Testroutine en inspectie
van de installatie
Testprocedure
(Afb. 19)
1. Vóór de test:
(1)Schakel het toestel niet in voordat het
volledig geïnstalleerd is.
(2)De elektrische aansluiting dient cor-
rect en veilig te zijn.
(3)De kleppen moeten open zijn.
(4)Het toestel moet vrij van vuildeeltjes
zijn.
2. Testmethode
(1)Schakel het toestel in en druk op de
ON/OFF toets van de afstandsbedie-
ning.
Elektrische aansluitingen
BINNENUNIT
Gegevens en maten zijn aan mogelijke wijzigingen onderhevig zonder kennisgeving vooraf.
(2)Druk op de MODE toets om te con-
troleren of de drie functies werken:
KOELEN, VERWARMEN, ONT-
VOCHTIGEN.
3. Noodmethode.
Als de afstandbediening niet gebruikt
kan worden, ga dan als volgt te werk:
* Druk met uitgeschakeld toestel op de
toets AUTO om het toestel in te scha-
kelen. Het toestel werkt in de desbe-
treffende functie.
* Druk met ingeschakeld toestel op de
toets AUTO om het toestel uit te scha-
kelen.
Nota: De TEST functie dient uitsluitend ter
controle. Deze functie mag niet als normale
bedrijfsfunctie gebruikt worden.
VOEDINGSSPANNING 4 DRADEN
Y
JBK 50 BG
Y
JBK 75 BG
Y
JBK 100 BG
Y
JBK 120 BG
BINNENUNIT
230V/1Ph/50Hz
JBO 50 BG
JBO 75 BG
BUITENUNIT
JBO 100 BG
JBO 120 BG
BUITENUNIT
VOEDINGSSPANNING 4 DRADEN
400V/3Ph/50Hz
NL
Fig. 19
5
Y
3 DRADEN
N(4)
Y
230V/1Ph/50Hz
L1
L2
Y
5 DRADEN
L3
Y
400V/3Ph/50Hz
N
55