Aanwijzing
Het pictogram en de urgentiegraad "Aanwijzing" kenmerken aanvullende informatie
voor het veilig en efficiënt werken met het spuitpistool.
3.2
Algemene veiligheidsinstructies
•
De geldende voorschriften ter preventie van ongevallen en de overige erkende
veiligheidstechnische en arbeidsgeneeskundige regels moeten worden
nageleefd.
•
Gebruik het spuitpistool alleen in goed geventileerde ruimtes. In het werkbereik
is vuur, open licht en roken verboden. Bij het spuiten van licht ontvlambare
materialen (bijv. lakken, lijm, reinigingsmiddelen enz.) bestaat verhoogd gevaar
voor de gezondheid en explosie- en brandgevaar.
•
Het moet worden gegarandeerd dat het spuitpistool apart of in combinatie met
het apparaat waarop het is opgebouwd, voldoende geaard is (maximale weer-
stand 10
Ω).
6
•
Schakel vóór elk onderhoud en reparatie de lucht- en materiaaltoevoer naar het
spuitpistool drukloos - verwondingsgevaar.
•
Houd bij het spuiten van materialen geen handen of andere lichaamsdelen voor
de onder druk staande sproeier van het spuitpistool - verwondingsgevaar.
•
Richt het spuitpistool niet op personen en dieren - verwondingsgevaar.
•
Neem de verwerkings- en veiligheidsinstructies van de fabrikanten van spuitma-
teriaal en reinigingsmiddelen in acht. Met name agressieve en bijtende materi-
alen kunnen schade aan de gezondheid veroorzaken.
•
Draag in het werkbereik van het spuitpistool een gehoorbescherming. Het gege-
nereerde geluidsniveau van het spuitpistool van ca. 83 dB (A) kan gehoorschade
veroorzaken.
•
De partikelgeleidende afzuiglucht moet uit de buurt van het werkbereik en bedie-
ningspersoneel worden gehouden. Draag niettemin een ademhalingsmasker en
werkkleding zoals voorgeschreven als u met het spuitpistool materialen verwerkt.
Rondzwevende partikels brengen uw gezondheid in gevaar.
•
Let er altijd op dat na de montage- en onderhoudswerkzaamheden alle moeren
en schroeven vast zijn aangedraaid.
•
Gebruik alleen originele onderdelen, aangezien WALTHER alleen voor deze een
veilige en foutloze werking kan garanderen.
Gelieve u bij vragen over het veilige gebruik van het spuitpistool te wenden tot
WALTHER Spritz- und Lackiersysteme GmbH, Wuppertal.
4
Montage
Het spuitpistool is in de fabriek compleet gemonteerd. Voordat u het spuitpistool in
bedrijf kunt stellen moeten de volgende handelingen worden uitgevoerd:
106
4.1
Spuitpistool bevestigen
Bevestig het spuitpistool op een geschikte, stabiele houder, zoals beschreven in het
volgende voorbeeld:
(1)
4.2
Toevoerleidingen aansluiten
Waarschuwing
Let erop dat de aansluitingen van de regel- en verstuiverlucht niet verwisseld worden
- verwondingsgevaar.
(3)
(1)
alternatief
(3)
(2)
2. Zorg ervoor dat de slangen goed vastzitten.
Het spuitpistool is nu volledig gemonteerd en kan in bedrijf worden gesteld.
5
Bediening
5.1
In bedrijf stellen en uit bedrijf nemen
Voordat u het spuitpistool in gebruik kunt nemen, moeten de volgende voorwaarden
vervuld zijn:
•
De regelluchtdruk moet aan het spuitpistool beschikbaar zijn.
•
De verstuiverluchtdruk moet bij het spuitpistool beschikbaar zijn.
•
De materiaaldruk moet aan het spuitpistool beschikbaar zijn.
107
Gebruik hiervoor de beide M 4 boringen
(1) met een gatafstand van 30 mm.
Andere bevestigingsinrichtingen op
aanvraag
bijv.:
Artikelnummer
Pistoolhouder
V 21 300 25 000
1. Bevestig de toevoerleiding
• de spuitlucht aan de met (1)
gekenmerkte aansluiting van het
spuitpistool (M 7 - PK 4)
• de regellucht aan de met (2)
gekenmerkte aansluiting van het
spuitpistool (M 5 - PK 3)
• de materiaaltoevoer/circulatieversie
aan
de
met
(3)
gekenmerkte
aansluiting
van
het
spuitpistool
(G 1/8" - 5 mm ø)