3
Kalibratie
1. Leg het meetoppervlak (4) van het apparaat
op een rechte ondergrond met positiemarkering.
Schakel het apparaat in (3). Druk de toetsen
3 en 8 gelijktijdig in om naar de kalibratiemodus
te schakelen. -1- verschijnt op het display.
2. Druk opnieuw op de AAN/UIT-toets (3). -1- knippert.
Daarna schakelt de weergave over naar -2-.
3. Draai de waterpas 180° en plaats hem direct
op het gekenmerkte vlak. Druk daarna op de
AAN/UIT-toets (3). -2- knippert. De kalibratie
is voltooid als de meetwaarde op het display
verschijnt.
4
Referentiefunctie voor de overdracht van hoeken
1. ABS-modus
MasterLevel Box
MasterLevel Box
MasterLevel Box
ZERO
ZERO
ZERO
HOLD
HOLD
HOLD
4. Relatieve
meetmodus
5
HOLD
Druk op de Hold-toets (9) om de actuele meetwaarde op het display
vast te houden.
Auto Off-functie
Het meetapparaat schakelt na 5 minuten inactiviteit
automatisch uit om de batterij te sparen.
Foutcode
– – – – De uitlijning van de verticale as ligt buiten het tolerantiebereik.
12
NL
2. ABS-modus
5. ABS-modus
MasterLevel Box
HOLD
MasterLevel Box
A quality product from
GmbH & Co. KG
Donnerfeld 2, 59757 Arnsberg,
Germany, Tel.: +49 2932 638-300,
Fax -333, www.laserliner.com
3. Relatieve
meetmodus
ZERO