Appendix B - Problemen Oplossen - NorthStar Explorer M310 Manual De Instrucciones

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 20

Appendix B - Problemen oplossen

Deze gids voor het oplossen van problemen gaat
ervan uit dat u de complete handleiding gelezen
en begrepen heeft.
Het is vaak mogelijk om moeilijkheden op te
lossen zonder dat het apparaat voor reparaties
naar de fabriek hoeft worden teruggezonden. Wij
verzoeken u vriendelijk om deze probleem-oplos-
sectie door te lezen voordat u contact opneemt
met uw Northstar dealer.
Er zijn geen onderdelen die door de gebruiker
onderhouden dienen te worden. Er zijn
gespecialiseerde methodes en testinstrumenten
voor nodig om te controleren of het apparaat op
een correcte manier opnieuw in elkaar is gezet
en of het nog steeds waterdicht is. Reparaties aan
het apparaat dienen alleen te worden uitgevoerd
door servicecenters die door Northstar zijn
goedgekeurd. Gebruikers die hun apparaat zelf
onderhouden maken de garantie ongeldig.
U kunt meer informatie vinden op onze website:
www.northstarnav.com
Problemen bij inschakelen apparaat:
1.
a
Zekering doorgebrand of stroom
onderbroken door stroomonderbreker.
b
Voltage accu niet tussen 10.5 en 16.5 V DC.
c
Electriciteits- / datakabel beschadigd.
Snelheidweergave klopt niet of vertoont
2.
onregelmatigheden:
a
Kalibratie is niet correct (zie sectie 3-7).
b
Snelheidstransducerkabel is losgeraakt of
beschadigd.
c
Snelheids-/temperatuurtransducer is vuil of
beschadigd. Controleer of het schoepenrad
zowel aan de voor als achterkant recht in de
houder zit. Haal het schoepenrad uit houder
en controleer op viezigheid en schade. Draai
het schoepenrad met de hand en controleer
de snelheidsmeter voor een weergave.
d
De snelheidstransducer is niet correct
geïnstalleerd of het water stroomt er niet
gladjes over. Herzie installatie.
e
Storing door electrische ruis. Herzie installatie.
Northstar Explorer M310 Installation and Operation Manual
Diepteweergave klopt niet of vertoont
3.
onregelmatigheden:
a
Apparaat is tijdelijk niet in staat om de
bodem waar te nemen, bijv. omdat het water
te diep, te ondiep of te troebel is, omdat de
boot achteruit vaart of omdat het water rond
de transducer te woelig is.
b
Dieptetransducerkabel is losgeraakt of
beschadigd.
c
Dieptetransducer is vies of beschadigd.
Controleer op viezigheid, beschadigingen of
een te dikke laag verf.
d
Dieptetransducer is niet correct geïnstalleerd
of het water vloeit er niet gladjes over. Herzie
installatie.
e
Storing door de ultrasone golven van een
andere dieptetransducer.
f
Storing door electrische ruis. Herzie
installatie.
Om de transducer te controleren vervangt u
deze tijdelijk door een goed functionerende
transducer. Houd deze transducer over
boord in het water en controleer of er een
diepte weergegeven wordt.
Temperatuurweergave klopt niet:
4.
a
Kalibratie is niet correct (zie sectie 6-2).
b
De snelheids-/temperatuurransducer is
beschadigd.
Het woord SIM flikkert aan de
5.
rechteronderkant van het scherm,
weergegeven waarden zijn niet zoals
verwacht:
a
Apparaat staat op de simulatie-instelling (zie
sectie 2-5).
Het beeldscherm beslaat:
6.
a
Vochtige lucht is door het luchtgaatje de
achterkant van het apparaat binnengedrongen.
Zorg dat de boot gelucht wordt of gebruik het
apparaat met de achtergrondverlichting op de
felste stand.
b
Water is door het luchtgaatje aan de
achterkant het apparaat binnengedrongen.
Stuur het apparaat voor onderhoud naar een
servicecenter.
71

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido