslagen,
hetgeen ernstige verwondingen kan veroorzaken.
• Glijdend zagen mag nooit worden uitgevoerd wan-
neer het handvat in de laagste positie is vergren-
deld door het indrukken van de borgpen.
3.
Verstekzagen
Zie de paragraaf "Instellen van de verstekhoek" hier-
boven.
4.
Schuine sneden zagen (Fig. 26)
• Linkse en rechtse schuine sneden van 0° tot 45°
kunnen worden gezaagd. Bij een linkse schuine
hoek van 45°, kunt u werkstukken zagen die maxi-
maal 50 mm hoog en 305 mm breed zijn. Bij een
rechtse schuine hoek van 45°, kunt u werkstukken
zagen die maximaal 31 mm hoog en 305 mm
breed zijn.
• Draai de hendel los en houd het zaagblad schuin
om de schuine hoek in te stellen. Draai de hendel
weer stevig vast om de gekozen schuine hoek vast
te houden. Zet het werkstuk vast met een span-
schroef. Schakel de machine in en wacht totdat
het zaagblad op volle toeren draait. Breng dan het
handvat langzaam tot in de laagste positie door
druk uit te oefenen evenwijdig met het zaagblad,
en DUW DE SLEDE NAAR DE GELEIDER OM
HET WERKSTUK TE ZAGEN. Nadat het zagen is
beëindigd, schakelt u de machine uit. WACHT
TOTDAT HET ZAAGBLAD VOLLEDIG TOT STIL-
STAND IS GEKOMEN alvorens het zaagblad in
zijn hoogste positie terug te zetten.
LET OP:
• Tijdens het zagen van schuine sneden kan het
gebeuren dat het afgezaagd stuk tegen de zijkant
van het zaagblad komt te liggen. Indien het zaag-
blad omhoog wordt gebracht terwijl het nog draait,
kan dit stuk door het draaiende zaagblad worden
gegrepen zodat brokstukken in het rond worden
geslingerd, hetgeen natuurlijk gevaarlijk is. Breng
daarom het blad omhoog ALLEEN nadat dit volle-
dig tot stilstand is gekomen.
• Wanneer u het handvat omlaag drukt, dient u druk
uit te oefenen evenwijdig met het zaagblad. Indien
u verticale druk op het draaibaar voetstuk uitoefent
of de drukrichting tijdens het zagen verandert, zal
kan
de zaagsnede minder nauwkeurig zijn.
5.
Gecombineerd zagen
Gecombineerd zagen betekent dat het werkstuk
tegelijk met een schuine hoek en een verstekhoek
wordt gezaagd. Gecombineerd zagen is mogelijk
voor hoeken aangegeven in de onderstaande tabel.
Verstekhoek
0° – 47° links
en 0° – 45° rechts
52° rechts
Schuine hoek
0° – 45° links en rechts
0° – 40° links
en 0° – 45° rechts
41