GEBRUIKSAANWIJZINGEN
Brandstof en warmtevermogen
De verbranding werd geoptimaliseerd op
technisch vlak, zowel met betrekking tot het
ontwerp van de haard en relatieve luchttoevoer,
als met betrekking tot de afgiftes. Wij vragen
u ons te steunen in ons streven naar de
instandhouding van het milieu, door de volgende
instructies op te volgen met betrekking tot het
gebruik van brandstoffen die geen schadelijke
stoffen bevatten en er geen produceren.
Gebruik uitsluitend natuurlijk en gedroogd
brandhout, of houtblokken. Vochtig hout, hout
dat net verzaagd is of op ongeschikte wijze
opgeslagen is, zal veel water bevatten en zal
bijgevolg niet goed branden, en veel rook maar
weinig warmte produceren.
Gebruik alleen brandhout dat minstens twee
jaar gedroogd heeft in een goed verluchte en
droge omgeving. Zo zal het watergehalte minder
bedragen dan 20% van het gewicht. Op die
manier bespaart u op de brandstof, omdat ouder
hout beslist een hoger warmterendement heeft.
Gebruik nooit vloeibare brandstoffen zoals
benzine, alcohol of gelijkaardig. Verbrand geen
afval.
watergehalte
g/kg hout
heel oud
2 jaar oud
1 jaar oud
Pas verzaagd hout
Vergelijking:
Ouder hout heeft een warmtevermogen van ongeveer 4 kWh/kg, en vers hout van slechts
2 kWh/kg. Om hetzelfde warmtevermogen te verkrijgen, is dus het dubbel van de brandstof
nodig.
OPGELET:
Als de haard in stand gehouden wordt met een te grote
hoeveelheid brandstof of met een verkeerde soort van brandstof, loopt
men het gevaar van oververhitting.
Veiligheidsvoorschriften
Eerste inbedrijfstelling
De laklaag van de haard is onderhevig
aan zogenaamde veroudering tot de
bedrijfstemperatuur voor de eerste keer
bereikt wordt. Dit kan onaangename geurtjes
met zich brengen. In dat geval, moet het
vertrek waar de haard geïnstalleerd is goed
verlucht worden.
Gevaar voor brandwonden
De buitenste oppervlakken van de
haard DOUBLE, vooral de deuren van
glaskeramiek, worden warm. Niet aanraken
– gevaar voor brandwonden! Waarschuw
kinderen. Kinderen moeten altijd uit de buurt
van de brandende haard gehouden worden.
Verwijder de as pas wanneer die afgekoeld
is en vooraleer de as weg te gooien, moet
die minstens 24u afgekoeld zijn in een niet-
brandbaar recipiënt.
Warmtevermogen
kWu/kg
100
4,5
200
4
350
3
500
2,1
Luchtroosters
Let erop de uitgangen van de warme lucht
niet af te sluiten of te verstoppen. Dit kan
oververhitting in de bekleding veroorzaken.
Werking van de haard met open
deur
In geval van werking met open deur, moet
de haard constant onder toezicht gehouden
worden. Er kunnen altijd hete splinters
houtskool uitspringen.
Fundamentele aanwijzingen
Toevoegen van brandstof
Om "hout toe te voegen" is het raadzaam
gebruik te maken van een beschermende
handschoen, omdat de handgreep bij een
langdurige werking kan opwarmen. Open
de deur langzaam. Op die manier wordt
voorkomen dat luchtspiralen rook naar buiten
werpen. Wanneer moet hout toegevoegd
worden? Wanneer de brandstof bijna tot as
geworden is.
Werking in de tussenseizoenen
Om de lucht voor de verbranding aan te
zuigen en de rookgassen af te voeren, heeft
de haard DOUBLE de trekkracht nodig
van de kachel/schoorsteen. Naarmate de
buitentemperatuur toeneemt, zal de trekkracht
afnemen. In geval van buitentemperaturen
hoger dan 10°C, moet men vooraleer
Groter
het vuur aan te steken de trekking van de
houtverbruik in %
schoorsteen controleren. Als die zwak is, moet
0
eerst een "startvuur" aangestoken worden
15
met materiaal met kleine afmetingen. Eens de
correcte trekking van de schoorsteen hersteld
71
is, kan de brandstof toegevoegd worden.
153
Aanbreng van lucht in het vertrek
waarin de haard zich bevindt.
De haard DOUBLE kan pas correct
functioneren wanneer in het vertrek waarin hij
geïnstalleerd is voldoende lucht aangevoerd
wordt voor de verbranding. Vooraleer de
kachel aan te steken, moet een toereikende
luchtaanbreng gegarandeerd worden. Indien
de installatie ermee uitgerust is, open de klep
voor de toevoer van buitenlucht en laat die
open de hele tijd waarin de kachel in werking
is. De inrichtingen voor de aanbreng van
de lucht voor de verbranding mogen niet
veranderd worden.
59