NEDERLANDS
DIAGNOSE:
SYMPTOOM
De STROOM-LED staat niet
aan.
De DETECTIE-LED knippert
onregelmatig.
De DETECTIE-LED blijft wil-
lekeurig aan.
De LED LUSSTORING knip-
pert.
De LED LUSSTORING licht
permanent op.
BEDRADINGSLAYOUT RME/BT 1:
RME: Live
RME: Neutral | RME BT: 12V AC/DC
BEDRADINGSLAYOUT RME/BT 2:
RME: Live
RME: Neutral | RME BT: 12V AC/DC
24 - RME - RME BT
INSTALLATIEHANDLEIDING
MOGELIJKE OORZAAK
Geen stroomvoorzieningsvolta-
ge op de invoer.
Er kan een slechte aansluiting
zijn in de lus of lusvoeding.
Het kan zijn dat de detector over-
spraak ondervindt met de lus van
een aangrenzende detector.
Defecte lus of bedrading lusvo-
eding.
Beweging van de lus in de grond.
De lusinductie is te klein of de lus
heeft kortsluiting.
De lusinductie is te groot of de
lus is een open circuit.
5
10
AANWEZIGHEIDSRELAIS
6
GEDRAAIDE
LOOP
KABEL
| RME BT: 12V AC/DC
AARDE
10
AANWEZIGHEIDSRELAIS
/ IMPULS UITGANG 1
11
GEDRAAIDE
LOOP 1
KABEL
GEDRAAIDE
LOOP 2
KABEL
| RME BT: 12V AC/DC
AARDE
Controleer of de stroomvoorziening correct
met draden op de detector is aangesloten.
(PINNEN 1 en 2)
Controleer alle bedrading. Draai de schroefaan-
sluitingen vast. Controleer op kapotte draden.
Probeer de frequenties te veranderen met be-
hulp van de frequentieschakelaar. Zet de de-
tector met de grotere lus op lage frequentie
en de detector met de kleinere lus op hoge
frequentie.
Controleer de bedrading. Draai de schroefaan-
sluitingen vast. Controleer op beknelde of ge-
bogen draden. Is de voedingsdraad gedraaid?
Controleer op scheuren in het wegoppervlak in
de buurt van de lus.
Controleer of er geen kortsluiting is op de be-
drading van de lusvoeding of de lus. Als er geen
kortsluiting is, dan is de inductie te klein en moe-
ten er meer draadwindingen aan de lus worden
toegevoegd.
Controleer of er stroomdoorgang op de lus is.
Dit kan worden gedaan met behulp van een
multimeter in het ohms-bereik (< 5 Ω). Als de
lusinductie te groot is, probeer dan het aantal
draaien te verminderen.
3
11
UITGANG
4
7
8
OPLOSSING
AANWEZIGHEID
UITGANG
7
LUS INVOER
8
1
2
STROOMINGANG
9
AANWEZIGHEIDSRELAIS
/ IMPULS UITGANG 2
3
LUS INVOER 1
4
5
LUS INVOER 2
6
1
STROOMINGANG
2
9