• Zorg ervoor dat de vacuümmeter 15 minuten of langer op een constante temperatuur is vóór
kalibratie.
• De vacuümmeter maakt gebruik van tweepuntskalibratie voor grotere nauwkeurigheid. De
twee punten zijn atmosferische druk en een diep vacuüm van minder dan 100 micron.
•
Schakel de vacuümmeter uit om de kalibratie af te sluiten zonder de bestaande kalibratie
te wijzigen.
VOOR ATMOSFERISCHE
1. Schakel de vacuümmeter in.
2. Houd met de vacuümmeter bij atmosferische druk en constante temperatuur de ENTER-knop
ingedrukt en druk vervolgens op de ALARM-knop. Het display geeft CAL - H weer.
3. Druk op ENTER om de atmosferische kalibratie op te slaan.
VOOR DIEPE VACUÜMKALIBRATIE: OPMERKING:
Een diepvacuümmeter met een nauwkeurigheid van 1 tot 100 micron is vereist voor
diepvacuümkalibratie. Kalibreer voor het beste resultaat ongeveer 50 micron. Als uw referenti-
evacuümmeter niet in microns leest, moeten de waarden worden geconverteerd naar microns
(mmHg of Torr x 10-3).
1. Schakel de vacuümmeter in.
2. Houd de ENTER-knop ingedrukt en druk vervolgens op de
geven waarbij XX de kalibratiedruk is. Gebruik de en pijlen om de kalibratiedruk aan te
passen aan de referentievacuümmeter.
3. Druk op ENTER om de diepvacuümkalibratie op te slaan.
OPERATIE
1. Druk op de
knop om het apparaat in te schakelen. Het display van de vacuümmeter telt
af tijdens het opwarmen en vervolgens wordt de druk weergegeven. Boven 20.000 micron
worden streepjes weergegeven.
2. Sluit de vacuümmeter aan op de installatie en start de vacuümpomp. Afhankelijk van de
grootte van de installatie kan het enige tijd duren voordat de numerieke vacuümlezing wordt
weergegeven op het LCD-scherm. De getallen zijn pas zichtbaar van 20.000 Microns of
overeenkomstige eenheid.
3. Druk op de
-knop om het apparaat uit te schakelen.
BELANGRIJKE OPMERKING MET BETREKKING TOT VACUÜMLEKTEST
Bij het controleren van een systeem op lekken onder een diep vacuüm (minder dan 1000
micron), sluit dan de vacuümmeter rechtstreeks op de installatie aan. Als er extra aansluitingen
nodig zijn, gebruik dan koperen buizen (geen rubberen slangen) en diep-vacuüm afsluiters.
Normale slangen en manifold-kranen kunnen een kleine lekkage in diep vacuüm aantonen.
Bij het starten van een diepe vacuümtest kan de vacuümmetermeting hoger 'driften' totdat het
systeem is geëgaliseerd. Na deze korte stabilisatieperiode (5 minuten) moet het vacuüm stabiel
blijven. Een opwaartse 'drift' van de vacuümmetermeting kan wijzen op een lekkend systeem.
WAARSCHUWING!! Om te voorkomen dat vacuümpompolie in de sensor van de vacuüm-
meter komt, moet u de vacuümmeter van de vacuümpomp isoleren voordat u de vacuümpomp
uitschakelt. Het vacuüm in de meter kan vacuümpompolie opzuigen als de vacuümpomp niet
draait. Als de installatie olie bevat en wordt geopend naar de atmosfeer terwijl de vacuümmeter
is aangesloten, kan dit ervoor zorgen dat er ook olie in de vacuümsensor komt.
MASTERCOOL CONNECT APP
1. Druk op de
-toets om het apparaat aan te zetten
2. Download de Mastercool Connect-app naar een mobiel apparaat in de App Store of Google
Play.
3. Start de Mastercool Connect-app op het mobiele apparaat.
4. Raak "SEARCH" aan in de Mastercool Connect-app. Kies de digitale vacuümmeter uit de lijst
met beschikbare apparaten. De vacuümmeter moet worden vermeld als VGMastercool-xxx,
waarbij xxx een uniek nummer is voor de vacuümmeter.
5. Zodra de verbinding is gemaakt met de Bluetooth® draadloze technologie zal dit symbool
verschijnen aan de linkerkant van het vacuümmeterscherm.
DE SENSOR REINIGEN
Let op de pakking na elk vacuüm. Als deze olie bevat, is het mogelijk dat er olie aanwezig is in de
sensorkamer. Volg dan de volgende instructies:
1. Verwijder de dichting en de depressor uit de sensor-montage.
2. Maak de pakking en depressor schoon met aceton.
3. Met behulp van een spuit, brengt u aceton aan in de montage opening. Herhaal dit totdat alle
olie is verwijderd.
4. Gebruik een gehandschoende vinger om de opening te bedekken en schud de vacuümmeter.
Laat een paar minuten zitten.
5. Tap het oplosmiddel af in een geschikte container voor correcte verwijdering.
6. Trek gedurende 15 minuten een vacuüm op de sensor om deze uit te drogen.
7. Herhaal indien nodig.
FOUTCODES
• E5 - Wordt tijdelijk weergegeven als wordt geprobeerd een diepvacuümkalibratie uit te voeren
en de druk in de sensor te hoog is.
• Voor E1 tot E4, terug naar Mastercool voor reparatie.
Google Play en het Google Play-logo zijn handelsmerken van Google LLC. Apple® en het Apple Logo® zijn
handelsmerken van Apple Inc. Het Bluetooth® woordmerk en logo's zijn geregistreerde handelsmerken die eigendom zijn
van Bluetooth SIG, Inc. en elk gebruik van dergelijke merken door Mastercool Inc. is onder licentie. Andere handelsmerken
en handelsnamen zijn die van hun respectievelijke eigenaren.
KALIBRATIE:
www.mastercool.com
knop. CAL XX wordt weerge-
13