Stanley Fatmax FMHT77356 Manual De Usuario página 58

Gebruikershandleiding
NAUWKEURIGHEID CONTROLEREN – VERTICALE
STRALEN (AFB. G)
De verticale (loodlijn) kalibratie van de laser kan het
beste worden gecontroleerd op een locatie waar
veel hoogte beschikbaar is, het liefst 30' (9m). Één
persoon staat op de grond en positioneert de laser
NL
terwijl een ander persoon op het plafond de positie
van de straal markeert. Het is belangrijk dat u een
kalibratie controle uitvoert met een afstand die niet
korter is dan de afstand waarvoor u de laser wilt
gebruiken.
1.
Plaats de laser op de vloer en schakel beide
verticale laserstralen in.
2.
Markeer positie (f) waar de stralen op de vloer
kruisen, markeer ook positie (g) op de vloer en
markeer daarna het punt waar de laserstralen
kruisen op het plafond (h). Markeer altijd het
midden van de stralen.
3.
Draai de laser 180 graden en positioneer de
laser zo dat de kruislijn precies op de originele
markering (f,g) op de vloer straalt.
4.
Markeer de positie waar de stralen op het
plafond kruisen (j).
5.
Meet de afstand tussen de twee plafond
markeringen (h, j). Als de gemeten waarde
groter is dan de waarden hieronder afgebeeld,
moet de laser worden afgesteld bij een erkend
servicecentrum.
Afstand
Tussen muren
8' (2,5m)
10' (3,0m)
14' (4,0m)
20' (6,0m)
30' (9,0m)
58
Toegestane afstand
Tussen markeringen
1/16" (1,5mm)
3/32" (2,0mm)
1/8" (2,5mm)
5/32" (4,0mm)
1/4" (6,0mm)
90º NAUWKEURIGHEID CONTROLEREN TUSSEN
VERTICALE STRALEN (AFB. H)
Voor het controleren van de 90º nauwkeurigheid is
een open ruimte nodig van ten minste 33' x 18' (10m
x 5m). Raadpleeg afbeelding H voor de positie van
de laser en de plaats van de markeringen tijdens elke
stap. Markeer altijd het midden van de stralen.
1.
Plaats de laser in een hoek op de grond en
schakel de verticale straal aan de zijkant in.
2.
Markeer het midden van de straal op drie posities
(a, b en c) op de vloer langs de laserstraal.
Markering b moet het middelpunt van de
laserstraal zijn.
3.
Verplaats de laser naar markering b en schakel
beide verticale laserstralen in.
4.
Positioneer de kruislijn precies op markering b,
terwijl de voorwaartse straal op één lijn staat
met markering c.
5.
Markeer een plek (d) langs de verticale laserstraal
ten minste 18' (5m) vanaf de laser.
6.
Draai de laser over markering b zodat de
verticale straal door markering d heen gaat.
7.
Markeer de plaats (e) waar de verticale
laserstraal door markering a heen gaat.
8.
Meet de afstand tussen markering a en e. Als
de gemeten waarde groter is dan de waarden
hieronder afgebeeld, moet de laser worden
afgesteld bij een erkend servicecentrum.
Afstand
van A tot B
14' (4,0m)
17' (5,0m)
20' (6,0m)
23' (7,0m)
Toegestane afstand
Tussen markeringen
5/32" (3,5mm)
3/16" (4,5mm)
7/32" (5,5mm)
1/4" (6,0mm)