vindt plaats
telkens als
de set
opnieuw
gestart wordt
na stoppen in
de
automatische
modus. Als
de cyclische
wisseling van
de pompen
gedeacti-
veerd is,
moeten de
vlotterschake-
laars of de
sensoren op
de
betreffende
pompen
aangesloten
worden: P1-
G1 (of S1),
P2-G2 (of
S2).
Deze functie
is van
essentieel
belang als de
pompen op
verschillende
stations zijn
geplaatst.
c16
Geef de
1= Pomp 1
bedrijfspom
2= Pomp 2
p in die u na
inschakeling
of reset als
eerste wilt
laten
starten.
De
parameter
c15 moet in
de GEACTI-
VEERDE
modus zijn
c17
Als de
0=
automatische
Gedeactiveerd
roulatie van
1 tot 12 uur
de pompen
niet
plaatsvindt
(de set heeft
nooit kunnen
stoppen)
wordt er een
"geforceerde"
roulatie van
de bedrijfs-
pompen
uitgevoerd als
de ingestelde
tijd verstreken
nl - Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
-
1
Uren 0
is.
c18
Alleen
0=
instelbaar in
Gedeactiveerd
geval van
1=
systemen
Geactiveerd
met sensor
Halveert de
tijdinstelling
(t10, t11, t12,
t13) in geval
van sterke
verandering
van de
feedback-
gegevens
(druk,
niveaus,
temperatuur).
REAL TIME KLOK
h19
Datum
Y
instellen
h20
Maand
M= 1 tot 12
instellen
h21
Dag
d= 1 tot 31
instellen
h22
Uren
h= 0 tot 23
instellen
h23
Minuten
m= 00 tot 59 -
instellen
AUTO-TEST RUN
Met deze functie worden de pompen één keer in de
week en op een ingestelde tijd en dag of na een
stilstandtijd gestart.
(zie paragraaf
6.1
voor de beschrijving)
c24
Periodieke
0=
automa-
Gedeactiveerd
tische test
1= Wekelijks
activeren
2= Stilstand-
tijd
t24
De stilstand-
1 tot 30
periode van
dagen
pomp 1
instellen
(c24=2)
t25
De stilstand-
1 tot 30
periode van
dagen
pomp 2
instellen
(c24=2)
h26
Dag van de
1= Maandag
wekelijkse
2= Dinsdag
automati-
3=
sche test
Woensdag
instellen
4=
(c24=1)
Donderdag
5= Vrijdag
6= Zaterdag
7= Zondag
h27
Uren van de
0 tot 23
wekelijkse
-
0
-
-
-
-
-
0
Da-
1
gen
Da-
1
gen
-
1
uren 10
187