4.6 Interval (figuur 1.6)
1. Instelling interval: Stel de intervaltijd tussen de patroonreeksen in.
4.7 Instellingen (figuur 1.7)
1. Wachtwoord wijzigen: Wijzig het systeemwachtwoord. Het standaard
wachtwoord is '0000'.
2. Opstartmodus: Geef aan of de laser in verjaagmodus of in standby-modus
moet starten wanneer het systeem wordt aangesloten aan voedingsstroom.
3. Verwarmelement: Geef aan of de laser automatisch het interne
verwarmelement moet activeren bij lage omgevingstemperaturen.
4. Projectiesnelheid: Stel de snelheid in waarmee de laser tijdens het
afspelen van patronen beweegt.
5. Resetten: Zet de Agrilaser Autonomic terug naar de fabrieksinstellingen.
Alle opgeslagen data zal verloren gaan.
Alle data op de Agrilaser Autonomic wordt bij het resetten verwijderd.
Na het terugzetten naar de fabrieksinstellingen dienen er opnieuw
nieuwe patronen te worden aangemaakt en dienen deze te worden
toegewezen aan nieuwe tijdsintervallen.
Druk, na het voltooien van de patroon- en
tijdsinstellingen, op 'START' aan de rechter
onderkant van het scherm, om de Agrilaser Autonomic te activeren
voor het geautomatiseerd verjagen van vogels.
Klik op 'LOGOUT' om de softwareapplicatie af te
sluiten. Haal de USB-kabel niet uit de Agrilaser
Autonomic of uit uw computer voordat u uitgelogd bent, omdat
dit tot verlies van patronen of andere instellingen kan leiden.
5. Onderhoud
LET OP: Schakel de Agrilaser Autonomic altijd uit voordat u er
onderhoud aan uitvoert.
Voer de volgende onderhoudsstappen (ten minste) één keer per
week uit:
• Controleer of de Agrilaser Autonomic niet op zijn plaats wiebelt of kantelt.
Voeg meer ballast toe aan het frame of zet het systeem steviger vast aan
de ondergrond indien de stabiliteit is afgenomen.
• Controleer of de Agrilaser Autonomic de patronen uitvoert op de correcte
gebieden.
Voer de volgende onderhoudsstappen (ten minste) één keer per
maand uit:
• Maak de lens schoon met een natte doek. Het schoonmaken van de lens
voorkomt ongewenste laserreflecties en een verminderde effectiviteit.
• Controleer of de beweging van het motorplatform wordt belemmerd.
Verwijder vuil tussen de bewegende delen van het motorplatform.
Opslag
De Agrilaser Autonomic is ontworpen voor buitengebruik. Het wordt echter
aangeraden om de Agrilaser Autonomic op te bergen in een droge omgeving bij
temperaturen boven 0°C, wanneer deze voor langere tijd niet gebruikt wordt.
De Agrilaser Autonomic kan schoongemaakt worden met een natte
doek. Gebruik GEEN hogedrukpomp om schoon te maken, omdat dit
het product kan beschadigen.
30
Weggooien
Gooi de Agrilaser Autonomic niet weg met het huishoudelijk afval.
Recycle in overeenstemming met de plaatselijke regelgeving.
6. Garantie
LET OP: Bij pogingen tot demontage van de Agrilaser Autonomic
vervalt de garantie.
De Agrilaser Autonomic is ontwikkeld en geproduceerd volgens de hoogste
kwaliteitsnormen. Mocht u problemen met uw model ondervinden, lees dan
deze gebruikershandleiding en de installatiehandleiding zorgvuldig door.
Indien uw Agrilaser Autonomic een defect toont of als u hulp nodig heeft,
neem dan contact op met uw plaatselijke Agrilaser-dealer. Mocht een defect
ontstaan als gevolg van fabricagefouten, dan wordt gratis reparatie of
vervanging gegarandeerd. De Agrilaser Autonomic heeft een garantieperiode
van 12 maanden, geldend vanaf de aankoopdatum. In geval van vervanging
zal de garantieperiode van het oorspronkelijke product geldig blijven.
Garantievoorwaarden
De garantie is geldig als de Agrilaser Autonomic wordt gebruikt volgens de
instructies in de handleiding en voor het doel waarvoor deze is ontworpen.
STaRT
De garantie is geldig als er een geldig aankoopbewijs wordt overhandigd,
waarin de aankoopdatum, de naam van de leverancier en de naam van het
product staat vermeld.
LOG OUT
De garantie is ongeldig bij:
• Schade als gevolg van vallen of stoten.
• Verwijdering van het serienummer.
• Opening van onderdelen van het product (motorplatform, lasermodule,
noodstopknop, adapter, batterij of zonnepaneel) door onbevoegde personen.
• (Pogingen tot) reparaties door onbevoegde personen.
• Defecten die optreden als gevolg van gebruik van andere randapparatuur dan
geleverd door Bird Control Group (zoals het gebruik van een andere adapter).
• Gebreken die zijn ontstaan als gevolg van verkeerd gebruik of het gebruik in
omgevingen die niet zijn voorgeschreven.
• Defecten als gevolg van invloeden uit de omgeving.
• Een defect dat wordt veroorzaakt door slijtage van vervangbare onderdelen,
zoals de accu.
7. Reserveonderdelen
De volgende reserveonderdelen zijn beschikbaar voor de Agrilaser
Autonomic. Neem voor het aanvragen van onderdelen contact op met uw
lokale Agrilaser-leverancier.
Reserveonderdelen
Lasermodule
Motorplatform
Noodstop
Voedingsadapter (EU, GB, VS)
Steunframe
USB-kabel
Software voor Agrilaser (op USB-drive)