NL
• Doe geen water in de verdampingsleiding, dat kan ervoor zorgen dat het water overloopt.
• Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van ontvlambare voorwerpen en producten (gordijnen, pro-
ducten op basis van aerosol, oplosmiddelen, etc.).
• Gebruik uitsluitend de bijbehorende Rowenta-antikalkpatronen.
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact alvorens het apparaat te vullen, reini-
gen of verplaatsen.
• Giet geen etherische olie of andere toevoegingen in de verdampingsleiding en/of het waterreservoir.
• Laat geen water in het reservoir achter wanneer u het apparaat niet gebruikt.
• Vervang het water in het reservoir vóór elk gebruik.
• Wees bewust van het feit dat een hoge vochtigheidsgraad de groei van biologische organismen in
de omgeving kan bevorderen.
• Laat het gebied rondom het apparaat niet vochtig of nat worden. Indien dit wel gebeurt, verlaag dan
de luchtbevochtigingssnelheid of schakel het apparaat uit.
• Laat absorberende materialen, zoals tapijt, gordijnen en tafellakens, niet vochtig of nat worden.
• In geval van langdurige afwezigheid is het belangrijk om het apparaat uit te schakelen, de stekker uit
het stopcontact te halen, het waterreservoir en het verdampingsvak te legen en te reinigen, en het ap-
paraat te laten drogen.
• Reinig het apparaat vóór en na het opbergen.
• Maak het reservoir elke 2 dagen schoon (zie paragraaf ONDERHOUD).
• W
RSCHUWING: In het waterreservoir kunnen micro-organismen groeien die in de lucht geblazen
kunnen worden indien het waterreservoir niet regelmatig en goed wordt gereinigd (zie paragraaf ON-
DERHOUD).
INGEBRUIKNAME VAN HET APPARAAT
Controleer voor de eerste ingebruikname of de spanning van uw installatie overeenkomt met de op
het apparaat vermelde spanning.
Dit apparaat kan werken op een stopcontact zonder aarding. Het is een klasse II-toestel (dubbele,
elektrische isolatie
).
Voor u het toestel aanschakelt, controleert u of:
• de plaats van het apparaat overeenstemt met de in deze handleiding beschreven richtlijnen;
• het apparaat op een vlakke, stevige ondergrond staat die vochtbestendig is en op minstens 20cm
van elk ander voorwerp staat;
• de luchtinlaatroosters onder het apparaat volledig onbedekt zijn.
Inbedrijfstelling:
1. Hef het waterreservoir op, neem de richtbare jetpijp (3) weg en schroef de dop los die het antikalk-
patroon steunt (7).
2. Reinig het reservoir (zie paragraaf REINIGING) en vul het met koud water van de kraan (minimum
2 liter / maximum 5,5 liter).
OPMERKING: Wij raden u aan om water met weinig kalk te gebruiken om de verschijning van witte
stof te voorkomen. U kunt water uit de kraan of uit de fles gebruiken, maar ook gedestilleerd of ge-
kookt water. Let op: het reservoir moet wel altijd met koud water gevuld worden.
3. Schroef de dop er opnieuw op en controleer of er geen water lekt.
4. Controleer of de sokkel van het apparaat schoon is en of er geen vreemd voorwerp in zit.
5. Controleer of de waterpeilsensor vrij kan bewegen.
6. Plaats het reservoir opnieuw op de sokkel.
7. Richt de jetpijp zo dat de stoomstoot niet op een voorwerp wordt gericht, dit kan de vochtigheids-
regeling verstoren.
8. Wacht tien minuten zodat het water door het antikalkpatroon stroomt en het verdampingsvak vult.
9. Steek de stekker van het apparaat in het stopcontact
10. Schakel het toestel aan.
20cm
20cm
34