schakelaar met een afstand tussen de contactpunten van ten minste 3 mm.
• Laat het apparaat niet onnodig aan staan. Zet de hoofdschakelaar van het
apparaat uit, wanneer u het niet gebruikt.
• Houd roosters van de aanzuig- en afvoeropeningen vrij.
• Zorg ervoor dat er voldoende ruimte is tussen het apparaat en wanden,
voorwerpen, enz.
• De uitgevoerde lucht mag niet worden teruggeblazen in kanalen voor het
afvoeren van warme lucht (bijv. afvoer van verbrandingsproducten van
geisers). Het apparaat moet de lucht in een enkelvoudig kanaal kunnen
afvoeren (dat uitsluitend dient voor het afvoeren van lucht dat door dit
apparaat wordt geproduceerd), of rechtstreeks aan de buitenkant van een
muur.
• De installatie moet zodanig worden uitgevoerd, dat de waaier aan de kant
van de luchtuitvoer niet bereikbaar is voor de proefvinger, zoals hieronder
aangegeven volgens de geldene normen. In het tegengestelde geval moet
het speciale veiligheidsrooster worden aangebracht.
• Het apparaat kan tegen een wand of een plafond worden geïnstalleerd.
• Indien zich in de te ventileren ruimte ook een apparaat bevindt dat op vaste,
vloeibare of gasvormige brandstof werkt (geiser, gaskachel, enz.) dat niet
van het type "gesloten gaskachel" is, dus luchtdicht afgesloten ten aanzien
van de ruimte zelf, dan dient u zich er eerst van te verzekeren dat er ook
voldoende luchttoevoer voor dit apparaat en voor een goede werking van de
afzuiginstallatie.
Belangrijk
• Indien het apparaat valt of anderszins een zware klap krijgt, kan het ook
onzichtbare schade oplopen en gevaar opleveren. Gebruik het dus niet,
maar laat het direct bij een Vortice-Servicecentrum, controleren.
Nuttige aanwijzingen voor de installateur
In het geval de wand waarop het apparaat wordt geïnstalleerd betegeld is en
niet helemaal vlak, dient er een borgring of ander afstandsmateriaal tussen de
wand en de flens van het apparaat te worden geplaatst, zodat de flens weer
uitgelijnd is.
Zet de flens niet te stevig vast op oneven oppervlakken, om te voorkomen dat
de waaier blijft steken.
Installatievoorschriften
1) Maak het beschermrooster A) van de flens B) los door de schroeven D)
(Fig. 1) te verwijderen.
2) Haal de flens B) van de motorhouder C) af door de schroeven H) (Fig. 1-2)
te verwijderen.
3) Bevestig de aanzuigmond M) (Ø 100) of N) (Ø 120) aan de motorhouder
C) in overeenstemming met de toevoeropening met behulp van de
schroeven die in het meegeleverde zakje met accessoires zitten (Fig. 3).
4) Bevestig de motorhouder C) in overeenstemming met de toevoeropening
met behulp van de pluggen en schroeven die in het meegeleverde zakje
met accessoires zitten (Fig. 4).
5) Breng de elektrische aansluiting tot stand (Fig. 5) en zet de voedingskabel
vast met de kabelklemmen en schroeven; breng de flens B) en het rooster
A) weer op hun plaats terug en draai de schroeven goed vast.
Onderhoud
Alle apparaten zijn voorzien van een mechanisch filter op de aanzuigmond.
Voor de reiniging van dit filter moet u als volgt te werk gaan:
1) Verwijder het filter E) van het apparaat volgens de aanwijzingen van Fig. 7).
2) Verwijder het metalen filter F) van de filterhouder E) (Fig. 8)en let daarbij op
dat u hem niet buigt; reinig het filter met een schoonmaakmiddel of in de
afwasmachine.
3) Reinig de filterhouder E) goed en plaats het geheel weer terug.
20