5.4
De druk in niet aangesloten slangen of gereedschappen opheffen
5.4.1
Algemeen
Door temperatuursverschillen kan een overdruk ontstaan in niet gekoppelde slangen en
gereedschappen. Deze overdruk kan koppelen onmogelijk maken. Met behulp van het
drukontlastgereedschap kan deze overdruk weggenomen worden. Deze accessoire is verkrijgbaar voor
alle Holmatro slangensystemen en wordt standaard bij elke pomp meegeleverd.
Opmerking
Wij raden u aan om meerdere exemplaren voorradig te hebben.
5.4.2
High-Flow-koppelingen
Zie Fig. 6.
•
Draai de knop van het drukontlastgereedschap linksom om ruimte voor de koppeling te maken.
•
Druk het drukontlastgereedschap op de koppeling van de slang of het gereedschap en schroef het
gereedschap en de koppeling aan elkaar.
•
Wikkel een doek om het drukontlastgereedschap. Laat hierbij de knop vrij voor bediening.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de doek alle olieopeningen bedekt; zonder een doek kan er een wolk olie
ontstaan.
•
Draai de knop rechtsom om de druk op te heffen. Hierbij komt wat olie vrij.
•
Draai de knop linksom en verwijder het drukontlastgereedschap van de koppeling.
5.5
De pomp starten en stoppen
Knop ON (aan)
•
Houd de knop "ON" ingedrukt om de elektromotor van de pomp te laten lopen. De hydraulische
pomp levert olie en bouwt druk op voor het enkelwerkende gereedschap via de hogedrukslang.
•
Laat de knop "ON" los om de elektromotor van de pomp te stoppen, maar de druk in het systeem
blijft in stand.
Knop OFF (uit)
•
Druk op de knop "OFF" om de druk in het systeem op te heffen. De drukontlastklep gaat open en de
hydrauliekolie keert naar de olietank terug.
Opmerking
De drukontlastklep gaat altijd maximaal open. Hierdoor wordt de last ongecontroleerd
omlaag gebracht. Plaats indien nodig eerst een klep (reduceerventiel) in het
slangensysteem. Zie hoofdstuk 3.5.
EHW
916.219.569_001
NL
13