• Eventuele wijzigingen aan het apparaat maken de
conformiteitsverklaring ongeldig en ontslaat de
fabrikant van alle aansprakelijkheid op grond van
civiel- en strafrecht.
Veiligheidsapparaten
Let op - Gevaar! Niet knoeien met de instelling
van de veiligheids-/drukklep, en deze ook niet
aanpassen.
• De veiligheidsklep is ook een drukbegrenzingsklep.
Als de trigger van het pistool wordt losgelaten,
opent de klep en hercirculeert het water opnieuw
door de pompinlaat.
• Veiligheidsknop (X): voorkomt het per ongeluk
spuiten van water door de rode veiligheidsknop (X)
in de vergrendelstand te drukken (afb. 9).
Installatie
Montage
Let op - Gevaar! Alle installatie- en
montagewerkzaamheden moeten worden
uitgevoerd met het apparaat losgekoppeld van
het stroomnet, zoals geïllustreerd in de
diagrammen in 'Montage en bediening'.
Kabelomslag
• Bevestig de kabelomslag met een schroevendraaier
aan de achterkant van het apparaat met de
bijgeleverde schroeven (afb. 1 en 2).
Elektrische verbinding
Let op - Gevaar! Controleer of de elektrische
spanning en frequentie (V-Hz) overeenkomen
met die zijn gespecificeerd op het typeplaatje
(afb. 8). Zie Technische gegevens. Het apparaat
mag alleen worden aangesloten op een
stopcontact met een adequate aarding en RCD
(30 mA) om de elektriciteitsvoorziening af te
snijden in het geval van een kortsluiting.
Gebruik van verlengsnoeren
Gebrekkige verlengsnoeren kunnen gevaarlijk zijn.
Als een verlengsnoer wordt gebruikt, dient het
geschikt te zijn voor gebruik buitenshuis, en de
verbinding MOET droog en van de grond worden
gehouden. Aanbevolen wordt dat dit bereikt wordt
door middel van een kabelhaspel die de
contactdoos ten minste 60 mm boven de grond
houdt.
Gebruik snoeren met een beschermingsniveau
van IPX5. De dwarsdoorsnede van het
verlengsnoer moet evenredig zijn aan de lengte
ervan; hoe langer het is, des te groter moet de
dwarsdoorsnede zijn (zie afb. 2).
Verzeker dat voor een verlengsnoer tot 25 m lang
de dwarsdoorsnede van de snoerkern ten minste
1,5 mm is. Verzeker dat voor verlengsnoeren van 25
- 50 m lang de dwarsdoorsnede van de snoerkern
30
ten minste 2,5 mm is. Gebruik geen verlengsnoeren
langer dan 50 m.
Wikkel het verlengsnoer altijd volledig af vóór
gebruik.
Wateraansluiting
Let op - Gevaar! Alleen schoon of gefilterd water
mag worden gebruikt voor de inlaat. Let op de
max. inlaatdruk. Plaats het apparaat zo dicht
mogelijk bij het waterleidingnet.
Aansluiting op de waterleiding
• Het apparaat kan alleen direct worden
aangesloten op de drinkwaterleiding indien
de toevoerslang of kraan is voorzien van een
terugstroombeveiligingsklep. Als deze niet aanwezig
is, of als u daar niet zeker van bent, dient u een
terugstroombeveiligingsklep (zoals de Hozelock
terugslagklep 2181) te installeren volgens de
actuele van kracht zijnde regelgeving. Zorg ervoor
dat de slang ten minste Ø12,5 mm is en dat hij
verstevigd is.
Opmerking: water dat door de
terugstroombeveiligingen is gevlogen wordt als
niet-drinkbaar beschouwd.
Gebruik van de
hogedrukreiniger
Starten
Let op - Gevaar! Voordat u het apparaat start,
moet u controleren of de watertoevoerslang
goed is aangesloten; het gebruik van het
apparaat zonder water leidt tot beschadiging
ervan. Bedek de ventilatieroosters niet als het
apparaat in gebruik is.
Let op - Gevaar! Tijdens de werking moet het
apparaat op een stevig, stabiel oppervlak
worden geplaatst zoals weergegeven.
• Zet de waterkraan volledig open.
• Zorg ervoor dat de rode veiligheidsknop (X) niet is
ingedrukt (afb. 9).
• Druk een paar seconden op de trigger van het
pistool (afb. 10) en start het apparaat door de AAN/
UIT-schakelaar op AAN/1 te zetten (afb. 11).
• Dit model is uitgerust met een Total Stop System
(TSS-systeem), met een systeem voor het
automatisch afsnijden van de waterstroom:
• Als de trigger wordt losgelaten, onderbreekt de
dynamische druk automatisch de motor.
• Als op de trigger wordt gedrukt, zorgt de
automatisch daling in druk ervoor dat de motor
wordt gestart en na een kleine vertraging wordt de
druk hersteld (afb. 10).
• Om het TSS goed te laten functioneren, moeten