Let op:
Let er op dat de draaibeitel, bij het langs-, vlak-,
binnendraaien, in- en afsteken, exact centraal is
ingesteld.
Kegeldraaien (afb. 27 - 28)
Kegeldraaien vindt plaats door het instellen van de
bovenslede (23). Hier wordt de bovenslede na het
lossen van de stelschroeven (A) om zijn as gedraaid
(afb. 28). De gradenindeling van de kegel vindt plaats
aan de hand van de schaal voor het kegeldraaien (20).
Nadat de bovenslede juist ingesteld is (afb. 29) dienen
de stelschroeven (A) opnieuw vastgedraaid te worden.
Schroefdraadsnijden (Afb. 29)
Het schroefdraadsnijden vindt plaats met een speciale
schroefdraadbeitel. Deze wordt exact en recht op de
werkstukas ingespannen. Dit kan het beste m.b.v. een
draaibeitelmal (afb. 30/pos. A) plaatsvinden. De
voeding bij schroefdraadsnijden vindt middels de leispil
(16) plaats en moet overeenkomstig zijn met de spoed
van de schroefdraad. Hiervoor wordt de
overeenkomstige voedingssnelheid, door een juiste
keuze van de wisselwielen, ingesteld (zie punt
Voedingssnelheid, wisselen van de wisselwielen).
Let op:
Het schroefdraadsnijden moet met een laag toerental
en een goede smering plaatsvinden. Bij
schroefdraadsnijden en tussen de afzonderlijke
snijstappen bij het schroefdraaddraaien mag de
vergrendelingshendel voor de voeding (19) niet
geopend zijn of het werkstuk uit de klauwplaat
genomen worden.
Schoonmaken
Schoonmaken, onderhoud en het bestellen van
reserveonderdelen
Neem voor alle schoonmaakwerkzaamheden de
netstekker uit het stopcontact.
Schoonmaken
•
Wij adviseren u de machine na elk gebruik te
reinigen.
•
Verwijder de spanen met een handveger en/of
kwast.
•
Verwijder vuil, smeermiddel- en olieresten met een
katoenen doek.
•
Gebruik voor het schoonmaken nooit perslucht.
•
Smeer de blanke metalen onderdelen na het
schoonmaken met een zuurvrije smeerolie in.
Aandrijfriem vervangen (afb. 30 - 33)
De aandrijfriem is een slijtonderdeel en moet naar
behoefte vervangen worden. Verwijder eerst de
afdekking van de wisselwielenkast (1) (zie punt
Voedingssnelheid, wisselen van de wisselwielen).
Maak nu de beide borgschroeven (afb. 30/pos. A) los
en verwijder de aandrijfplaat (afb. 31/pos. B).
Verwijder de aandrijfriem onder het draaien van het
bovenste tandwiel en trek deze van de motoras af (afb.
32 - 33). De inbouw vindt plaats in omgekeerde
volgorde.
Belangrijk: Om de machine te kunnen inschakelen,
dient de afdekking van de wisselwielenkast (afb.
14/pos. 1) geplaatst zijn.
Let op:
Schakel voor het vervangen van de tandriem de
machine uit en neem de netstekker uit.
Vervangen van de apparaatzekering (afb. 22/pos. B).
Let op! De machine uitschakelen en de netstekker
uitnemen!
Indien de draaibank niet meer zou functioneren, controleer dan
de zekering in de zekeringhouder (B) en vervang deze
eventueel door een zekering met een gelijke nominale waarde.
Sledespeling instellen
Indien de slede eenmaal te veel speling in haar geleiding heeft
gekregen, kan dit aan de schroefdraadstiften en wel aan de
zijde van de slede ingesteld worden.
Let op:
Een omkeerspeling in de voedingsspil van tot een halve
omdraaiing is afhankelijk van het type en als normaal te
beschouwen.
Koolborstels
Laat bij overmatige vonkvorming de koolborstels door een
vakkundige elektricien controleren.
Let op! De koolborstels mogen enkel door een
vakkundige elektricien vervangen worden.
Transport en opslag
Tijdens het transport van de machine moet de bedslede naar het
einde van het bed, in de buurt van de losse draaibankkop,
geplaatst worden en daar vastgeklemd te zijn.
Onderhoud en verzorging
Voor ieder onderhouds- en schoonmaakwerkzaamheid
de netstekker uitnemen!
Tijdens het gebruik van de machine moet op het nodige
onderhoud gelet worden. Hierdoor is het gewaarborgd dat de
hoge bedrijfsnauwkeurigheid en de betrouwbaarheid voor lange
tijd behouden blijft.
1.
Spanen m.b.v. een handveger of een kwast verwijderen.
2.
Voor het begin en na het gebruik moeten alle beweegbare
onderdelen gesmeerd worden.
3.
De glij- en geleidevlakken doorlopend van spanen en
afgesleten metalen deeltjes, in het bijzonder bij het
bewerken van gietijzer, messing, brons en aluminium,
schoonmaken en opnieuw met olie invetten. Oppervlakten
niet met perslucht schoon blazen. Voor het schoonmaken
een stoffer, penseel of stofzuiger gebruiken.
4.
Controleren dat er geen afgesleten metalen deeltjes aan de
viltstrippen en tussen de geleidingsvlakken opgehoopt zijn.
Afgesleten metalen deeltjes verwijderen, viltstrippen
schoonmaken en opnieuw terugplaatsen zodanig dat deze
alzijdig aan de geleidingsvlakken aanliggen. Vilt en
geleidingsvlakken smeren.
5.
Om de echt hoge nauwkeurigheid van de machine te
behouden moeten de centerpunten, de geleidingsvlakken,
de voedingsspil enz. voorzichtig behandeld worden.
Indien op het oog aan de machine een willekeurige
schade wordt vastgesteld, dan moet deze per omgaande
verholpen worden.