LET OP: Gebruik alleen alkaline- of lithiumbatterijen (AA-batterijen); zo kan er snel worden opgeladen bij zeer lage temperaturen.
Gebruik nieuwe, hoogwaardige AA/LR6-alkalinebatterijen.
Gebruik geen AA-zink-koolstofbatterijen of NiCd- of NiMH-accu's (oplaadbaar). Deze zijn vaak niet krachtig genoeg om de
SuperCapacitors voldoende op te laden.
Het opladen en de duur van de zelfstandigheid kan variëren, afhankelijk van de technologie van de AA-batterijen:
• Alkalinebatterijen:
– kunnen het systeem 1 keer opladen OF 2 maanden zelfstandig worden gebruikt bij normaal gebruik (1,5 maand wanneer ze
continu worden gebruikt).
– het wordt sterk aangeraden om de batterijen te vervangen nadat het systeem 1 keer is opgeladen.
• Lithiumbatterijen:
– kunnen het systeem 3 keer opladen OF 5 maanden zelfstandig worden gebruikt bij normaal gebruik (3 maanden wanneer ze
continu worden gebruikt).
– het wordt sterk aangeraden om de batterijen te vervangen nadat het systeem 3 keer is opgeladen.
MICRO-USB-POORT
Met de micro-USB-poort (5 V – 2 A) is het mogelijk om de SuperCapacitors op te laden via de meegeleverde USB/micro-USB-kabel.
Opladen is mogelijk met standaard USB-laders (5 V – 2 A, niet inbegrepen) die ook worden gebruikt voor het opladen van een mobiele
telefoon. Het opladen van de SuperCapacitors met de micro-USB-kabel krijgt prioriteit boven opladen via de 2 x AA-batterijen.
De SuperCapacitors kunnen ook met de micro-USB-kabel worden opgeladen als er geen AA-batterijen aanwezig zijn.
AAN/UIT EN AUTO-TEST
5
U zet het E1 System aan via de AAN/UIT-schakelaar. Deze veiligheidsschakelaar voorkomt ongewenste activatie in de tas. Trek de
schakelaar omhoog, draai hem met de klok mee en hou deze positie twee seconden vast.
Wanneer u het E1 System inschakelt, voert het altijd een auto-test uit om te controleren of de motor, de SuperCapacitors en de
elektronica goed werken.
Bij deze auto-test draait de motor één keer rond op lage snelheid, waarbij de groene LED aan gaat.
Als de auto-test met succes is afgerond, draait de motor een tweede keer rond en gaat de groene/oranje LED knipperen.
>Het systeem is klaar voor gebruik.
Als de auto-test een verstoring opmerkt, draait de motor vier keer rond en blijft de rode LED aan staan. Dit geeft aan dat er een
probleem is in het systeem en dat het systeem niet werkt.
Als het systeem een verstoring opmerkt terwijl het wordt opgeladen, blijft de rode LED aan staan en gaat de oranje LED snel
knipperen.
Om het systeem UIT te zetten, trekt u aan de schakelaar en draait u het met de klok mee (dezelfde procedure als bij het aanzetten). De
motor draait één keer rond en de rode LED gaat aan en weer uit, om aan te geven dat het systeem is uitgeschakeld.
LET OP: De snelheid waarmee de LED knippert, geeft aan dat het systeem ofwel aan het opladen is (twee keer per seconde) of in de
normale AAN-modus staat (één keer per drie seconden).
GEBRUIK IN DE SNEEUW EN LED-STATUSSEN
Om het E1 System te gebruiken in de sneeuw, moet u:
1. het E1 Syst em AAN zetten (zie hoofdstuk 5);
2. controleren dat de auto-test in orde is (zie hoofdstuk 5).
Als de groene LED knippert, is het systeem actief en kan het nog minimaal zes uur zelfstandig werken.
Als de oranje LED knippert, is het systeem actief en kan het nog maximaal zes uur zelfstandig werken.
Als de rode LED knippert, kan het systeem niet garanderen dat de airbag voor 100% wordt opgeblazen (maar zal het wel proberen
om hem zoveel mogelijk op te blazen).
Als de rode LED blijft branden, is het systeem defect en mag het niet gebruikt worden.
LET OP: De snelheid waarmee de LED knippert, geeft aan dat het systeem ofwel aan het opladen is (twee keer per seconde) of in de
normale AAN-modus staat (één keer per drie seconden).
Om de airbag op te blazen, trekt u hard (5 tot 10 kg) aan de hendel.
DE AIRBAG OPBLAZEN
6
Bij een lawine trekt u hard (5 tot 10 kg) aan de hendel. De airbag blaast zichzelf dan binnen vier seconden op. De compressor wordt zes
seconden lang geactiveerd en gaat vervolgens uit. De airbag blijft minimaal drie minuten opgeblazen en begint vervolgens langzaam
leeg te lopen. Na het opblazen worden de SuperCapacitors automatisch opgeladen via de twee AA-batterijen, als deze geïnstalleerd zijn
(zie hoofdstuk 4).
LET OP: onform de norm EN 16716, "Airbagsystemen gebruikt bij lawines - Veiligheidseisen en beproevingsmethoden", moet de airbag
minimaal drie minuten opgeblazen blijven. Een lawine-airbag is geen reddingsvest; het is daarom normaal dat hij na deze drie minuten
niet volledig opgeblazen blijft.
WAT DOET U BIJ EEN LAWINE?
Probeer bij een lawine altijd een veilige plek op te zoeken of probeer om aan de lawinestroom te ontsnappen. Zit u op een voertuig,
probeer dan om uit de lawine weg te rijden. Zodra de lawine in kracht lijkt af te nemen, doet u uw mond dicht en houdt u uw armen
voor uw gezicht om een levensreddende luchtzak te maken. Als de lawine helemaal is gaan liggen en u zichzelf kunt bevrijden, kunt u
anderen helpen. Verwijder de airbag niet. Verwijder deze pas als u er zeker van bent dat er geen risico is op een tweede lawine.
USER MANUAL / NEDERLANDS
91