Verklarende woordenlijst
De volgende definities worden in deze handleiding gebruikt:
AutoScan: Modus waarin de KVM-switch continu de ene poort na de andere
scant zoals door de gebruiker geconfigureerd.
BANK: Adres van een in serie geschakelde KVM-switch (00-15), door de DIP-
switch ingesteld.
Console: Verzamelwoord voor toetsenbord, monitor en muis die aangesloten
zijn op een KVM-switch.
Consolepoort: Aansluitingen voor de console voor verbinding met de KVM-switch.
Beheer:Als gesproken wordt over het schakelen tussen poorten, betekent
beheer dat de console in staat is invoersignalen naar de server te zenden. Beheer
vereist dat de console zich richt op de poort en deze herkent.
DDC: DDC is de afkorting van Display Data Channel, een VESA-standaard voor
communicatie tussen een monitor en een videoadapter. Met behulp van DDC
kan een monitor de videokaart van een computer informeren over eigenschappen
als maximale resolutie en kleurdiepte zodat de gebruiker de juiste opties krijgt
voor het configureren van het display.
Daisychain: Configuratie van meerdere KVM-switches die met elkaar in
serie zijn geschakeld. Een daisychain van KVM-switches gebruikt algemeen
gebruikelijke instellingen om naadloze complexe interacties tussen meerdere
consoles mogelijk te maken voor de besturing van een groot aantal servers.
HID: Human Interface Device, de klasse van USB-apparaten waartoe ook
toetsenborden en muizen behoren.
KVM:Deze term, letterlijk "Keyboard Video Mouse", verwijst naar een technologie
die het mogelijk maakt twee of meer computers (of servers) met één toetsenbord,
monitor en muis te besturen. Sommige switches die KVM-technologie gebruiken
maken ook het delen van andere randapparatuur als luidsprekers, microfoons en
printers mogelijk.
KVM-switch: Apparaat waarmee een gebruiker met één console meerdere
servers kan openen en besturen. Het heeft minstens één consolepoort en
meerdere serverpoorten.
OSD: OSD is de afkorting van On-Screen Display ofwel beeldschermmenu, een
grafische gebruikersinterface voor het bedienen en configureren van de KVM-
switch.
Poort: Interface-aansluiting op een server waarop de gebruiker een apparaat of
een verbindingskabel kan aansluiten.
Primaire KVM-switch: De KVM-switch die is aangesloten op de console en
waarvan het BANK-adres is ingesteld op 00.
Secundaire KVM-switch: Elke KVM-switch die met de primaire KVM-switch in
serie is gekoppeld en waarvan het BANK-adres is ingesteld op 01–15 (en waarop
geen console is aangesloten).
42