SEWAGE (RIOOL) APPLICATIE (de parameter
SE is geselecteerd, zie paragraaf 5.4.3)
Auto-test RUN
6.1
De automatische testfunctie kan gebruikt worden
om de pompen in te schakelen als zij lange tijd
uitgeschakeld zijn geweest.
De pompen worden ingeschakeld door de klok of
na een ingestelde stilstandperiode (c24).
Hoe u de automatische test kunt starten:
activering door de klok (c24=1)
Als de pompen in werking zijn wordt de
automatische test gestaakt en wordt de tekst
knipperend op het display weergegeven:
tSt
Als
de pompen in stand-by
automatische test en wordt de test die uitgevoerd
wordt en de pomp die in gebruik is knipperend op
het display weergegeven:
tSt
P1
Hoe u de automatische test kunt stoppen
De automatische test kan op elk moment gestopt
worden door op de OK knop te drukken.
Wat doet de automatische test?
Automatische test geactiveerd door kloktijd
De automatische testfunctie brengt de volgende
instellingen en volgorden met zich mee:
1.
Functie activeren (c24=1).
2.
Dag, uren, minuten van de test instellen (h26,
h27, h28).
3.
Pomp P1 na de ingestelde tijd inschakelen.
4.
Pomp P1 na de ingestelde tijd stoppen (h29).
5.
Wachttijd van een minuut.
6.
Pomp P2 inschakelen.
7.
Pomp P2 na de ingestelde tijd stoppen (h29).
Automatische
test
stilstandperiode
De automatische testfunctie brengt de volgende
instellingen en volgorden met zich mee:
1.
Functie activeren (c24=2).
2.
De stilstandtijd voor pomp 1 (t24) of pomp 2
(t25) instellen.
3.
Pomp
P1
na
de
inschakelen.
4.
Pomp P1 na de ingestelde tijd stoppen (h29).
5.
Wachttijd van een minuut.
6.
Pomp
P2
na
de
inschakelen.
7.
Pomp P2 na de ingestelde tijd stoppen (h29).
zijn
start de
geactiveerd
na
een
ingestelde
tijd
(t24)
ingestelde
tijd
(t25)
nl - Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
De automatische test wordt onderbroken als de
druk of het niveau in het systeem verandert,
waardoor
de
pompen
functioneren.
De
uitgesteld.
De pompen starten en stoppen
6.2
(parameter c14)
De volgende beschrijving geldt als de sewage
(riool) software is geactiveerd (parameter c02=0).
Als de parameter opvoer is geactiveerd (c02=1),
dan zijn de start- en stopfuncties omgekeerd.
Vlotterschakelaars
6.2.1
De pompen worden ingeschakeld en gestopt door
de vlotterschakelaars. Er zijn diverse opties:
0=G1 en G2
Pomp 1 wordt ingeschakeld en gestopt door de
vlotterschakelaar G1.
Pomp 2 wordt ingeschakeld en gestopt door de
vlotterschakelaar G2.
Het hoog niveaualarm wordt geactiveerd door G
MAX maar geen van beide pompen wordt
ingeschakeld.
1=G MIN
Pomp
1
wordt
vlotterschakelaar G1.
Pomp
2
wordt
vlotterschakelaar G2. Beide pompen worden
gestopt door G MIN. Het hoog niveaualarm wordt
geactiveerd door G MAX maar geen van beide
pompen wordt ingeschakeld.
De onderbreking van G MIN wordt vastgesteld en
de pompen worden ingeschakeld/gestopt door G1,
G2.
2=G MAX
Pomp 1 wordt ingeschakeld en gestopt door de
vlotterschakelaar G1.
Pomp 2 wordt ingeschakeld en gestopt door de
vlotterschakelaar G2.
Het hoog niveaualarm wordt geactiveerd door G
MAX en beide pompen worden ingeschakeld.
Pomp 2 wordt na 2 sec. ingeschakeld. Deze optie
is om overmatig en snel vullen van de tank te
voorkomen. De pompen worden daarna gestopt
door G1, G2.
De G MIN laag niveau vlotterschakelaar heeft
geen invloed op de starttoestand van de pompen.
3=G MIN+G MAX
Pomp
1
wordt
vlotterschakelaar G1.
Pomp
2
wordt
vlotterschakelaar G2.
Het hoog niveaualarm wordt geactiveerd door G
MAX en beide pompen worden ingeschakeld.
Pomp 2 wordt na 2 sec. ingeschakeld. Deze optie
is om overmatig en snel vullen van de tank te
voorkomen.
automatisch
moeten
automatische
test
wordt
ingeschakeld
door
ingeschakeld
door
ingeschakeld
door
ingeschakeld
door
de
de
de
de
191