Descargar Imprimir esta página

Danfoss TL3G Manual Del Usuario página 19

Ocultar thumbs Ver también para TL3G:

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 14
Instructies
1A. Hoofdwikkeling
1B. Startwikkeling
1C. Startrelais
1D. Wikkelingbeveiliging
1E. Startcondensator
1F. Afleidweerstand
1G. Bedrijfscondensator
1H. Thermostaat
1J. Ventilator
1K. Pressostaat
Bevestig de afdekking van het
klemmenblok.
Houd ontvlambare materialen uit de buurt
van de elektrische apparatuur.
7 – Conformiteitsverklaring
• Al onze koelgroepen voldoen aan
de laagspanningsrichtlijn 2014/35/EU
en moeten tijdens de installatie worden
geïntegreerd.
• Laagspanningsrichtlijn 2014/35/EU
EN 60335-1:2012 + A11:2014 - Huishoudelijke
en soortgelijke elektrische toestellen -
Veiligheid - Deel 1: Algemene eisen – voor
alle hierboven vermelde koelgroepen met
compressorplatform FR, GS, L, P, NF, NL,
PL, SC en TL.
• Ecodesign-richtlijn 2009/125/EG,
betreffende de totstandbrenging van
een kader voor het vaststellen van
eisen inzake ecologisch ontwerp voor
energiegerelateerde producten.
• VERORDENING (EU) 2015/1095, tot
uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG inzake
ecologisch ontwerp voor professionele
koelbewaarkasten, snelkoelers/-vriezers,
condensoreenheden en proces-chillers.
• Prestatiemetingen van koelgroepen
zijn uitgevoerd volgens de norm
EN 13771-2:2007 – Compressoren
voor koelmiddelen en koelgroepen
- Prestatiebeproeving en
beproevingsmethoden - Deel 2: Koelgroepen
• De volgende goedkeuringen moeten worden
verkregen via officiële keuringsinstanties
zoals Nemko, Demko, BEAB, LCJE enz. Onder
meer EN 60335-2-24, IEC 335-2-89, IEC 79-15.
8 – Veiligheid
Belangrijke onderhouds- en veiligheidstips
De droger moet altijd worden vervangen
wanneer een systeem is geopend.
Blaas het systeem door met droge stikstof voordat
u gaat solderen.
Wanneer een defect systeem wordt geleegd,
moet het koudemiddel apart worden
verzameld. Het mag niet worden vermengd
met andere koudemiddelen en het mag
niet naar de omgeving lekken.
(Zie ook "Installatie").
FRCC.PI.052.A2.10
De condensor en de volledige koelgroep
moeten regelmatig worden gereinigd.
Volg de gespecificeerde onderhouds-
en reinigingsintervallen altijd op.
Werken aan componenten die onder
druk staan, is gevaarlijk.
Let op voor hete en extreem koude
componenten. Let op voor bewegende
componenten (bv. ventilator).
Zorg voor voldoende ventilatie.
Controleer of de ventilator optimaal werkt.
Houd u aan de toepassingslimieten die door
de fabrikant worden vermeld.
Als er pressostaten zijn gespecificeerd,
moeten die door vakbekwaam personeel
worden geïnstalleerd.
De bedrijfscondities moeten worden bewaakt
om een optimale werking te garanderen.
Controleer of de afsluiters (zuig- en perszijde)
volledig zijn geopend.
Zorg dat er wordt voldaan aan EN 378.
Als geforceerde ventilatie noodzakelijk is,
moet dat duidelijk worden aangegeven
(d.w.z. met een label).
Niet installeren in agressieve, vochtige
of stoffige omgeving.
Niet installeren of starten in ruimtes
met ontvlambare gassen of in installaties
die daarmee werken.
PED (Richtlijn drukapparatuur 97/23/EG)
Koelgroepen zijn geen "units" volgens de PED.
De unit/installatie waarin de koelgroep
is gemonteerd/geïntegreerd, moet aan
de PED voldoen.
9 – Maximale koudemiddelvulling
Units met vloeistofvat. Zie fig. 9.
Units zonder vloeistofvat. Zie fig. 10.
Gebruik de koudemiddelen die op
pagina 3 en 4 staan vermeld.
We adviseren om niet meer koudemiddel
toe te voegen dan nodig is voor een juiste
werking van het koelsysteem.
Voor koelsystemen met capillair moet de
vulling worden aangepast aan het specifieke
systeemtype.
De bedrijfsvulling mag nooit meer zijn dan de
capaciteit van de condensor en het vloeistofvat.
Vermijd altijd een te grote hoeveelheid
koudemiddelvulling!
Carterverwarming
Als het niet mogelijk is de aangegeven
maximale hoeveelheid koudemiddel
in de koelgroepen T0, T2, A01, A02, A04 of T0
aan te houden, moet er een carterverwarming
of "pompdowntransmissie" worden gebruikt.
De carterverwarming moet direct over de
las worden geplaatst.
De carterverwarming verwarmt de
compressorolie tijdens stilstandperioden.
Wanneer het koelsysteem gedurende langere
tijd stilstaat, moet de carterverwarming
2-3 uur vóór het starten worden ingeschakeld.
De volgende carterverwarmingen worden
aanbevolen
TL en FR: 35 W (bestelnr. 192H2095)
SC: 55W (bestelnr. 192H2096)
10 – Koude start
Na het installeren van de unit moet de
compressor een temperatuur van meer dan
10 °C bereiken voordat u de unit voor het eerst
opstart. Dat voorkomt mogelijke startproblemen
die worden veroorzaakt door een te hoge
viscositeit van de olie.
Bij lagere temperaturen is activering van
de wikkelingbeveiliging te verwachten,
totdat de viscositeit van de olie afneemt.
Zie ook "Carterverwarming".
Nooit tijdens vacuüm starten!
11 – Wikkelingbeveiliging
De compressoren hebben een ingebouwde
wikkelingbeveiliging. Als de beveiliging
de motor uitschakelt terwijl de compressor
koud is, kan het circa 5 minuten duren
voordat de beveiliging wordt gereset.
Als de wikkelingbeveiliging de motor
uitschakelt terwijl de compressor heet
is (compressorbehuizing boven 80 °C),
kan het circa 45 minuten duren voordat
de beveiliging wordt gereset.
De wikkelingbeveiliging controleren
Bij uitval van de compressor kunt u door
middel van een weerstandsmeting direct
op de toevoerstroomdraad bepalen of de fout
het gevolg is van schade aan de motor of van
activering van de wikkelingbeveiliging.
Fig. 3 Locatie van de wikkelingbeveiliging
in het elektrische circuit.
1A. Hoofdwikkeling
1B. Startwikkeling
1D. Wikkelingbeveiliging
Als uit de weerstandsmeting blijkt dat er een
doorverbinding door de motorwikkelingen
bestaat van punt K en S van de stroomtoevoer,
terwijl de verbinding tussen punt K en F
of tussen punt S en F verbroken is, weet
u dat de wikkelingbeveiliging het circuit
heeft uitgeschakeld. Wacht in dat geval
totdat de beveiliging wordt gereset.
© Danfoss | DCS (CC) | 2018.11 | 19

Publicidad

loading