•
De stereoscheiding blijft optimaal tot
de laagste frequenties.
•
Geschikt voor grotere luisterruimten.
•
Hogere geluidsniveaus zijn mogelijk –
vaak zinvol om op de juiste wijze de
speciale Home Cinema effecten weer
te geven.
•
Resonanties op lage frequenties
worden minder hoorbaar.
Gebruik van twee subwoofers bij stereo zal
de kanaalscheiding verbeteren, wanneer
deze dichtbij de bijbehorende
satellietluidspreker wordt opgesteld. Kan de
subwoofer niet in de directe nabijheid van
de satellieten worden geplaatst, gebruik
dan de mono-uitgang (afbeelding 8).
Controleer alle aansluitingen
nogmaals
Voordat het systeem wordt ingeschakeld en
afgeregeld, eerst alle aansluitingen
nogmaals controleren. Het gebeurt namelijk
maar al te vaak dat geen behoorlijke
weergave wordt verkregen ongeacht de
gemaakte instelling, waarna wordt ontdekt
dat er iets verkeerd was aangesloten.
Controleer daarom of:
•
De signaalpolariteit klopt: voor de
luidsprekeraansluitingen van de
satellieten geldt dat de "+" met de "+"
wordt verbonden en de "–" met de "–".
Verwisseling geeft een 'vage' weergave
met een onduidelijk stereobeeld, weinig
laag of zelfs beide.
•
De linker en rechter kanalen in het
gehele systeem op dezelfde manier zijn
aangesloten. Let op het juiste
klankbeeld van een orkest en of bij
Home Cinema het geluidsbeeld in
dezelfde richting beweegt als het
beeld.
In- en uitschakelen
We adviseren om eerst de subwoofer in te
schakelen en daarna pas de andere
versterkers die signalen van de subwoofer
krijgen. Het omgekeerde geldt bij
uitschakelen: schakel dan de subwoofer als
laatste uit.
De functieschakelaar On/Auto (8) en de
indicatie werken als volgt:
On (aan):
In deze stand is de versterker altijd actief
en licht de indicatie groen op.
Auto (automatisch):
Nadat u de subwoofer voor het eerst in de
stand "Auto" heeft gezet, schakelt de
versterker in en licht boven de schakelaar
een groene indicatie (9) op. Wordt
gedurende 5 minuten geen ingangsignaal
gedetecteerd, dan zal de versterker
automatisch in "standby" gaan en wordt de
indicatie rood. Zodra een ingangssignaal
wordt gesignaleerd, schakelt de versterker
weer in en wordt de indicatie groen.
Bedieningsorganen
De subwoofer beschikt over 5 knoppen:
•
Volumeregelaar (10)
30
•
Frequentie-instelling voor laagdoorlaat
filter (5 – LOW-PASS FILTER)
•
Schakelaar voor laagdoorlaat filter (7)
•
Faseschakelaar (6 – PHASE)
•
Schakelaar EQ equalizer (4)
De optimale instelling van elke regeling
wordt bepaald door de andere apparatuur
die met de subwoofer wordt gebruikt.
Wordt er meer dan één subwoofer gebruikt,
zet dan de overeenkomende instellingen in
dezelfde positie.
Home Cinema
De B&W ASW Actieve Subwoofer is niet
THX
®
gecertificeerd, maar kan desgewenst
met een THX
®
controller worden gebruikt.
•
Zet de VOLUME regelaar aanvankelijk
op 'negen uur'.
•
Zet de LOW-PASS FILTER schakelaar
op OUT (uit).
•
Zet de EQ schakelaar aanvankelijk
op A.
•
Zet de PHASE schakelaar aanvankelijk
op 0°.
•
De positie van de LOW-PASS FILTER
frequentie-instelling is niet belangrijk.
Lees ook de paragraaf 'Fijninstelling'.
Gebruikt u een THX
®
decoder, schakel dan
de subwoofer functie in. Op deze manier
zijn de instellingen voor filter en volume
optimaal om de subwoofer in alle
toepassingen te gebruiken. Voor het
inregelen van de geluidsniveaus gebruikt u
het interne testsignaal en de
kanaalinstellingen van de THX
alle gevallen deze testruis op de
luisterpositie op een geluidsdruk van 75 dB
SPL (C-gewogen) instellen.
Gebruikt u een andere processor, kies dan
voor de front en de surround luidsprekers
eerst de juiste grootte ('large' of 'small'),
voordat u de niveaus instelt. Gebruik het
testsignaal en de volumeregeling van de
decoder om alle luidsprekers in te stellen.
Gebruik de VOLUME regeling van de
subwoofer uitsluitend wanneer u via de
decoder geen goede instelling kunt
bereiken.
Bij elektronicawinkels zijn betaalbare
geluidsdrukmeters te koop waarmee
eenvoudig het juiste niveau kan worden
ingesteld. Raadpleeg zonodig de
handleiding van de decoder voor het
instellen van het juiste niveau.
2-Kanaals audio
•
Zet de VOLUME regelaar aanvankelijk
op 'negen uur'.
•
Zet de LOW-PASS FILTER schakelaar
op IN (aan).
•
Zet de EQ schakelaar aanvankelijk op
A.
•
Zet de PHASE schakelaar op 180°.
Worden de satellieten in breedband
(volledig bereik) gebruikt (afbeelding 6, 7,
10, 11):
•
Zet de LOW-PASS FILTER frequentie
op -6 dB afsnijfrequentie voor de
satelliet luidsprekers.
Zowel de -3 dB als de -6 dB grafieken
vindt u bij de specificaties van elk B&W
type luidspreker. Wanneer de fabrikant van
een satelliet luidspreker alleen een -3 dB
cijfer opgeeft en niet voor -6 dB, dan ligt de
optimale instelling tussen 0,6 en 0,9 maal
de -3 dB frequentie, afhankelijk van de
afval. Hoe geleidelijker de afval van de
satellieten is, hoe lager u de frequentie
dient te kiezen.
Worden de satellieten in hoogdoorlaat
(afbeelding 8, 9, 12, 13) gebruikt:
•
Zet de LOW-PASS FILTER frequentie
op 80 Hz.
Lees ook de paragraaf 'Fijninstelling'.
Fijninstelling
Home Cinema
Bij Home Cinema is het subwoofersignaal
(LFE) een apart kanaal in plaats van een
aanvulling op het satellietsignaal. Het LOW-
PASS filter is uitgeschakeld (OUT), omdat
de decoder hier de juiste filters levert, die
nodig zijn bij een instelling op kleine (small)
luidsprekers. De positie van de
faseschakelaar kan echter wèl belangrijk
zijn; normaliter is deze 0°, maar wanneer
de subwoofer op een behoorlijke afstand
van de andere luidsprekers staat, of de
versterker van de andere luidsprekers de
polariteit verandert, dan kan 180° een beter
resultaat geven. Luister daarom naar beide
posities van de schakelaar en kies de
positie die het "volste" laag geeft. Is geen
verschil hoorbaar, laat de schakelaar dan in
de positie 0° staan.
Surround processoren hebben gewoonlijk
®
decoder. In
een eigen gekalibreerd testsignaal dat u
kunt gebruiken om de onderlinge niveaus
van de luidsprekers in te stellen. Dit maakt
het inregelen eenvoudiger dan bij een
stereosysteem. Aarzel echter niet de
instellingen zonodig naar eigen inzicht aan
te passen. Het is bovendien erg verleidelijk
dankzij de kwaliteiten van de subwoofer
iets meer nadruk op het laag te leggen dan
realistisch is, vooral bij sommige
laagfrequent effecten! Op de lange duur
geeft het een realistischer en bevredigender
resultaat wanneer de subwoofer iets
zachter staat dan het standaard
kalibratieniveau aangeeft.
Stereo
De optimale instellingen van de PHASE
schakelaar en de LOW-PASS FILTER
FREQUENTIE beïnvloeden elkaar en zijn
afhankelijk van de laagweergave van de
satellietluidsprekers en de onderlinge
plaatsing van alle luidsprekers in de ruimte.
De hiervoor genoemde instellingen voor de
frequentie van het LOW-PASS FILTER en
PHASE zijn zo gekozen dat deze goed
passen bij de meeste laaginstellingen,
zowel voor gesloten als open (reflex)
systemen, wanneer de -6 dB punten
binnen het regelbereik van de subwoofer
blijven.
Wanneer de satelliet luidsprekers worden
gestuurd via het hoogdoorlaatfilter van de
subwoofer, dient de frequentie lager
ingesteld te worden dan de aanvankelijke
waarde van 80 Hz, indien het -3 dB punt
van de satelliet luidsprekers beneden 80 Hz
ligt, en hoger indien dat erboven ligt.